26 442
Veteranenziekte

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2007

Tijdens het Algemeen overleg Legionella op 1 november jl. (Kamerstuk 26 442, nr. 34) bleken de vaste Commissies voor VROM en VWS veel belang te hechten aan de invoering van een wettelijke plicht voor eigenaars van natte koeltorens om deze aan gemeenten te melden, in verband met de door de gemeenten uit te voeren registratie van en toezicht op natte koeltorens. Ik heb in dat overleg toegezegd om de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over mijn standpunt. Onderstaand licht ik mijn standpunt toe, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Belang van registratie

Slecht onderhouden natte koeltorens vormen een volksgezondheidsrisico, zoals bleek toen in 2006 in Amsterdam een legionellose-uitbraak plaatsvond met ruim 30 zieken en 3 doden tot gevolg. Het is daarom van groot belang dat elke gemeente een complete en actuele registratie heeft van de natte koeltorens op haar grondgebied. Deze registratie dient twee doelen, die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van taken die wettelijk aan de gemeente zijn opgedragen. Enerzijds vormt het voor de gemeente de basis voor het uitoefenen van toezicht op basis van de Wet milieubeheer op de legionellarisico’s die natte koeltorens voor de omgeving kunnen hebben. Anderzijds vormt registratie voor de gemeente een essentiële informatiebron bij bronopsporing in het kader van de Infectieziektenwet in geval van een legionellose-uitbraak. Gemeenten hebben zowel preventief als repressief belang bij de registratie van natte koeltorens.

Afgelopen zomer heb ik gemeenten gevraagd de registratie van en het toezicht op natte koeltorens voortvarend ter hand te nemen. Ik heb daarbij aangegeven1 dat ik een verplichte registratie voor gemeenten niet nodig acht. Ik heb aangekondigd dat ik de registratie vóór 1 januari 2010 zal evalueren en bij achterblijvende resultaten invoering van een wettelijke registratieplicht zal overwegen. In het voorjaar van 2008 zal ik een eerste quick scan laten uitvoeren om te weten hoe het staat met de uitvoering. Vooralsnog heb ik nog geen signalen ontvangen van gemeenten dat zij de registratie niet naar behoren ter hand kunnen nemen.

Wettelijke meldplicht

Eén van de instrumenten die kan worden ingezet om te komen tot een compleet en actueel overzicht van koeltorens, is een wettelijke plicht voor eigenaars van koeltorens om hun koeltoren te melden aan de gemeente. Invoering van een wettelijke meldplicht zou inhouden dat een eigenaar van een koeltoren op basis van regelgeving verplicht is om deze onmiddellijk aan de gemeente te melden, met onder meer vermelding van gegevens over de plaats waar de koeltoren zich bevindt en contactgegevens van de eigenaar-beheerder. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat een meldplicht natuurlijk geen wondermiddel is. Met het regelen van een plicht alleen zijn we er niet, toezicht op naleving van een meldplicht vergt ook inspanningen van gemeenten. Elke methode om gegevens te verzamelen over de aanwezige koeltorens heeft zijn beperkingen en biedt op zich geen garantie op een complete en actuele registratie. Door verschillende methoden te combineren, kan de streefsituatie wel in hoge mate worden bereikt.

Bij de meldplicht kan onderscheid worden gemaakt in een meldplicht voor nieuwe en voor bestaande koeltorens.

Een wettelijke meldplicht voor nieuwe koeltorens zou kunnen worden opgenomen in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Ik sta positief tegenover invoering van dit instrument aangezien het de registratie van nieuwe koeltorens voor gemeenten vergemakkelijkt en ik zal om die reden tot invoering overgaan. Bij de invoering van de meldplicht voor nieuwe koeltorens, die naar verwachting in de eerste helft van 2009 in werking kan treden, zullen ook nadere voorschriften worden gesteld ter beheersing van legionellarisico’s van zowel bestaande als nieuwe koeltorens. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van reeds bestaande voorschriften die in het kader van de Arbeidsomstandigheden-regelgeving voor een goed beheer van natte koeltorens reeds opgesteld zijn, zodat geen tegenstrijdige regelgeving zal ontstaan. Met deze voorschriften wordt de nu op basis van de Wet milieubeheer geldende zorgplicht nader uitgewerkt.

Invoering van een wettelijke meldplicht voor bestaande koeltorens is juridisch en praktisch gezien moeilijker. De systematiek van de Wet milieubeheer en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is gebaseerd op melding van nieuwe situaties. Melding van bestaande situaties past niet binnen de huidige systematiek en zou derhalve een wijziging van zowel voorgenoemde wet als besluit vergen. Ervan uitgaande dat de gemeenten de registratie daadwerkelijk voortvarend oppakken zou een dergelijke registratie, gelet op de tijd die nodig is om deze in wetgeving in te passen, echter als «mosterd na de maaltijd» komen. Immers in dat geval worden eigenaren verplicht melding te doen van gegevens die tegen die tijd bij de gemeenten al bekend zijn. Uit praktische overwegingen en uit oogpunt van beperking van administratieve lasten acht ik dit onwenselijk. Mocht uit de eerder genoemde quick scan evenwel blijken dat het ontbreken van de meldingsplicht voor bestaande koeltorens bij de registratie een wezenlijke belemmering vormt, dan zal ik alternatieve maatregelen overwegen, waaronder het alsnog in gang zetten van het wettelijke traject om ook voor bestaande koeltorens een meldplicht in te voeren.

Los van een (toekomstige) meldingsplicht hebben gemeenten momenteel voldoende mogelijkheden een goede registratie bij te houden. Zo heeft het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) in oktober jl. de «Procedure koeltoreninventarisatie enregistratie voor gemeenten» (te vinden op www.ggdkennisnet.nl) uitgebracht met informatie over de procedure hoe een gemeente de inventarisatie kan uitvoeren. Daarin zijn onder meer voorbeeldbrieven opgenomen waarmee een gemeente (mogelijke) eigenaars en gebruikers van natte koeltorens kan verzoeken om eventueel aanwezige koeltorens te melden. Ook andere organisaties beschikken soms over locatiegegevens van natte koeltorens in combinatie met gegevens over de eigenaar/beheerder. Te denken is bijvoorbeeld aan leveranciers van koeltorens en installatie- en onderhoudsbedrijven. In bovengenoemde procedure is ook een voorbeeldbrief opgenomen waarmee aan deze bedrijven gevraagd kan worden om gegevens te leveren voor de registratie dan wel om bij hun klanten het belang van melding onder de aandacht te brengen. Ook waterleidingbedrijven zouden een rol kunnen spelen bij het aanleveren van locatiegegevens, aangezien zij op basis van de Waterleidingwet controles uitvoeren op de apparatuur die op het drinkwaternet zijn aangesloten. Daarnaast kan het bij de inventarisatie in bepaalde situaties zinvol zijn om gebruik te maken van Google Earth of andere luchtopnamen. Tot slot is in dit kader relevant de onlangs geopende landelijke website voor legionella bronopsporing, waarmee GGD’en gericht kunnen zoeken naar mogelijke infectiehaarden zoals natte koeltorens.

Uit de praktijk is gebleken dat op lokaal niveau goede resultaten zijn behaald met bovengenoemde instrumenten.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Zie ook mijn brief: TK 2006–2007, 26 442, nr. 28.

Naar boven