26 407
Biodiversiteit

nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2008

Van 28 oktober 2008 tot 4 november 2008 vindt in Changwon, Zuid-Korea, de tiende Conferentie van Partijen (COP 10) van het Ramsar-verdrag (Ramsar convention on wetlands) plaats. Hierbij informeer ik u over deze COP en de hoofdlijnen van de Nederlandse inzet.

Achtergrond

Het verdrag van Ramsar kwam tot stand in 1971 (Ramsar, Iran) en werd van kracht in 1975. Nederland behoorde tot de initiatiefnemers van het verdrag.

Nederland is gastheer van het hoofdkwartier van Wetlands International, een wereldwijde niet-gouvernementele organisatie en één van de «Institutional Organisation Partners» (IOP’s) van Ramsar. De vijf IOP’s zijn zeer belangrijke steunpilaren van Ramsar.

Hieraan dankt Nederland ook zijn status van permanent waarnemer in het Standing Committee van Ramsar. De rol van de IOP’s voor Ramsar wordt uitdrukkelijk onder de aandacht gebracht en erkend in het Strategisch Plan. Nederland heeft zich bij de voorbereiding van het plan hiervoor ingezet.

De belangrijkste pijlers van het verdrag van Ramsar zijn het verstandig gebruik (in andere verdragen aangeduid als duurzaam gebruik) van wetlands en de aanwijzing van te beschermen wetlands van internationale betekenis (Ramsar sites). Wereldwijd zijn bij het verdrag van Ramsar 158 Partijen aangesloten en beslaat het areaal van de Ramsar-sites in totaal 162 miljoen ha.

Nederland heeft 48 Ramsar-sites aangewezen, waarvan 6 op de Antillen, met een totale oppervlakte van circa 844 000 ha. De implementatie vindt in Nederland plaats via de Vogel- en Habitatrichtlijnen.

Het Ramsar-verdrag is één van de oudste mondiale milieuverdragen en ook ouder dan de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Zoals bekend resulteren deze twee laatste in het netwerk Natura 2000. De Nederlandse Ramsar-sites maken deel uit van Natura 2000.

De grote meerwaarde van Ramsar voor Nederland en de EU is het mondiale karakter en daarmee de bijdrage aan de bescherming van Nederlandse trekvogels over de gehele trekroutes, alsmede een belangrijke bijdrage aan de mondiale biodiversiteit. Tevens is Ramsar een belangrijk centrum van kennis en actie voor de bescherming en het verstandig gebruik (wise use) van wetlands wereldwijd.

De relatie met het Beleidsprogramma Biodiversiteit 2008–2011

In het Beleidsprogramma Biodiversiteit 2008–2011 is de bescherming van wetlands en vogeltrekroutes (flyways) een prioriteit onder het thema Ecologische netwerken.

Het verdrag van Ramsar en het AEWA (African-Eurasian Waterbird Agreement) zijn de twee belangrijkste internationale instrumenten die dit (mede) als doelstelling hebben.

Wetlands & gezondheid

Wetlands en gezondheid is het centrale thema van COP 10. De voorliggende documenten (ontwerp-resolutie en achtergrondsdocument) zijn evenwichtig van opbouw en zowel voordelen als risico’s van wetlands voor gezondheid en welzijn worden in beeld gebracht.

Het document onderscheidt tal van voordelen van wetlands voor de mens, gegroepeerd naar voorzienende, regulerende, culturele en ondersteunende functies. De nadelige effecten voor de mens van verstoringen van wetland-ecosystemen worden beschreven. Geconstateerd wordt dat bij het voorkomen van infectieziekten, het droogleggen van wetlands of veranderen van de waterhuishouding in het algemeen niet de enige remedie is. De conclusies en aanbevelingen komen in grote trekken neer op de noodzaak van samenwerking tussen de instanties die verantwoordelijk zijn voor wetlands en die voor gezondheid. Nederland steunt dit.

De toekomst van het Ramsar-secretariaat

Er liggen ook documenten voor die betrekking hebben op het functioneren van het secretariaat, zowel intern als in relatie tot andere internationale organisaties.

De interne organisatie zal behalve op effectiviteit en efficiëntie uiteraard op budgettaire gevolgen worden beoordeeld. De relatie met andere internationale organisaties heeft echter meer implicaties. In opdracht van Ramsar is een onderzoek uitgevoerd naar de voor- en nadelen van de bestaande ophanging aan de «International Union for the Conservation of Nature» (IUCN), de omvorming tot een onafhankelijke organisatie en de ophanging aan de Verenigde Naties (VN). Op het moment van voorbereiding van deze brief is het Ramsar-secretariaat nog doende de resultaten van het onderzoek te bestuderen en daarover te rapporteren alsook mogelijke aanbevelingen te formuleren. Nederland zal de verschillende opties op hun voor- en nadelen analyseren en zijn positie in EU-verband afstemmen.

Partnerschappen

Er liggen twee resoluties voor inzake respectievelijk partnerschappen met andere milieuverdragen en instellingen en met het bedrijfsleven. Verdere ontwikkeling van de eerste vorm van samenwerking wordt aangemoedigd. De samenwerking met het bedrijfsleven wordt eveneens aangemoedigd en hiervoor is een lijst met criteria opgesteld. Nederland steunt deze initiatieven.

Verantwoordelijkheid voor eigen wetlands

Er liggen eveneens een achttal resoluties voor inzake het omgaan met wetlands, in het bijzonder Ramsar-sites, door de Partijen. Daarbij zijn bijvoorbeeld ook vrijwillige richtsnoeren voor de toepassing van milieu-effectrapportage en strategische milieu-effectrapportage en voor de stroomgebiedbenadering. Voor Nederland en de EU bevatten deze niet veel nieuwe elementen, maar voor niet-EU-landen geven zij een nuttig houvast.

Vogelgriep en wetlands

Evenals dat op COP9 in 2005 het geval was, ligt een resolutie voor, met bijbehorende vrijwillige richtsnoeren, over het verstandig omgaan met de (mogelijke) relatie tussen wetlands, trekvogels en vogelgriep. Nederland hecht daar groot belang aan, evenals aan het voorkómen van voorbarige conclusies inzake de rol van wetlands en trekvogels en aan het voorkómen van ongefundeerde maatregelen daartegen.

Klimaatverandering en biobrandstof

De resolutie inzake klimaatverandering vraagt om behoud en herstel van wetlands die van belang zijn voor koolstofvastlegging en om andere maatregelen die bijdragen aan zowel mitigatie als adaptatie.

De tekst van de resolutie inzake biobrandstoffen vraagt om de gevolgen van biobrandstofteelt voor wetlands volledig in afwegingen mee te nemen en waar mogelijk negatieve effecten te vermijden. Nederland zal in EU-verband trachten het vermijden van negatieve effecten duidelijker te verwoorden, overeenkomstig de lijn in andere internationale overlegverbanden.

Wetlands en armoedebestrijding

De ontwerp-resolutie aangaande wetlands en armoedebestrijding roept landen op tot verdere implementatie van de aan dit onderwerp gewijde resolutie van de vorige COP (IX.14). Hij dringt verder aan op integratie van het verstandig gebruik van wetlands in alle relevante beleidsvelden (nationaal en internationaal), tot de erkenning van de rol van wetlands voor waterzuivering en gezondheid in planningsprocessen, tot het respecteren van traditionele kennis en tot het gebruik van diverse economische instrumenten voor het gezamenlijke doel van wetlandbeheer en armoedebestrijding.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven