26 419 Toerisme en recreatie

Nr. 46 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2011

Hierbij bied ik u de evaluatie aan van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC)1. In dit document is de meest recente meerjarige subsidieperiode, 2008–2010, geëvalueerd. In deze periode heeft het NBTC een bijdrage van het voormalige Ministerie van Economische Zaken (EZ) van ruim 50 miljoen euro ontvangen voor de bevordering van het inkomend toerisme.

Conclusies Evaluatie

De evaluatie geeft aan dat het NBTC in de subsidieperiode 2008–2010 over het algemeen goed heeft gefunctioneerd als destinatiemarketingorganisatie. De evaluatie besluit met een aantal conclusies:

  • Het NBTC heeft een deugdelijke marketingstrategie ontwikkeld. De activiteiten van het NBTC sluiten goed aan op de doelstellingen uit de EZ Toerismebrief2 en hebben geleid tot extra toeristische bestedingen in Nederland.

  • Het NBTC heeft goed als publiekprivaat samenwerkingsmodel gefunctioneerd. Het NBTC heeft ruim 40% cofinanciering van publieke en private partners naast EZ aangetrokken.

  • Het NBTC heeft, naar aanleiding van een eerdere evaluatie in 2007, de efficiëntie van de eigen organisatie aanzienlijk verbeterd. De omvang van de overhead (uitgedrukt als percentage van de totale formatie) is sterk gedaald en is op een nagenoeg gemiddeld niveau van vergelijkbare organisaties. De overheadkosten van het NBTC zijn relatief wel nog aan de hoge kant. Dit is echter verklaarbaar door de organisatiestructuur van het NBTC. Het NBTC heeft naast het hoofdkantoor in Nederland een groot aantal buitenlandse vestigingen, waardoor huisvestingskosten en salariskosten (i.v.m. toeslagen) hoger zijn.

  • De evaluatie geeft aan dat de effectiviteit van het NBTC op macroniveau lastig te meten is. Er zijn, naast de marketing- en congreswervingsactiviteiten van het NBTC, nog een groot aantal andere factoren van invloed op het inkomend toerisme (bijvoorbeeld ontwikkelingen in de economische conjunctuur en het vliegverkeer).

    Daarnaast is de waarde van de door de NBTC vaak gebruikte effectiviteitsratio 1:40 (een investering van één euro in internationale marketing leidt tot 40 euro aan extra toeristische besteding in Nederland) beperkt. Het betreft een samengestelde indicator, opgebouwd uit de effectiviteitsratio’s van verschillende activiteiten, uit verschillende onderzoeken, op basis van verschillende onderzoeksmethoden en aannamen. De ratio beslaat slechts een deel van de activiteiten van het NBTC3.

    Wel kan het NBTC door middel van effectiviteitsratio’s goed de effectiviteit van individuele activiteiten, zoals campagnes en pers-/PR-bewerking meten.

  • De evaluatie bevestigt tot slot de goede samenwerking tussen EZ en het NBTC in de periode 2008–2010. Het NBTC heeft een ruime vrijheid gekregen in de uitvoering van haar opdracht, die het NBTC sterk heeft gewaardeerd. Het NBTC hecht voor de toekomst belang aan meer strategisch overleg met het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).

Toekomstige Samenwerking

Over de uitgangspunten van de toekomstige samenwerking met het NBTC vanaf 2012 heb ik u in mijn brief van 16 juni jl. geïnformeerd4. Ik heb u daarbij medegedeeld dat ik de Rijksbijdrage aan het NBTC vanaf 2012 zal herzien.

Deze bijdrage zal ik in vier jaar afbouwen van 16,6 miljoen euro (in 2011) naar structureel 5,8 miljoen euro (vanaf 2015). Deze maatregel is onderdeel van de bredere bezuinigingsopgave waarvoor het kabinet zich geplaatst ziet. Het kabinet schrapt in het totaal 500 miljoen euro aan subsidies voor het bedrijfsleven.

Met de nieuwe Rijksbijdrage van 5,8 miljoen euro is het NBTC in staat om een compacte, gerichte organisatie in stand te houden voor de internationale marketing en congreswerving van Nederland. Het NBTC werkt op dit moment op basis van de nieuwe uitgangspunten aan een Strategisch Marketingplan 2012–2015. Zoals ik u in mijn brief gemeld heb, wil ik uiterlijk eind dit jaar nieuwe prestatieafspraken met het NBTC vastleggen. De conclusies van de evaluatie zal ik daarbij betrekken, bijvoorbeeld in de keuze voor nieuwe prestatieafspraken en de vormgeving van de nieuwe verantwoordingsstructuur EL&I – NBTC.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2007–2008, 26 419, nr. 34.

X Noot
3

Hierbij heb ik uw vraag of de ratio 1:40 realistisch is (wetgevingsoverleg, 8 juni 2011) beantwoord.

X Noot
4

Reactie op de Sectorvisie «Versterken en Veraangenamen», Kamerstukken II, 2010–2011, 26 419, nr. 44.

Naar boven