Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2013
Bijgaand treft u de resultaten van de TEEB-studie Bonaire.1 De studie bestaat uit acht deelrapporten en vijf door de onderzoekers ontwikkelde
policy briefs met beleidsaanbevelingen.
Op 31 januari a.s. is er een algemeen overleg gepland over TEEB. Tijdens dat AO zal
ik nader in gaan op de verworven kennis en het vervolgtraject. Met het oog op het
komende AO doe ik u hierbij de studieresultaten toekomen.
TEEB staat voor The Economics of Ecosystems and Biodiversity. Deze studie brengt in
beeld wat de economische waarde van de natuur op Bonaire is. De studie is uitgevoerd
door de VU Amsterdam in samenwerking met onderzoeksbureau WICKS, in het kader van
TEEB-Nederland.
De onderzoekers concluderen dat de natuur op Bonaire jaarlijks 105 miljoen dollar
waard is. Daarvan zijn 37 miljoen dollar feitelijke opbrengsten voor Bonaire; de rest
van het bedrag is gebaseerd op een zogenaamde willingness to pay studie. Dat is een
studie naar de betalingsbereidheid van zowel Nederlanders als Caribianen voor het
in stand houden van de Bonairiaanse natuur. Willingness to pay is een internationaal
veel gebruikte maat voor de waarde die een bevolking aan bepaald beleid of bepaalde
maatregelen hecht.
Het bedrag van 37 miljoen dollar per jaar maakt inzichtelijk dat natuur een zeer belangrijke
bron van inkomsten is voor Bonaire. Het rechtvaardigt mijns inziens een stevige inzet
op het behoud van de biodiversiteit. Het Rijk is daar ten dele verantwoordelijk voor,
aldus de Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES. Dit voorjaar leg ik u het
Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland voor waaruit blijkt hoe ik invulling geef aan
deze verantwoordelijkheid. Ook heb ik uw Kamer 17 januari jl. geïnformeerd over de
middelen die ik beschikbaar stel voor natuur op Caribisch Nederland.
Naar aanleiding van deze TEEB-studie zal een vervolgtraject ingezet worden. Dat richt
zich ondermeer op het ontwikkelen van instrumenten om de verworven kennis bruikbaar
te maken voor het beleid. Ook voor Sint Eustatius en Saba zullen soortgelijke studies
verricht worden. Hierover zal ik uw Kamer informeren.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma