26 442
Veteranenziekte

nr. 49
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2010

Tijdens het Algemeen Overleg legionella en drinkwater van 8 oktober 2009 (TK 2009–2010, 26 442, nr. 48) heb ik toegezegd om strenger te handhaven op de naleving van de legionellapreventievoorschriften, zoals vastgelegd in het Waterleidingbesluit. Aanleiding voor deze strengere aanpak zijn de recente resultaten van uitgevoerde controles bij zwembaden, sauna’s en ziekenhuizen, aangeboden bij brief van 2 oktober 2009 (TK 2009–2010, 26 442, nr. 46). Daaruit bleek dat slechts in respectievelijk 22, 14 en 30% van de onderzochte instellingen sprake was van een adequate naleving.

Ik heb aangegeven dat het mijn bedoeling is om vanaf 1 januari 2010 direct proces-verbaal te laten opmaken als er niets is gedaan aan preventie, dus als er geen risicoanalyse is gemaakt door het bedrijf, als er geen beheersplan is en als er geen maatregelen zijn genomen.

Ook in de situatie dat de zaak na een eerder controlebezoek op orde was, maar er bij een tweede controle (soms enkele jaren later) misstanden worden geconstateerd, zou dezelfde lik-op-stuk-benadering gaan gelden.

Ik heb toegezegd om u te informeren hoe per 1 januari 2010 invulling wordt gegeven aan de lik-op-stuk-aanpak.

Aanpak tot nu toe (tot 31 december 2009)

Volgens de «interventiestrategie legionellapreventie» wordt sinds begin 2009 op een andere manier gehandhaafd. Dit houdt onder meer in dat de prioritaire doelgroepen clustergewijs worden gecontroleerd, waarbij de betreffende branches eerst op de hoogte worden gebracht zodat zij hun achterban kunnen informeren. Daarnaast worden bepaalde doelgroepen direct door de VROM-Inspectie op de hoogte gebracht.

De drinkwaterbedrijven selecteren de te controleren bedrijven en voeren de eerste controle uit. Afhankelijk van aard en ernst van de geconstateerde overtredingen, dragen zij het dossier direct over voor handhaving door de VROM-Inspectie of voeren zij een tweede controle uit. Bij kleine overtredingen wordt van de beheerder verwacht dat hij de overtreding herstelt, zonder dat daar via een hercontrole op wordt toegezien.

Wanneer een dossier wordt overgedragen, brengt de VROM-Inspectie het bedrijf telefonisch van de overdracht op de hoogte en geeft zij een toelichting op het handhavingsvervolg. Dan volgt een bestuursrechtelijke aanpak, waarbij de VROM-Inspectie een voornemen tot een herstelsanctie in de vorm van een last onder dwangsom kenbaar maakt.

Na zes weken bezoekt de VROM-Inspectie de instelling, waarbij naast het opstellen van de beschikking met een last onder dwangsom, ook strafrechtelijk kan worden opgetreden.

Van de bovengenoemde controles worden tussentijds de clusterresultaten opgemaakt en gecommuniceerd met de doelgroep met als doel dat dit tot verbeteracties leidt.

Nieuwe lik-op-stuk-aanpak (vanaf 1 januari 2010)

De lik-op-stuk-aanpak wordt vanaf 1 januari 2010 ingezet indien wordt geconstateerd dat een instelling niet beschikt over een risicoanalyse én niet beschikt over een beheersplan én geen monsters neemt.

In de praktijk is in deze situatie automatisch ook sprake van het niet uitvoeren van de vereiste beheersmaatregelen, aangezien die op basis van de risicoanalyse moeten zijn beschreven in het beheersplan en deze documenten beide ontbreken.

De lik-op-stuk-aanpak is dus specifiek bedoeld voor instellingen die ruim 10 jaar na de legionella-uitbraak in Bovenkarspel geen enkele inspanning verrichten om de risico’s van legionella te beheersen. Na alle voorlichting en aandacht voor de legionellaproblematiek, mag er vanuit worden gegaan dat in die gevallen sprake is van bewuste niet-naleving: men weet dat men iets moet doen, maar wacht rustig de controle af.

De lik-op-stuk-aanpak houdt in dat de drinkwaterbedrijven na constatering van de hiervoor beschreven situatie van niet-naleving, het dossier direct overdragen aan de VROM-Inspectie en dat de VROM-Inspectie deze instellingen vervolgens direct bezoekt. Tijdens dat bezoek wordt een strafrechtelijke vervolging van de eigenaar ingezet en een proces-verbaal aangezegd dat vervolgens direct daarna wordt opgemaakt.

Mocht tijdens het genoemde bezoek blijken dat de overtredingen inmiddels al ongedaan zijn gemaakt, dan wordt geen proces-verbaal opgemaakt. In de praktijk zal deze situatie zich vrijwel niet voordoen, omdat de tijd tussen de constatering door het drinkwaterbedrijf en het bezoek van de VROM-Inspectie te kort zal zijn om de overtredingen ongedaan te maken.

Met het oog op efficiëntie en eenduidigheid, worden voor de afwikkeling een standaard proces-verbaal en een transactierichtlijn opgesteld. Standaardisering is in grote mate mogelijk omdat het gaat om steeds dezelfde situatie die bovendien eenduidig is (het volledig ontbreken van uitvoering van de wettelijke verplichtingen inzake risicoanalyse, beheersplan en periodieke bemonstering).

De strafrechtelijke aanpak wordt gecombineerd met een bestuursrechtelijke aanpak die na een termijn van vier weken wordt ingezet. In deze periode wordt van de bedrijven verwacht dat de overtredingen ongedaan worden gemaakt. Het proces-verbaal geeft naar verwachting reeds voldoende druk om dit te bewerkstelligen, maar op deze wijze wordt daar zonodig de druk van een bestuursrechtelijke actie aan toegevoegd.

Voor de dossiers die niet aan bovengenoemde criteria voldoen, blijft de aanpak gelden, zoals hierboven beschreven onder het kopje «Aanpak tot nu toe». Als wordt geconstateerd dat een instelling beschikt over een risico-analyse en/of beheersplan en/of dat er monstername plaatsvindt, wordt dus de daar genoemde aanpak gevolgd.

Naar verwachting zullen de aantallen op te maken processen-verbaal afnemen dankzij het uitstralingseffect van een lik-op-stuk-aanpak. Het communicatie-offensief moet dit effect versterken.

Communicatie

Direct na het Algemeen Overleg op 8 oktober 2009 heeft de landelijke pers aandacht besteed aan de lik-op-stuk-aanpak op basis van een VROM-persbericht.

Aan de hand van het te controleren cluster, worden de branches en de betreffende bedrijven op de hoogte gebracht van de nieuwe aanpak.

In 2010 worden de volgende clusters gecontroleerd:

1. ziekenhuizen;

2. logies (hotels, bed&breakfast met meer dan 5 slaapplaatsen, campings, bungalowparken, jachthavens e.d.);

3. zwembaden en sauna’s;

4. celfunctie en asielzoekerscentra;

5. zorginstellingen (met uitzondering van woningen waarin zorg wordt verleend).

Het eerste cluster (ziekenhuizen) is reeds op de hoogte gebracht en verdere intensivering van de communicatie is opgestart.

Aanpak vanaf 1 januari 2011

De voorgestelde aanpak is gebaseerd op de mogelijkheden die de huidige regelgeving biedt (Waterleidingwet en Waterleidingbesluit). Op basis van de huidige regelgeving is de strafbaarstelling niet geregeld via de Wet economische delicten, maar in de Waterleidingwet. Het bevoegde gezag voor de strafrechtelijke aanpak is daardoor momenteel het Openbaar Ministerie in het arrondissement, ondersteund en aangestuurd door het landelijk Functioneel Parket.

Per 1 januari 2011 zal de huidige regelgeving worden vervangen door de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en een viertal ministeriële regelingen.

Een verbetering ten opzichte van de huidige situatie is dat de nieuwe regelgeving wél is gekoppeld aan de Wet Economische Delicten waardoor een hogere strafmaat mogelijk wordt.

Aan de hand van de ervaringen die worden opgedaan met de lik-op-stuk-aanpak, zal duidelijk worden in welke mate behoefte is aan aanvullende handhavingsinstrumenten, zoals een bestuurlijke boete of een bestuurlijke strafbeschikking. De bestuurlijke strafbeschikking zal voor diverse VROM-wetten worden geïntroduceerd. De planning van de invoering van dit instrument is gekoppeld aan de planning van de vorming van regionale uitvoeringsdiensten (1 januari 2012) en staat overigens los van de besluitvorming over de overdracht van taken.

Informeren over resultaten

De VROM-Inspectie zal de nieuwe aanpak nauwlettend in de gaten houden, waarbij duidelijk moet worden wat de baten (effectiviteit) en lasten (inspanning) zijn, waar knelpunten zich voordoen en waar verbeteringen mogelijk zijn.

Vóór het zomerreces van 2010 zal ik u op de hoogte stellen van de eerste bevindingen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven