26 356
Regels inzake de reconstructie van de concentratiegebieden (Reconstructiewet concentratiegebieden)

nr. 30
MOTIE VAN DE LEDEN OPLAAT EN TH. A. M. MEIJER

Voorgesteld 14 december 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering bij brief van 7 september 2000 (26 356, nr. 8) heeft toegezegd het ammoniakbeleid vorm te geven op basis van emissiebeleid;

overwegende, dat in het nieuwe wetsvoorstel ammoniak en veehouderij een regeling wordt getroffen ter voorkoming van ongewenste anticipatie, die met ingang van 8 december 2000 nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen tegengaat in kwetsbare bos- en natuurgebieden met een vaste zone van 500 meter daaromheen;

van mening, dat provincies, gemeenten en reconstructiecommissies daardoor te veel worden beperkt bij het opstellen van hun reconstructieplannen;

voorts van mening, dat ammoniakuitstoot op zich onvoldoende grond vormt voor verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven zonder volledige financiële compensatie;

verzoekt de regering:

– het nieuwe wetsvoorstel ammoniak en veehouderij zodanig te wijzigen dat het aanvullende beleid alleen zal gaan gelden voor de zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden en een zone van ten hoogste 250 meter daaromheen;

– in het genoemde wetsvoorstel de provincies de bevoegdheid te geven om deze zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden aan te wijzen;

– kenbaar te maken dat de werking van de regeling ter voorkoming van ongewenste anticipatie zich beperkt tot de zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden en een zone van 250 meter daaromheen;

– voor deze zone van 250 meter een dierstandstill op bedrijfsniveau in te stellen onder de voorwaarde dat de hierbij behorende flankerende maatregelen en voldoende middelen beschikbaar worden gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Oplaat

Th. A. M. Meijer

Naar boven