26 442
Veteranenziekte

nr. 27
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2007

In mijn brief van 15 augustus 2006 (TK 2005–2006, 26 442, nr. 23) heb ik u geïnformeerd over de diverse wijzen waarop legionellagroei in collectieve leidingwaterinstallaties voorkomen en bestreden kan worden. Ik heb in deze brief aangegeven dat het de voorkeur geniet om legionellagroei via thermisch beheer te voorkomen, maar dat in praktijk soms ook elektrochemische bestrijding door het gebruik van biociden nodig is. Ik heb in de brief aangekondigd dat samen met de bij de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 betrokken departementen (waaronder het Ministerie van Justitie) gewerkt wordt aan het opstellen van een regeling inzake het tijdelijk voorafgaand aan de formele toelating door het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Ctb) onder voorwaarden op de markt brengen van koper-zilverionisatieapparatuur.

Mede namens de minister van Justitie zend ik u bijgaand een afschrift van de brief die ik vandaag aan de branche van leveranciers van koper-zilverionisatieapparatuur heb toegezonden.1 In deze brief wordt gemeld dat voorafgaand aan het formele besluit van het Ctb over de toelaatbaarheid, onder voorwaarden, tot maximaal 3 jaar na dagtekening van de brief niet handhavend zal worden opgetreden tegen het op de markt brengen en toepassen van koper-zilverionisatieapparatuur. Een van deze voorwaarden is dat de betrokken bedrijven binnen 6 maanden na verzending van de brief aan de branche zorgdragen voor een aanvraag tot toelating bij het Ctb. Daarnaast worden er specifieke gebruiksvoorwaarden gesteld. Indien deze niet worden nageleefd zal de VROM-Inspectie handhavend optreden. Deze gedoogregeling laat de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) voor de strafrechtelijke rechtshandhaving onverlet. Dat betekent dat het OM, indien zij dit noodzakelijk acht, kan besluiten om strafrechtelijk in te (laten) grijpen.

De komende periode zal er ook in enkele vergelijkbare gevallen worden gekozen voor het onder voorwaarden tijdelijk niet handhavend optreden. Over deze gevallen zult u door mij worden geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven