Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2014
De vaste commissie voor Economische Zaken heeft per brief van 5 december 2013 een
reactie gevraagd op een onderzoeksrapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (hierna: RIVM) getiteld «Kunnen luchtwassers legionella verspreiden naar
de omgeving?». Ik stuur u hierbij de gevraagde reactie mede namens de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
(hierna: IenM).
Inhoud rapport
Het RIVM heeft via literatuuronderzoek en interviews de verschillende typen luchtwassers,
die worden gebruikt in de industrie en de veehouderij, onderverdeeld in risicocategorieën.
Deze onderverdeling is gebaseerd op de twee belangrijkste parameters, namelijk de
zuurgraad en de temperatuur van het waswater. De kans op groei en emissie van legionella
is het grootst als de temperatuur van het water tussen de 20 en 50 graden Celsius
ligt in combinatie met een neutrale zuurgraad. De kans op groei en emissie van legionella
is zeer onwaarschijnlijk als de zuurgraad laag (zuur waswater) of hoog is (basisch
waswater).
De combinatie temperatuur van het water tussen de 20 en 50 graden Celsius in combinatie
met een neutrale zuurgraad zou zich volgens de onderzoekers kunnen voordoen in biowassers
en stofwassers in de industrie en de veehouderij. Deze situatie zou zich volgens de
onderzoekers kunnen voordoen bij ongeveer 10% van de luchtwassers in de veehouderij.
Uit het uitgevoerde onderzoek kon niet worden vastgesteld bij hoeveel industriële
luchtwassers dit het geval is.
Het RIVM beveelt op basis van dit onderzoek aan om:
-
1. de indeling in risicocategorieën te valideren en hierbij ook te kijken of de constructie
en/of de positie van de luchtwassers relevante parameters zijn;
-
2. vooralsnog legionellapreventie uit te voeren bij luchtwassers met uitzondering van
luchtwassers met zuur of basisch waswater.
-
3. Het rapport bevat ook een advies voor milieudiensten, GGD’s en andere overheidsinstanties
hoe te handelen bij vragen over legionella in relatie tot luchtwassers. De werkwijze
zou kunnen leiden tot een advies over het treffen van maatregelen of het opnemen hiervan
in de vergunning. Hierbij kan gedacht worden aan het voorkomen van lokale opwarming
in waterleidingen.
Reactie
Hieronder treft u de reactie aan op de drie hierboven genoemde punten.
Ad 1. Vervolgonderzoek
Aangezien er geen literatuur beschikbaar is over uitbraken van legionella die veroorzaakt
zijn door luchtwassers in de veehouderij, is het onbekend hoe groot het risico voor
de volksgezondheid daadwerkelijk is.
Voor wat betreft de luchtwassers in de veehouderij zal ik daarom in overleg met Wageningen
UR en RIVM nagaan of het mogelijk is om de relevante parameters (temperatuur, zuurgraad,
constructie en ligging) van de verschillende typen te monitoren. Mocht dit mogelijk
zijn, dan zal dit onderzoek worden ondergebracht in het zogenoemde «Veehouderij en
Gezondheid Omwonenden» (VGO) onderzoek. Hierin wordt al voorzien in het geven van
inzicht in de directe uitstoot van bepaalde bioaerosolen (waaronder legionella) en
fijnstof en de verspreiding hiervan naar de omgeving.
Ad 2. Preventie
Het Ministerie van IenM heeft eind 2012 een informatieblad uitgebracht getiteld «Legionellapreventie
in waterinstallaties; regels en toezicht». Hiervan is onlangs interactieve variant
gemaakt, die te benaderen is via http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/legionella/legionella-bij-bedrijven-en-instellingen#/.
Dit rapport geeft op dit moment geen aanleiding om dit informatieblad (en de interactieve
variant) te actualiseren. Mocht het onderzoek zoals genoemd onder ad. 1 er aanleiding
toe geven, dan zal het informatieblad aangepast worden.
Ad 3. Advies
Het kabinet kan zich vinden in het advies van de onderzoekers aan de verschillende
(overheids)instanties. Ik zal een en ander onder aandacht brengen van de verschillende
instanties.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma