nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID EURLINGS
Ontvangen 15 september
1999
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel R, wordt artikel 15o als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt de zinsnede «geschiedt de uitoefening
van die bevoegdheden in overeenstemming met de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet»
vervangen door: geschiedt de uitoefening van die bevoegdheden overeenkomstig
door het college in overeenstemming met de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit vastgestelde richtlijnen. Van die richtlijnen doet
de directeur-generaal mededeling in de Staatscourant.
B. Het derde lid vervalt.
II
Artikel IV vervalt.
Toelichting
Het amendement strekt ertoe de afstemmingsvoorziening tussen OPTA en NMa,
zoals deze nu in de Telecommunicatiewet is opgenomen, ook te doen gelden voor
de postsector.
Het is van belang de afstemmingsregeling, zoals in de Telecommunicatiewet
tot stand gekomen middels het amendement Leers (kamerstukken II 1997/98, 25 533,
nr. 24), te handhaven. Deze regeling bepaalt dat de OPTA niet voor elk individueel
besluit instemming van de NMa nodig heeft. Dit zowel om onnodige bureaucratie
te voorkomen als om een onafhankelijke besluitvorming te waarborgen. De NMa
is immers geen zelfstandig bestuursorgaan.
Onderdeel II strekt ertoe de afstemmingsvoorziening in artikel 18.3 van de Telecommunicatiewet te laten zoals die nu is; daartoe wordt de
in artikel IV voorgestelde wijziging van de Telecommunicatiewet geschrapt.
Eurlings