26 356
Regels inzake de reconstructie van de concentratiegebieden (Reconstructiewet concentratiegebieden)

nr. 31
MOTIE VAN HET LID STELLINGWERF

Voorgesteld 14 december 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

– in de concentratiegebieden van de intensieve veehouderij sprake is van een grote milieu- en ruimtelijke druk;

– dankzij de «beëindigingsregeling veehouderij» forse milieuwinst wordt geboekt;

– ten gevolge van deze bedrijfsbeëindiging veel agrarische opstallen leeg komen te staan;

– sloop van deze bedrijfsbebouwing slechts voor een beperkt deel financieel wordt gedekt door de huidige sloopregeling;

– daardoor veel van deze opstallen leeg blijven staan of dat daarin activiteiten plaatsvinden die geen of weinig relatie hebben met de groene functies van het buitengebied;

– de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied daardoor ernstig wordt bedreigd;

spreekt als haar mening uit dat de in het kader van de «beëindigingsregeling veehouderij» leegkomende agrarische bedrijfsbebouwing waarvoor geen nieuwe agrarische functies worden voorzien, in principe dienen te worden gesloopt;

verzoekt de regering:

– te inventariseren in hoeverre agrariërs die deel hebben genomen aan de bedrijfsbeëindigingsregeling, de daardoor vrijkomende opstallen leeg laten staan en waarom ze daarvoor kiezen;

– de sloopregeling c.q. de «ruimte voor ruimteregeling» zodanig aan te passen dat zowel leegstaande opstallen uit de eerste tranche als leegkomende opstallen uit de tweede tranche van de beëindigingsregeling zoveel mogelijk zullen worden gesloopt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Stellingwerf

Naar boven