26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 328
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2007

Tijdens het Algemeen Overleg Walvis van 8 februari 2007 is toegezegd u te informeren over de laatste stand van zaken betreffende Walvis (kamerstuk 26 448, nr. 324). Aan deze toezegging willen wij via deze brief voldoen. Tevens doen wij u hierbij de rapportage van UWV ten aanzien van de actiepunten uit het IWI-rapport (brief UWV d.d. 28-02-2007) en het oordeel van IWI (brief IWI d.d. 21-03-2007) toekomen.

In de afgelopen periode is gebleken dat de nieuwe loonaangifteketen nog niet stabiel is. Bij de verwerking van gegevens over de maanden december 2006 en januari 2007 kwam de omvang van de problemen eerst werkelijk in zicht. Het gevolg is dat externe en interne afnemers van de polisadministratie niet kunnen worden bediend. Het beeld dat IWI schetst in de laatste rapportage wordt bevestigd.

De problemen binnen de loonaangifteketen bestaan onder andere uit vertraging van doorgifte van de weekaanlevering en loonaangifteverwerking, een vertraagde vulling van de polisadministratie en problemen met de Pembabeschikkingen. In de bijlage staan enkele gevolgen van de vertraging in de loonaangifteketen. Eén van de gevolgen is dat enkele aanpalende processen bij de Belastingdienst vertraging oplopen. Het gaat hier om het definitief toekennen van de huur-, de zorg- en de kinderopvangtoeslagen 2006 (voor zover afhankelijk van polisgegevens) en de afrekening van teveel afgedragen Zvw-bijdrage voor werknemers met meerdere dienstbetrekkingen.

Op 27 maart jl. hebben wij de stand van zaken en problemen besproken met de voorzitter van de Raad van Bestuur van UWV en de Directeur-Generaal Belastingdienst. Een belangrijke constatering tijdens het gesprek was, dat er geen twijfel bestond aan het concept van de SUB/Walvis-operatie. Tevens is de verwachting uitgesproken dat het jaar 2007 nog nodig zal zijn voor de verdere opbouw, versterking en stabilisatie van de loonaangifteketen en de polisadministratie.

In het gesprek is opgemerkt dat de werking van de loonaangifteketen gebaat is bij vereenvoudiging van processen en procedures. Dit streven naar vereenvoudiging zal de komende tijd via het dereguleringsprogramma nader worden ingevuld.

IWI en AR hebben geconstateerd dat de regie over de gehele keten – van loonaangifte, naar polisadministratie, naar afnemers – onvoldoende is geweest. Wij zijn tot een aanscherping van de regie gekomen. Wij hebben met de voorzitter van de Raad van Bestuur UWV en de Directeur Generaal Belastingdienst afgesproken dat er een gezamenlijk beheer van de keten door beide uitvoeringorganisaties komt. Hiertoe is al een gemeenschappelijk beheerteam ingericht, dat nog verder wordt uitgebreid. De taak van het beheerteam is de monitoring van de gegevensstromen in de loonaangifteketen, het oplossen van de huidige problematiek en het structureel inbedden van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de werking van de keten. Daarnaast zullen de voorzitter van de Raad van Bestuur UWV en de Directeur Generaal Belastingdienst per kwartaal aan ons in een gezamenlijk overleg verslag doen van de voortgang binnen de gehele keten. Ook zullen UWV en Belastingdienst ons vanaf de maand april maandelijks over de voorafgaande maand schriftelijk rapporteren. Voor de structurele rapportage wordt nog een normenkader ontwikkeld. In de maand mei is dit normenkader beschikbaar.

IWI geeft in haar commentaar «Stand van zaken polisadministratie» (brief IWI d.d. 21-03-2007) aan, dat de ketenbenadering met een centrale regie een vereiste is en ziet ons gesprek van 27 maart jl. daartoe als een goede stap om de regie op de loonaangifteketen te intensiveren.

Tijdens het AO van 8 februari heeft u verzocht IWI te laten oordelen over de laatste stand van zaken. Het volledige oordeel van IWI treft u, zoals eerder aangegeven, als bijlage bij deze brief aan. Wij kunnen ons vinden in het oordeel van IWI. Over de genoemde actiepunten uit de zesde IWI-rapportage zijn door ons afspraken gemaakt met UWV en de Belastingdienst.

De Algemene Rekenkamer heeft u op 29 maart jl. het rapport «Terugblik 2007: premie-inning werknemersverzekeringen» doen toekomen. Het aanscherpen van de regie op de keten wordt door de Algemene Rekenkamer als een passende actie gezien. De afspraak om tot frequente managementrapportages te komen wordt door de Algemene Rekenkamer als essentieel beschouwd om tot een goede sturing en beheersing van de polisadministratie te komen.

In het AO van 8 februari jl. heeft u ons oordeel gevraagd over het doelbereik van Walvis/SUB. Gezien de huidige situatie is het onvermijdelijk te constateren dat het doelbereik Walvis/SUB opschuift. Zoals hierboven al is aangegeven hebben de Belastingdienst en het UWV 2007 nog nodig voor de verdere opbouw, versterking en stabilisatie van de loonaangifteketen en de polisadministratie. De verlaging van de administratieve lasten schuift hierdoor op. De verhoging van de rechtmatigheid bij de vaststelling van uitkeringen is afhankelijk van de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie. Momenteel is UWV nog bezig met het verbeteren van de bruikbaarheid van de polisadministratie. De verbetering van de handhaving is gebonden aan de actualiteit van de gegevens in de polisadministratie. Door de stagnering van de gegevensstroom is dit juist een knelpunt.

Daarnaast zijn er in het AO nog een aantal onderwerpen aan de orde geweest, waarover u in deze brief nader wordt geinformeerd.

Met brief van 7 februari 2007 (kenmerk: UB/K/2007/5254) is aan u het advies en rapport van Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) over de gevolgen voor de administratieve lasten van de «loon-in» en «loon-over»-aangiftesystematieken toegestuurd. Actal adviseert om over de gehele linie te komen tot toepassing van de «loon-in»-aangiftesystematiek. Zoals toegezegd zal de minister van SZW u nader informeren, zodra er meer inzicht is in de uitvoeringsmogelijkheden.

VNO-NCW en MKB-Nederland vragen in de brief van 5 maart 2007 aan de Tweede Kamer om handhaving van de huidige situatie – toestaan van loonaangifte via «loon in»- én «loon-over»-systematiek – en deze een permanente wettelijke basis te geven. U heeft de minister van SZW per brief van 15 maart 2007 (uw kenmerk SZW 0700104) gevraagd hierop te reageren. Om een definitieve beslissing te nemen over de wijze van aangiftesystematiek, is meer informatie nodig. Op dit moment samen met de overheidswerkgevers op welke wijze (overheids)werkgevers ondersteund kunnen worden bij de overgang naar «loon-in»-aangiftesystematiek. Uit het rapport van Actal is gebleken dat de consequenties van de overgang naar de «loon-in»-aangiftesystematiek met name bij de overheid zullen liggen. Tevens is meer informatie gewenst om te bezien of het mogelijk is om de kosten voor deze overgang fors te verlagen. Wanneer voldoende inzicht bestaat in mogelijke oplossingen voor de problematiek bij de overheidswerkgevers dan wordt dit ook bespreken met VNO-NCW en MKB-Nederland.

Over het zogenaamde «piepsysteem» valt het volgende te melden. Daglonen worden op basis van looninformatie van de werkgever vastgesteld en in de vorm van een beschikking aan de uitkeringsgerechtigde meegedeeld. Indien deze het niet eens is met de hoogte van het dagloon, dan kan hij hiertegen bezwaar aantekenen en in beroep gaan. Tekent hij niet (tijdig) bezwaar aan, dan krijgt de beschikking kracht van gewijsde en staat het dagloon rechtens vast. Voert een uitkeringsgerechtigde vervolgens een nieuw feit/gegeven aan, dat tot een hoger dagloon zou hebben geleid, dan kan hij bij UWV een – gemotiveerd – herzieningsverzoek indienen. Slaagt hij erin het herzieningsverzoek voldoende aannemelijk te maken, dan zal UWV de uitkering aanpassen. Omdat het initiatief bij de verzekerde ligt wordt van een piepsysteem gesproken. UWV zal in algemene zin voorlichting geven over het «recht» van de verzekerde tot het indienen van een herzieningsverzoek.

In het AO van 8 februari 2007 is de Tweede Kamer toegezegd in het voorjaar een technische briefing over WALVIS te houden. Wij stellen u voor de technische briefing in de week van 17 april te houden.

Zoals opgenomen in de brief van de inspectie van 21 maart 2007 zal de inspectie in augustus 2007 rapporten over de stand van zaken van de polisadministratie en de werking van de loonaangifteketen. Indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven zal de inspectie de minister van SZW tussentijds informeren.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

BIJLAGE

De gevolgen van de vertraging in de loonaangifteketen zijn als volgt:

• Door de stagnatie in de gegevensstroom van de weekaanlevering van uitzendbureaus ontstond het probleem dat bij de vangnetters het recht op ZW- en WW-uitkering niet kon worden vastgesteld. Om de gevolgen voor de uitkeringsgerechtigden zo klein mogelijk te houden heeft UWV besloten om de genoemde uitkeringen op voorschotbasis te verstrekken. De consequentie hiervan is dat betrokkenen later kunnen worden geconfronteerd met nabetaling of terugvordering bij het definitief vaststellen van de uitkering.

• Door het ontbreken van statistische (beleids)informatie uit de polisadministratie, beschikt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor de voor de zomer op te stellen Nationale Rekeningen niet over voldoende (volledige) loongegevens voor het bepalen van de voorlopige cijfers. Het verschil met de definitieve cijfers kan hierdoor groter zijn dan gebruikelijk. Verder beschikt het CBS niet over werkgelegenheidsindicatoren over het vierde kwartaal 2006.

• Een andere consequentie van het ontbreken van statistische (beleids)informatie is dat SZW voor het Jaarverslag SZW 2006 een aantal kengetallen voor artikel 31 Inkomensbescherming met activering bij arbeidsongeschiktheid niet kan opnemen.

• De Sociale Diensten zijn afnemers van de polisadministratie. Zij controleren op basis van de gegevens uit de polisadministratie op de samenloop bij uitkeringen. Door de stagnatie in de gegevensstroom is de bruikbaarheid van de polisadministratie voor het vaststellen van samenloop onvoldoende.

• Sommige pensioenfondsen, zoals het Pensioenfonds Horeca & Catering, maken ook gebruik van de polisadministratie. Op basis van de loongegevens uit de polisadministratie stellen zij de premie vast die werkgevers verschuldigd zijn en worden de pensioenaanspraken van hun deelnemers vastgesteld. De stagnatie van de keten loonaangifte-polisadministratie heeft derhalve gevolgen voor de inning van pensioenpremies en uitbetaling van pensioenaanspraken.

• Bij de dagloonvaststelling maakt UWV nog geen gebruik van de loongegevens uit de polisadministratie, de zgn. gesloten bedrijfsvoering. Een voorwaarde hiervoor is dat de noodzakelijke gegevens in de polisadministratie beschikbaar zijn en kwalitatief van voldoende niveau. UWV wil voorkomen dat uitkeringsgerechtigden met niet beoogde gevolgen van de omschakeling naar een gesloten bedrijfsvoering voor dit onderdeel worden geconfronteerd. Voor de ZW zijn thans teveel risico’s verbonden aan een integrale structurele koppeling. UWV is voornemens in juli 2007 met een pilot te starten. De pilot houdt in dat UWV voor de WW het dagloon gaat vaststellen met gegevens uit de polisadministratie.

• De vertraging heeft ook gevolgen voor de Belastingdienst als afnemer van de fiscale gegevens uit de polisadministratie. Deze gegevens heeft de Belastingdienst onder meer nodig voor het definitief toekennen van de huur-, de zorg- en de kinderopvangtoeslagen 2006 en de afrekening van door werkgevers teveel afgedragen Zvw-bijdrage voor werknemers met meerdere dienstbetrekkingen. Het draaien van deze processenvoor zover afhankelijk van gegevens uit de polisadministratieis pas verantwoord vanaf het moment dat de fiscale gegevens voldoende volledig en van goede kwaliteit zijn. Het gevolg hiervan is dat ook deze processen vertraging oplopen.

• In verband met de problemen van de Pembabeschikkingen kon voor een deel van de werkgevers de definitieve gedifferentieerde premie (WAO, WGA) niet of niet juist worden vastgesteld. De oorzaak hiervan is dat er verschil is tussen de registratie bij UWV en Belastingdienst. Door UWV en Belastingdienst wordt hard gewerkt aan een oplossing. De «getroffen» werkgevers hebben een adviesbrief ontvangen met voorlopige percentages.

Naar boven