26 407 Biodiversiteit

Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2011

In de brief van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 10 februari 2011 met kenmerk (2011Z02510/2011D06728) verzoekt zij mij een reactie te geven op de eventuele onwerkbaarheid van de Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) regeling en de wijze waarop deze regeling past in het voornemen van het kabinet tot vereenvoudiging van stimulerings- en subsidieregelingen.

In januari 2011 was er een nieuwe demonstratieregeling opengesteld om het gebruik van natuurlijke plaagbestrijding middels FAB-randen in de gewasproductie de komende jaren te bevorderen. Het betreft een voorbeeldproject waarbij de resultaten worden gemonitord en waarbij de resultaten en ervaringen voor kennisdeling gedemonstreerd worden aan andere geïnteresseerden.

Deze ervaringen zullen we tevens benutten om te komen tot een mogelijk structurele regeling voor FAB-randen in het nieuwe GLB, na 2013.

We hebben ingezet op een (groter) samenwerkingsverband als indiener voor deze regeling. Een samenwerkingsverband kan zorgdragen voor een efficiënte en effectieve uitvoering van zaken als monitoring en demonstraties geven.

Zodoende hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden in diverse kleinere projecten. Hiermee beperken we de administratieve lasten voor ondernemers evenals de uitvoeringslasten voor de overheid.

De randvoorwaarden vanuit de regeling zijn beperkt gehouden zodat het samenwerkingsverband de ruimte heeft om de uitvoering zo goed mogelijk te organiseren. Bij de beoordeling wordt deze kwalitatief getoetst.

De regeling zoals deze nu geldt, is vastgesteld vanuit het gegeven dat er slechts voor een beperkte periode middelen beschikbaar zijn en dat deze middelen bovendien binnen de kaders van de Health Check van het GLB, zoals opgenomen in de Verordening Plattelandsontwikkeling, zullen moeten worden aangewend. Gelet op deze overwegingen en de lopende beoordelingsprocedure zie ik geen mogelijkheden tot aanpassing van de huidige regeling.

Met een bezwaarmaker tegen de regeling heeft inmiddels overleg plaatsgevonden om achtergronden en zienswijzen uit te wisselen en daaruit lering te trekken voor de toekomst.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven