nr. 37
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2004
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de voortgangsrapportage over de periode
mei 2002 t/m april 20041. Het Tienjarenscenario
Waterbodems, in gang gezet met de Vierde Nota Waterhuishouding (TK, vergaderjaar
1998–1999, 26 401, nrs. 1, 2 en 10) leidde in maart 2002 tot een
basisdocument Tienjarenscenario Waterbodems alsmede een advies hierover van
het Bestuurlijk Overleg Tienjarenscenario Waterbodems onder leiding van gedeputeerde
drs. L.H.J. Verheijen (Noord-Brabant). Vervolgens heeft het kabinet u op 23 april
2002 de koers voor het vervolg van het Tienjarenscenario Waterbodems toegezonden,
met nadruk op de uitvoering van een pakket maatregelen in de periode 2003–2006
(TK, vergaderjaar 2001–2002, 26 401, nr. 28). In het Algemeen Overleg
op 14 november 2002 (kamerstuk 27 625, nr. 15) heeft u aangegeven
te kunnen instemmen met dit pakket.
De Kabinetsreactie Tienjarenscenario Waterbodems kondigde aan dat periodiek
over de voortgang bij de uitvoering hiervan aan de Tweede Kamer zal worden
gerapporteerd. Deze rapportage geeft mede inzicht in de mate waarin de principes
van het Hoofdlijnenakkoord worden toegepast op de problematiek van de waterbodem,
zoals het beter in overeenstemming brengen van ambities met beschikbare middelen,
gezamenlijke verantwoordelijkheid en vereenvoudiging van regelgeving.
Ik maak van deze voortgangsrapportage gebruik om aan te kondigen dat ik
in de loop van 2004 de uitkomsten van de maatschappelijke kostenbaten analyse
(MKBA) verwacht.
Deze MKBA wordt momenteel uitgevoerd om de besluitvorming over de financiering
van de waterbodemopgave te faciliteren. Voorts zal ik het realiseren van voldoende
bestemmingen voor baggerspecie sterker aansturen op nationaal niveau vanuit
een lange termijn perspectief. Binnen dit perspectief zal tevens worden gewerkt
aan oplossingen voor knelpunten die zich op korte termijn voordoen.
Om dit perspectief te realiseren wordt onder meer ingezet op een bestuurlijke
overeenkomst over de versterking van regionale verantwoordelijkheden voor
het realiseren van bestemmingen. Medio dit jaar zal ik samen met de betrokken
bestuurders bij de waterbodemproblematiek een besluit nemen over de contouren
van deze bestuursovereenkomst.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus