26 407 Biodiversiteit

Nr. 89 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2014

In september 2012 bent u per brief geïnformeerd over een aantal rapporten in relatie tot de verwachte komst van de wolf naar Nederland (Kamerstuk 26 407, nr. 65). Daarin staat dat wolven steeds dichter in de buurt van de Nederlandse grens komen. Ook ik ben van mening dat het verstandig is ons voor te bereiden op een mogelijke terugkeer van deze soort in Nederland.

Alterra heeft daartoe een omvangrijk en ambitieus advies opgeleverd dat anticipeert op de komst van wolven naar Nederland1. Ik vind dat het beleid zich voor nu moet richten op de situatie dat een zwervende, individuele wolf Nederland bereikt. Mijn inzet is beperkt tot de meest noodzakelijke acties. Deze inzet is voor dit moment voldoende.

Uitgangspunt is dat provincies in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het natuurbeleid, ook in relatie tot eventuele schade aan landbouwhuisdieren via het Faunafonds. De provincies hebben al laten weten zich in eerste instantie ook te willen richten op de mogelijke komst van een zwervende, individuele wolf.

De provincies en het Faunafonds waren bij de opdracht voor het genoemde advies medebetrokken. Verscheidene organisaties, onder andere op het gebied van landbouw, recreatie en natuur, hebben inbreng en commentaar geleverd op het advies. Het advies gaat onder meer in op wet- en regelgeving, informatie en communicatie, onderzoek, beheer en schadepreventie en -tegemoetkomingen in relatie tot wolven. Bij diverse aanbevolen acties ziet het advies een rol voor Rijk en/of provincies. Ik ga hieronder in op een aantal aanbevelingen.

Wet- en regelgeving

Als reactie op het advies is vanuit de provincies aangegeven dat er nog onduidelijkheid kan zijn over of en wanneer de wolf in Nederland daadwerkelijk is beschermd en dat het wenselijk is de wettelijke bescherming expliciet te regelen.

Ik zal ervoor zorg dragen dat de wettelijke bescherming van de wolf wordt geregeld.

Het regelen van de wettelijke bescherming past ook binnen de invulling van de verplichtingen van de Habitatrichtlijn. Daarmee wordt het ook mogelijk voor het Faunafonds om tegemoetkomingen in schade door wolven te verlenen, indien dat zich zou voordoen. Het Faunafonds heeft mij namelijk aangegeven onder voorwaarden tegemoetkomingen te kunnen verlenen voor schade veroorzaakt door beschermde diersoorten aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren. Provincies en Faunafonds geven daarbij aan dat in het geval van een zwervende, individuele wolf niet kan worden geëist dat agrariërs preventieve maatregelen nemen. Het regelen van wettelijke bescherming betekent nadrukkelijk niet dat ik daarmee actieve beschermingsmaatregelen voor wolven bevorder of opleg.

Onderzoek

Een aanzienlijk deel van het advies gaat over het doen van onderzoek, waarnemingen en het uitvoeren van monitoring. Het is aan de provincies om te bepalen welke onderzoeksaanbevelingen op korte termijn opportuun worden geacht. Ik kan die wensen zo nodig betrekken bij keuzen die ik maak bij de inzet van mijn onderzoeksinstrumentarium. Genetisch referentiemateriaal van wolven is nu versnipperd aanwezig is bij diverse Europese instituten en onderzoekers. Ik zal daarom stimuleren dat materiaal beter kan worden uitgewisseld, ook met Nederland. Daarmee kan dan zowel in ons eigen land als op Europese schaal het identificeren van wolven worden vereenvoudigd.

Wolvenbureau

In ongeveer een derde van de aanbevelingen in het advies komt een, op te richten «wolvenbureau», voor waaraan een centrale rol in communicatie, onderzoek en advies wordt toegedacht. Dit zou naar Duits voorbeeld zijn. Gebleken is echter dat slechts één van de zestien Duitse deelstaten een «wolvenbureau» kent. Als reactie op deze aanbeveling zullen de provincies bezien welke mogelijkheden er zijn om expertise over wolven te bundelen, aansluitend bij bestaande structuren. Ik zal om deze redenen deze aanbeveling niet overnemen. Daarnaast hebben de provincies aangegeven een communicatieplan over de wolf op te zullen stellen.

Voor het overige wacht ik nu het door de provincies voorgenomen initiatief af om te bezien welke overige aanbevelingen uit het advies mogelijk opgevolgd zouden moeten worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Onder meer vindbaar op de volgende website van Alterra:

http://applicaties.wageningenur.nl/wever.internet/applications/alterrarapporten/defaultnl.aspx

Naar boven