26 363
Wijziging van de Postwet en enige andere wetten in verband met richtlijn nr. 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PbEG 1998, L 15), en een aantal wetstechnische wijzigingen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 juni 1999

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt.

A

Artikel I, onderdeel A, onder f, komt te luiden:

f. de akten van de Wereldpostunie: de op 10 juli 1964 te Wenen tot stand gekomen Constitutie van de Wereldpostunie (Trb. 1965, 170) en de daarbij behorende voor Nederland bindende verdragen, reglementen en protocollen (Trb. 1965, 170 en Trb. 1998, 273);

B

Na artikel I, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

AA

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Voorzover nodig en van toepassing, worden bij besluit van Onze Minister de vindplaatsen, genoemd in artikel 1, onder f, gewijzigd. Van dit besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

C

Artikel I, onderdeel C, wordt gewijzigd als volgt.

1. In artikel 2, eerste lid, wordt «het postvervoer, met inbegrip van daarmee samenhangende bij algemene maatregel van bestuur aangewezen postvervoerdiensten» vervangen door «het postvervoer van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen omvang, met inbegrip van bij die maatregel aangewezen postvervoerdiensten» en vervalt «van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen omvang».

2. In artikel 2, tweede lid, aanhef, wordt «de maatregelen, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door: de maatregel, bedoeld in het eerste lid, .

3. In artikel 2, tweede lid, onderdeel b, wordt «lid-staten» vervangen door: lidstaten.

D

In artikel I, onderdeel D, komt artikel 2c, tweede lid, tweede volzin, te luiden: Onder de document-uitwisselingsdienst wordt de dienst verstaan die bestaat uit de terbeschikkingstelling van middelen, met inbegrip van het verschaffen van ad hoc-ruimte en vervoer door derden, voor zelfbestelling door de wederzijdse uitwisseling van brieven tussen gebruikers die zich op deze dienst abonneren.

E

Artikel I, onderdeel G, onder 10, komt te luiden:

10. In het (nieuwe) zevende lid wordt «aan het College verstrekte informatie als bedoeld in het tweede lid onder d» vervangen door: aan Onze Minister onderscheidenlijk het college verstrekte informatie als bedoeld in het tweede lid, onder e,.

F

In artikel VI wordt «Omzetbelasting» vervangen door: omzetbelasting.

Toelichting

A en B

De voorgestelde wijziging in onderdeel A houdt verband met de recente plaatsing van de Nederlandse tekst in het Tractatenblad van een aantal verdragen dat behoort bij de in het wetsvoorstel omschreven akten van de Wereldpostunie (Trb. 1998, 273). De akten van de Wereldpostunie omvatten de op 10 juli 1964 te Wenen tot stand gekomen Constitutie van de Wereldpostunie waarvan de authentieke tekst is geplaatst in Tractatenblad 1965, 170, en de daarbij behorende voor Nederland bindende verdragen, reglementen en protocollen. Als voorbeelden van dergelijke regelingen kunnen worden genoemd het op 14 september 1994 te Seoel tot stand gekomen Algemeen Postverdrag en het Verdrag betreffende de postpakketten. Onderdeel B biedt de mogelijkheid voor de minister om wijzigingen in de vindplaats, bij voorbeeld in verband met toekomstige tekstplaatsingen of vertalingen van verdragen behorende bij de akten van de Wereldpostunie, aan te brengen. Dit houdt verband met de internationale praktijk om de onder auspiciën van de Wereldpostunie tot stand gekomen verdragen vijfjaarlijks te wijzigen en vervolgens opnieuw vast te stellen. Ter ratificatie van deze verdragen, dienen de verdragen telkens de nationale goedkeuringsprocedure, bedoeld in de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, te doorlopen. Na goedkeuring wordt uit hoofde van deze rijkswet de authentieke tekst van de verdragen bekendgemaakt in het Tractatenblad. In deze gevallen, of in gevallen waarin een Nederlandse vertaling van de (gewijzigde) verdragen in het Tractatenblad verschijnt, is het wenselijk dat de eerdere vindplaatsen van de verdragen die in het kader van de Wereldpostunie tot stand komen, dienovereenkomstig worden aangepast. Een daartoe strekkende bevoegdheid voor de minister is opgenomen in onderdeel B. Gelet op de aard van de bevoegdheid – zij is beperkt tot het actualiseren van de vindplaatsen – wordt in dit geval delegatie aan de minister aangewezen geacht.

C

In onderdeel C is een aantal wijzigingen van wetstechnische aard aangebracht. Onder 1 is naar aanleiding van opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA, de RPF en het GPV in het verslag van 15 maart 1999 (kamerstukken II 1998/99, 26 363, nr. 4) van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat de beoogde reikwijdte van de algemene maatregel van bestuur verduidelijkt. Voor een toelichting daarop zij kortheidshalve verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag. Onderdeel C, onder 3, betreft een wetstechnische wijziging en strekt tot aanpassing van de term «lid-staten» aan de aanduiding hiervan, zoals voorgeschreven in aanwijzing 340a van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

D

Naar aanleiding van opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA in het verslag van 15 maart 1999 van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (kamerstukken II 1998/99, 26 363, nr. 4) is de begripsbepaling van de document-uitwisselingsdienst aangepast. Voor een toelichting daarop zij kortheidshalve verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag.

E

Het te vervangen zinsdeel in artikel 5, zevende lid, is niet in overeenstemming met de wetstechnische wijziging van dit artikel die is doorgevoerd bij de Reparatiewet I. Deze wet is met ingang van 17 februari 1999 in werking getreden (koninklijk besluit van 4 februari 1999, Stb. 40). Onderdeel E strekt ertoe het wetsvoorstel aan te passen aan de nu geldende wettekst.

F

In artikel VI van het wetsvoorstel is de citeertitel van de Wet op de omzetbelasting 1968 onjuist weergegeven. Onderdeel F strekt ertoe deze fout te herstellen.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Naar boven