26 407 Biodiversiteit

Nr. 152 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2024

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu over de kabinetsinzet van het Koninkrijk der Nederlanden1 voor de 16de Conferentie van Partijen van het VN-Biodiversiteitsverdrag (CBD COP16) evenals de 11de Bijeenkomst van Partijen van het Protocol van Cartagena inzake bio-veiligheid (COP MOP11) en de 5de Bijeenkomst van Partijen van het Nagoya Protocol over de toegang tot, en het delen van baten voortvloeiend uit het gebruik van genetische bronnen (COP MOP5) in Calí, Colombia van 21 oktober tot 1 november 2024. Nederland zal tijdens de verdragsvergadering hoog-ambtelijk worden vertegenwoordigd.

De staat van wereldwijde biodiversiteit gaat rap achteruit2, met grote gevolgen en risico’s voor bedrijfsleven, de landbouw en de mens. Zo stonden biodiversiteitsverlies en het ineenstorten van ecosystemen dit jaar in de top drie van de wereldwijd geïdentificeerde risico’s voor de komende tien jaar in het jaarlijkse Global Risks Report3. Om verdere impact op de mens te voorkomen is het implementeren van de mondiale afspraken om biodiversiteitsverlies te stoppen en om te buigen naar herstel vóór 2030 urgent en noodzakelijk.

COP16 is de eerste COP sinds in 2022 op COP15 het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF) is overeengekomen. Dit raamwerk bevat doelen en targets om in 2030 het tij van mondiaal biodiversiteitverlies te doen keren, met als visie om in 2050 in harmonie met de natuur te leven. Deze biodiversiteittop in Colombia wordt dan ook gezien als dé implementatie COP waarin wordt bezien hoe ver landen zijn met de implementatie en wat nodig is om implementatie verder te bevorderen. De meeste agendaonderwerpen zijn er dan ook op gericht om implementatie van de afspraken in het GBF te bevorderen, zoals door het ontwikkelen van richtlijnen en het maken van afspraken over rapportage en monitoring.

Prioriteiten aankomend Colombiaans voorzitterschap

Het Colombiaanse voorzitterschap heeft «peace with nature» als overkoepelend thema gekozen van de top, waarbij het oproept tot het verbeteren van de relatie die men heeft met de natuur en het zoeken naar manieren om het huidige model van het overmatig en niet-duurzaam gebruik en vervuiling van de natuur om te buigen. Dit thema komt niet terug in de formele onderhandelingen van het verdrag, maar Colombia zet in op een vrijwillige ministeriële verklaring en het opzetten van een coalitie over «peace with nature» tijdens COP16.

Verder zet het Colombiaanse voorzitterschap sterk in op het creëren en behouden van momentum voor COP16. Zo organiseert het verscheidene pre-COP-evenementen gericht op verscheidene (bevolkings)groepen, allianties en sectoren. Ook wordt ingezet op brede deelname van Ministers en hebben staatshoofden en regeringsleiders van alle verdragspartijen een persoonlijke uitnodiging ontvangen van de Colombiaanse President Gustavo Petro Urrego. Het Colombiaanse voorzitterschap prijst de COP aan als de «peoples COP», ofwel de COP van de mensen. Hierbij is specifiek aandacht voor de inclusie van inheemse volkeren, lokale gemeenschappen en mensen van Afrikaanse komaf. Ook is er ruime aandacht voor deelname vanuit het maatschappelijk middenveld waaronder bedrijven, financiële instituties, NGOs, kennisinstellingen, jongeren en vrouwengroepen. Het Colombiaans voorzitterschap zal ook verscheidene thematische dagen organiseren, zoals over voedsel, bedrijven, biodiversiteit, water en biodiversiteitfinanciering. Tijdens de COP zal er ook aandacht zijn voor de relatie tussen klimaat en biodiversiteit; de biodiversiteittop wordt gezien als een belangrijke stap richting de dertigste VN-klimaattop welke in 2025 in Brazilië zal worden gehouden. De verwachting is dat Brazilië, als thuis van 60% van het Amazoneregenwoud op deze top aandacht zal besteden aan duurzaam landgebruik en het beschermen van bossen en de daarin voorkomende biodiversiteit.

Voor de inhoudelijke onderhandelingen draagt het voorzitterschap vier prioriteiten aan: 1) heldere afspraken over planning, monitoring en rapportage van implementatie van het GBF, 2) een oplossing voor het multilaterale mechanisme voor digitale sequentie informatie van genetische bronnen, 3) financiering voor biodiversiteit en 4) het versterken van de gezamenlijke aanpak van biodiversiteitverlies en klimaatverandering.

Verwachtingen voor COP16

De onderhandelingen tijdens COP16 bouwen voort op de bijeenkomsten van de vooronderhandelingen gericht op wetenschap en implementatie die hebben plaatsgevonden in mei jl. en oktober 2023.

Tijdens de vooronderhandelingen is beperkte vooruitgang geboekt, onder andere vanwege verschillende visies rondom een mogelijk nieuw fonds voor biodiversiteit in ontwikkelingslanden en de ontwikkeling van een multilateraal mechanisme voor het eerlijk delen van baten voortvloeiend uit het gebruik van Digitale Sequentie Informatie (DSI) van genetische bronnen.

Deze vraagstukken zullen centraal staan tijdens COP16. Ook zal de conferentie in het teken staan van de eerste mondiale analyse van de door verdragspartijen ingediende National Biodiversity Strategies and Action Plans (NBSAPs). In het Nederlandse Koninkrijk heeft Curaçao haar NBSAP reeds gefinaliseerd. Hierbij wordt bezien of de optelsom van de nationale plannen daadwerkelijk leidt tot implementatie van het GBF. Tijdens de vooronderhandelingen hebben veel Verdragspartijen aangekondigd bezig te zijn met het ontwikkelen van hun NBSAPs, en gaven veel landen aan dat ze deze voor de deadline van de start van COP16 zullen indienen bij het secretariaat van het VN-Biodiversiteitsverdrag.

Het kabinet hecht belang aan de bijdrage van alle stakeholders, waaronder financiële instellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en jongeren. In de aanloop naar de onderhandelingen is een stakeholderbijeenkomst georganiseerd om informatie op te halen bij relevante stakeholders met als doel om de inzet voor COP16 te versterken. Daarnaast worden er, na het succes van COP15, in aanloop naar COP16 twee online sessies georganiseerd van de Interface Dialogue Finance and Biodiversity (IDFB)4. Het doel hiervan is om overheden en stakeholders uit de private sector met elkaar in gesprek te brengen over hoe de transitie naar een natuur-inclusieve financiële sector kan worden versneld.

Direct voorafgaand aan COP16 zal van 16 tot 18 oktober nog de vijfde bijeenkomst van de vooronderhandelingen gericht op implementatie plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst vindt de eerste Open-Ended Forum for Voluntary Country Review plaats waarin landen zullen uitwisselen over de voortgang van implementatie van het GBF middels NBSAPs en nationale targets. Op basis hiervan zal een advies aan de COP zal worden uitgebracht over een vervolg van de Country Review. Dit forum zou een goede bijdrage kunnen leveren aan het proces omtrent de wereldwijde evaluatie van de implementatie van het GBF, door gezamenlijk de wereldwijde voortgang te bespreken en door best practices en uitdagingen te delen.

Nederlandse inzet in de onderhandelingen

Tijdens de onderhandelingen van COP16 onderhandelt de Europese Unie als één partij. De Nederlandse delegatie zal zich inspannen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse inzet goed wordt meegenomen in de EU-positie. Dit vindt onder andere plaats door de Raadsconclusies die naar verwachting op de Milieuraad van 14 oktober zal worden vastgesteld, waarover u in de Kamerbrief met de geannoteerde agenda van de milieuraad5 bent geïnformeerd.

Nederland zet zich in voor een integrale aanpak van biodiversiteit. Hierbij gaat het zowel om samenwerking met andere multilaterale milieuverdragen alsook om synergiën met onderwerpen die raken aan biodiversiteit, zoals klimaat en gezondheid. Het feit dat de COP’s van alle drie de Rio conventies6 in het najaar van 2024 plaatsvinden biedt een goede mogelijkheid om de synergiën tussen de conventies te versterken, ook gezien de EU Raadsconclusies voor alle drie de verdragen in dezelfde milieuraad van 14 oktober aanstaande zullen worden aangenomen. Ook bieden de onderhandelingen over het mondiale actieplan voor biodiversiteit en gezondheid een goede gelegenheid voor de opvolging aan de door Nederland en Peru getrokken resolutie over klimaatverandering en gezondheid die eerder dit jaar bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is aangenomen7. Nederland onderschrijft het belang van de rol en bijdragen van niet-statelijke actoren in de onderhandelingen, zoals die van bedrijfsleven, financiële instituties, jongeren, vrouwen en inheemse volkeren en werkt daar – binnen de kaders van haar positie – actief mee samen. Verder zet Nederland zich in voor behoud van de grondige wetenschappelijke basis waarop het VN-biodiversiteitverdrag gestoeld.

Hieronder volgt per prioritair onderhandelonderwerp de kern van de NLse inzet.

Voortgang van implementatie van het Global Biodiversity Framework middels NBSAPs

Op COP15 zijn verdragspartijen overeengekomen dat ze National Biodiversity Strategy and Action Plans (NBSAPs) zullen opstellen of updaten vóór COP16 om hun ambitie en plannen in lijn te brengen met de doelen en targets van het Global Biodiversity Framework. Tijdens COP16 zal een eerste inventarisatie, ofwel «stocktake» plaatsvinden om te bezien of de gezamenlijke ambitie van partijen afdoende is voor het behalen van de doelen in 2030.

Planning, monitoring, rapportage en verantwoording

Voortbouwend op de basis die op COP15 is gelegd, zal tijdens COP16 worden onderhandeld over afspraken rondom het proces van de Global Review, ofwel de mondiale evaluatie van implementatie van het GBF. Daarnaast zal het op COP15 overeengekomen monitoringsraamwerk worden aangevuld met ontbrekende indicatoren om voortgang van implementatie beter te kunnen monitoren. Een versterkt systeem van monitoring en rapportage is essentieel om te voorkomen dat de doelen van het GBF niet worden behaald, zoals het geval was bij de voorganger van het GBF, de Aïchidoelen. Nederland blijft zich, in lijn met haar positie voor COP15, onverminderd inzetten voor een helder, robuust, effectief en transparant systeem voor de global review. Hierbij is Nederland voorstander van het betrekken van high-level deelnemers bij de global review, om aanvullende sturing te geven indien implementatie van het GBF tekort schiet. Daarnaast is het Kabinet van mening dat niet alleen bijdragen van overheden, maar ook bijdragen van het maatschappelijk middenveld dienen te worden meegenomen in de global review.

Digital Sequence Information (DSI) on genetic resources

De Nederlandse zaadveredelingssector is toonaangevend in de wereld en een basis voor de wereldwijde voedselzekerheid. De toegankelijkheid van genetische bronnen en bijbehorende informatie (inclusief sequentie-informatie) is voor Nederland een aandachtspunt. Tijdens COP15 is besloten tot een multilaterale aanpak voor toegang tot en het delen van de baten van het gebruik van digitale sequentie-informatie (Digital Sequence Information, DSI) van genetische bronnen, inclusief een mondiaal fonds. Om deze afspraken verder uit te werken en tijdens COP16 tot vervolgafspraken te komen hebben twee intersessionele vergaderingen plaatsgevonden. DSI is in de laatste jaren een politiek gevoelig onderwerp geworden in onderhandelingen in diverse VN-fora, met grote verschillen in posities tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. De inzet van Nederland is erop gericht dat het resultaat voldoet aan de overeengekomen basisprincipes op CBD COP15: dat het systeem consistent is met open toegang tot data, dat het effectief, efficiënt, haalbaar en praktisch is, dat het onderzoek en innovatie niet hindert, en dat het multilaterale mechanisme ruimte biedt voor de ondersteuning van andere instrumenten gericht op de toegang tot, en het delen van baten voortvloeiend uit het gebruik van genetische bronnen. Daarnaast zet Nederland erop in dat de mogelijkheid wordt opengehouden dat landen in de toekomst op vrijwillige basis ook hun (fysieke) genetische bronnen in het multilaterale mechanisme kunnen plaatsen in plaats van in het huidige, complexe systeem van het Nagoya Protocol.

Financiering voor biodiversiteit

Om de afspraken uit het Global Biodiversity Framework te implementeren dienen er voldoende financiële middelen beschikbaar te zijn uit alle bronnen en kanalen. De COP neemt daartoe naar verwachting een herziene strategie aan. Nederland zet zich daarbij in voor het mobiliseren van financiële stromen vanuit bedrijven en financiële instellingen. Nederland ziet geen noodzaak om een nieuw multilateraal fonds op te richten buiten huidige financieringsstructuren zoals het recent opgezette Global Biodiversity Framework Fund onder de Global Environment Facility, dat tot 2030 de implementatie van het GBF ondersteunt. Wel staat Nederland open voor verdere discussies hierover.

Biodiversiteit en klimaatverandering

De mondiale biodiversiteitsdoelen kunnen niet gehaald worden zonder urgente en effectieve klimaatactie, en vice versa kunnen de klimaatdoelen niet behaald worden zonder een gezonde en veerkrachtige natuur. Nederland zet zich dan ook in voor het maximaliseren van synergiën en het minimaliseren van trade-offs tussen biodiversiteit- en klimaatactie. Dit beperkt zich niet tot klimaatadaptatie, maar omvat ook klimaatmitigatie. In dit kader moedigt Nederland samenwerking tussen het klimaatverdrag (UNFCCC) en het biodiversiteitverdrag (CBD) aan, alsook samenwerking tussen de wetenschappelijke panels op gebied van klimaat (IPCC) en biodiversiteit (IPBES). Verder is Nederland voorstander van op natuur-gebaseerde oplossingen om klimaatverandering en biodiversiteitverlies gezamenlijk aan te pakken en om de beschikbare financiële middelen effectief te besteden.

Brede inzet

Tijdens COP16 in Calí vindt er een high-level bijeenkomst plaats waar het Kabinet op hoog-ambtelijk niveau aan zal deelnemen. Ook zullen er verscheidene themadagen worden georganiseerd, zoals op gebied van voedsel, water en de rol van bedrijven en de financiële sector met betrekking tot biodiversiteit. Nederland zal een eigen paviljoen hebben op de biodiversiteittop, waarbij de nadruk van de evenementen ligt op de nexus tussen biodiversiteit, voedsel, water en klimaat. Ook zet Nederland in op het onder de aandacht brengen van financiering voor biodiversiteit uit alle bronnen, niet alleen publieke middelen. De Nederlandse overheid en Nederlandse financiële instellingen zijn betrokken bij diverse side-events hierover.

Tot slot

Nederland zal zich tijdens de COP als een betrouwbare verdragspartner opstellen binnen de context van de afspraken daarover in de Europese Unie. Het doet dat in de overtuiging dat het stoppen van biodiversiteitsverlies urgent en noodzakelijk is en dat dit tegelijkertijd alleen door internationale afspraken daarover kan worden aangepakt. Daarbij zal het aandringen op heldere, uitvoerbare afspraken, het verbeteren van de monitoring van de implementatie, het betrekken van alle stakeholders en het versterken van de synergiën met andere verdragen die hieraan raken, zoals het klimaatverdrag. Ik zal de Kamer na de bijeenkomst informeren over de uitkomsten.

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie


X Noot
1

Het gehele Koninkrijk is partij bij de CBD. Waar «Nederland» staat vermeld dient in voorkomende gevallen «het Koninkrijk» gelezen te worden.

X Noot
4

De IDFB is in 2021 door Nederland opgezet met als doel om de discussie over financiering te verbreden en de private en financiële sector te mobiliseren voor biodiversiteit; zie Kamerstuk 26 407, nr. 145.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-08, nr. 961

X Noot
6

Het VN Klimaatverdrag (UNFCCC), het VN Biodiversiteitverdrag (UN CBD) en het VN Desertificatieverdrag (UNCCD)

Naar boven