26 401
Vierde Nota Waterhuishouding

nr. 38
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 1 juni 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de brief van 2 april 2004 inzake het plan voor de realisatie van een baggerspeciedepot te Terneuzen (kamerstuk 26 401, nr. 36.

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 juni 2004. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers

1

Wat gaat u doen wanneer de gemeente Terneuzen niet positief reageert op uw verzoek haar besluit te herzien? Hoe gaat u daarbij om met sommaties van de gemeente Terneuzen, die u manen tot nakoming van de met de gemeente gemaakte afspraken (inclusief de verwerkingsproef). Hoe gaat u daarnaast om met de schade die de gemeente Terneuzen en derden lijden ten gevolge van het mogelijk niet nakomen van deze afspraken? Wat gaat er in dat geval gebeuren met de door Rijkswaterstaat reeds verworven gronden in de Koegorspolder?

Nu de gemeente niet positief gereageerd heeft op mijn verzoek haar besluit te herzien, heb ik, zoals ik aan de gemeente eerder heb laten weten in mijn brief van 2 april 2004, het dossier ter verdere afhandeling in handen van de Landsadvocaat gesteld.De gemeente heeft aangegeven nakoming van de overeenkomst te wensen, doch de gemeente en ik verschillen van mening over de vraag wat nakoming precies inhoudt; een sommatie van de gemeente tot nakoming van enige uit de overeenkomst voortvloeiende concrete verplichting heb ik tot op heden niet ontvangen. Ter zake van de afwikkeling van de overeenkomst zal door mij via de Landsadvocaat naar verwachting medio juni 2004 een voorstel aan de gemeente worden gedaan.

Wat er gaat gebeuren met de door Rijkswaterstaat reeds verworven gronden in de Koegorspolder is nog een punt van nadere overweging.

2

Wat zijn de gevolgen voor de aanbesteding en de uitvoering van de grootschalige verwerkingsproef baggerspecie mocht de locatie in de Koegorspolder definitief komen te vervallen? Bent u voornemens de proef dan elders te (laten) realiseren? Zo ja, zal dit dan een combinatie worden van een baggerspeciedepot en een verwerkingsproef?

Er zijn geen directe gevolgen voor de aanbesteding en uitvoering van de grootschalige verwerkingsproef indien het depot in de Koegorspolder niet kan worden gerealiseerd. Bij brief van 3 februari 2003 (26 401, nr. 30) heb ik u geïnformeerd dat marktpartijen in de nieuwe opzet van de verwerkingsproef zelf een geschikte verwerkingslocatie konden kiezen. De aanbesteding van de verwerkingsproef heeft inmiddels in twee fasen plaatsgevonden. In de eerste fase heeft er een prekwalificatie plaatsgevonden waarop elf combinaties hebben ingeschreven. Daarvan zijn er acht geselecteerd voor de tweede stap (definitieve aanbesteding). Uiteindelijk hebben er vijf combinaties uit binnen- en buitenland ingeschreven en is op 6 mei 2004 het voornemen tot gunning bekendgemaakt. De inschrijvers aan wie Rijkswaterstaat voornemens is te gunnen hebben een andere locatie gekozen dan de Koegorspolder. In die zin is er geen sprake van een combinatie van baggerspeciedepot en verwerkingsproef.

3

Kunt u inzicht geven in de huidige capaciteit en in de beoogde toekomstige capaciteit van de (rijks)baggerdepots?

Voor de korte termijn (tot circa 10 jaar) is er op landelijke schaal voldoende capaciteit beschikbaar, uitgaande van het huidige baggertempo. Deze capaciteit is echter regionaal scheef verdeeld. Voor de lange termijn (10–25 jaar) is de capaciteit verre van toereikend.

4

Voorziet u knelpunten in het bergen in depots van baggerspecie die afkomstig is uit de Zeeuwse regio en/of urgente rijksprojecten? Zo ja, welke oplossingen zouden hiervoor getroffen kunnen worden?

Ja. Hoewel voor de rijksprojecten in de Zeeuwse regio geldt dat een deel van de vrijkomende baggerspecie in de aanbodgarantie voor de grootschalige verwerkingsproef zal worden bestemd, zal ik voor het overig deel de vrijkomende baggerspecie moeten afvoeren naar andere (rijks)depots buiten Zeeland. Naar een oplossing voor de vrijkomende baggerspecie van de gemeentes, waterschappen en het havenschap wordt nog gezocht. Aangezien dit primair een regionale aangelegenheid is, heeft de provincie Zeeland daarin het voortouw.

5

Kunt u enkel op grond van uw brief van 2 april 2004 de overeenkomst met Terneuzen als ontbonden beschouwen? Moet u daarvoor niet de gang naar de rechter maken?

Het stond mij vrij om in mijn brief van 2 april 2004 aan de gemeente kenbaar te maken, bij handhaving van haar besluit om zonder verwerkingsproef geen planologische medewerking aan het depot te verlenen, de overeenkomst (buitengerechtelijk) als ontbonden te beschouwen.

Indien de gemeente de ontbinding niet terecht acht en evenmin overeenstemming over een minnelijke regeling kan worden bereikt, dan zal uiteindelijk de rechter het laatste woord hebben over de vraag of ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is en wat de consequenties daarvan zijn.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Voorzitter, van Gent (GL), Timmermans (PvdA), van Bommel (SP), van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), van Lith (CDA), van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), de Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), ten Hoopen (CDA), van Haersma Buma (CDA), Giskes (D66), de Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), van Beek (VVD), van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Buijs (CDA).

Naar boven