Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26336 nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26336 nr. 7 |
Ontvangen 29 maart 1999
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
Het opschrift komt te luiden als volgt:
Wijziging van de Wet luchtvaart (luchtvaartuigen en vluchtuitvoering)
Artikel I wordt als volgt gewijzigd.
De zinsnede «De Wet Luchtverkeer wordt gewijzigd als volgt.» komt te luiden: De Wet luchtvaart wordt gewijzigd als volgt.
Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel 1 wordt, onder verlettering van de letters r en s tot s en t, een nieuw onderdeel r ingevoegd, dat komt te luiden:
r. STD: een trainingsinstrument zijnde een vluchtnabootser, een vliegtrainingsinstrument, een trainer voor vlieg- en navigatieprocedures of een ander trainingsinstrument (Synthetic Training Device);
Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel 3 wordt het zesde lid als volgt gewijzigd.
a. Onder verlettering van de onderdelen d tot en met g in respectievelijk e, f, g en h wordt een nieuw onderdeel d ingevoegd, dat komt te luiden:
d. de te houden examens;
b. Het nieuwe onderdeel e komt te luiden:
e. aan STD's te stellen eisen voor kwalificatie;
2°. Onderdeel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. Onder verlettering van onderdeel e van het derde lid tot onderdeel f wordt een nieuw onderdeel e ingevoegd, dat komt te luiden:
e. de aanwijzing van instellingen die in het kader van een autorisatie als bedoeld in onderdeel d een certificaat kunnen afgeven;
b. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Onze Minister autoriseert geneeskundigen of geneeskundige instanties die met het verrichten van medische keuringen worden belast.
3°. Onderdeel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. Onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel e wordt een nieuw onderdeel d ingevoegd, dat komt te luiden:
d. Aan het vierde lid wordt, onder wijziging van de punt in een punt komma, een nieuw onderdeel c toegevoegd, dat komt te luiden:
c. de wijze waarop de houder van een autorisatie als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel d, opnieuw kan doen blijken aan de bij of krachtens dat onderdeel bedoelde eisen te voldoen.
b. Onderdeel e komt te luiden:
e. Onder vernummering van het vijfde lid tot negende lid worden een nieuw vijfde, zesde, zevende en achtste lid ingevoegd, die komen te luiden:
5. Onze Minister kan een autorisatie als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel d, schorsen, wanneer een ernstig vermoeden rijst, dat de houder van de autorisatie niet langer voldoet aan de bij of krachtens dat onderdeel gestelde eisen.
6. Het eerste tot en met vierde lid is van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in artikel 2.3, vijfde lid, onderdeel d.
7. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel d.
8. Schorsing van het bewijs van bevoegdheid betekent schorsing van op het document weergegeven bevoegdverklaringen voor de duur van die schorsing.
4°. Onderdeel 6, onderdeel e, wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden een nieuw derde en vierde lid ingevoegd, die komen te luiden:
3. Het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in artikel 2.3, vijfde lid, onderdeel d.
4. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, onderdeel d.
5°. Onder vernummering van onderdeel 7 in onderdeel 8 wordt een nieuw onderdeel 7 ingevoegd, dat komt te luiden:
7. In artikel 2.8 wordt «artikel 2.3, zesde lid, onderdeel e» vervangen door: artikel 2.3, zesde lid, onderdeel c.
Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:
1°. Artikel 3.1 komt te luiden als volgt:
1. Het is verboden een luchtvaartuig te gebruiken, dat niet is voorzien van een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk en een geldig bewijs van inschrijving.
2. Het is verboden:
a. op een luchtvaartuig een ander dan het in het eerste lid bedoelde kenmerk aan te brengen, of
b. een luchtvaartuig te gebruiken dan wel te doen of te laten gebruiken, dat is voorzien van een ander dan het in het eerste lid bedoelde kenmerk, met het oogmerk het te doen voorkomen, dat het luchtvaartuig is voorzien van een geldig kenmerk.
2°. In artikel 3.3, tweede lid, komen de woorden «van de houder op zijn naam» te vervallen.
3°. Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid, onder b, komt te luiden als volgt:
b. de feiten die ten grondslag liggen aan de gegevens, tijdens de duur van de inschrijving wijziging hebben ondergaan.
4°. In artikel 3.25, derde lid, wordt na het woord «natuurlijke» het woord «persoon» ingevoegd.
Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.3, derde lid, onder c, komt te luiden:
c. indien ter verkrijging van de AOC onjuiste gegevens zijn verstrekt, of
Onderdeel G, onder 1, komt te luiden:
1. In artikel 11.2 wordt:
a. in het eerste lid de punt achter «het bewijs van luchtwaardigheid» vervangen door een puntkomma, en toegevoegd:
d. het bewijs van inschrijving,
e. het bewijs van luchtwaardigheid,
f. het AOC.;
b. in het vierde lid «afdeling 5.1» vervangen door: afdeling 5.2.
Na onderdeel G wordt een nieuw onderdeel H ingevoegd, dat komt te luiden:
Artikel 12.8 komt te luiden:
Deze wet wordt aangehaald als: Wet luchtvaart.
In artikel II, artikel III, onder A, artikel IV, eerste lid, en artikel V, eerste lid, wordt «Wet Luchtverkeer» telkens vervangen door: Wet luchtvaart.
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
1°. In het eerste lid worden de woorden «onderdeel B», vervangen door: onderdeel C.
2°. Onder vernummering van het tweede lid tot het negende lid, worden een nieuw tweede tot en met achtste lid ingevoegd, luidende:
2. Ontheffingen, verleend op grond van artikel 4, tweede lid, onder b, van de Luchtvaartwet, behouden gedurende een termijn van drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet hun geldigheid.
3. Indien de houder van een ontheffing als bedoeld in het tweede lid, gedurende de in dat lid genoemde termijn een aanvraag heeft ingediend voor een van de in het eerste lid genoemde documenten of voor een ontheffing op grond van de Wet luchtvaart, behoudt de ontheffing ook na de in dat lid genoemde termijn zijn geldigheid tot het tijdstip, waarop op de aanvraag onherroepelijk is beslist.
4. Voor de behandeling van de aanvraag, bedoeld in het derde lid, is de aanvrager geen vergoeding verschuldigd.
5. De behandeling van aanvragen voor type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid en erkenningen als bedoeld in het eerste lid, alsmede ontheffingen als bedoeld in het tweede lid, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn ingediend, geschiedt overeenkomstig de bepalingen krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
6. De procedure van schorsing of intrekking, dan wel tot beëindiging van de schorsing van type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid en erkenningen als bedoeld in het eerste lid, of tot intrekking van ontheffingen als bedoeld in het tweede lid, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is aangevangen, wordt afgehandeld overeenkomstig de bepalingen krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
7. Bezwaren en beroepen terzake van type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid en erkenningen als bedoeld in het eerste lid, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in behandeling zijn, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van en krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
8. Op grond dit artikel verleende type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid, erkenningen en ontheffingen worden aangemerkt als afgegeven op grond van de Wet luchtvaart, zoals deze komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet.
Artikel V wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden de woorden «onderdeel C» vervangen door: onderdeel D.
2. In het derde lid wordt «of een ontheffing op grond van deze wet» vervangen door: of een ontheffing op grond van de Wet luchtvaart.
Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:
De woorden «onderdeel C» worden vervangen door: onderdeel D.
Onder vernummering van de artikelen VIII en IX tot X en XI worden twee nieuwe artikelen VIII en IX ingevoegd, die komen te luiden:
1. In de wet van 26 maart 1997 tot wijziging van de Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding van drank- en drugsgebruik) wordt in artikel V, tweede en derde lid, en artikel VI, vierde lid, «Wet Luchtverkeer» telkens vervangen door: Wet luchtvaart.
2. In lijst A en lijst B van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden wordt «van de Wet Luchtverkeer» telkens vervangen door: van de Wet luchtvaart.
De volgende op de Wet Luchtverkeer gebaseerde besluiten en regelingen worden aangemerkt als te zijn gebaseerd op de daarna genoemde artikelen van de Wet luchtvaart:
a. Luchtverkeersreglement: artikel 5.5, 5.11 en 5.12;
b. Regeling vaststelling verboden gebied luchtvaart bij de opening van de Staten-Generaal (Stcrt. 1993/77): artikel 5.10, eerste lid, onder a;
c. Regeling uitoefening burgerluchtvaart boven Soestdijk, Drakensteijn, Huis ten Bosch, Noordeinde en Noordeinde 66 (Stcrt. 1995, 99): artikel 5.10, eerste lid, onder a;
d. Besluit vergoedingen luchtverkeersbeveiliging (Stb. 1992, 698): artikel 5.20, vierde en vijfde lid, en artikel 5.21, vierde lid;
e. Besluit houdende enige voorzieningen met betrekking tot onbemande luchtvaartuigen (Stb. 1998, 674): artikel 5.5;
f. Besluit alcoholonderzoek in de luchtvaart: artikel 11.6, tiende lid;
g. Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden en aanwijzing bijzondere luchtverkeersgebieden (Stcrt. 1997, 185): artikel 5.10, tweede lid;
h. Aanwijzingsbesluit gebieden voor luchtverkeersdienstverlening door buitenlandse instanties (Stcrt. 1995, 76): artikel 5.14, eerste lid, onder b, en tweede lid;
i. Besluit aanwijzing gebied waar luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door London Air Traffic Control Centre (Stcrt. 1994, 81): artikel 5.14, eerste lid, onder b;
j. Besluit aanwijzing delen vluchtinformatiegebied Amsterdam waar luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door Area Control Centre Copenhagen (Stcrt. 1998, 249): artikel 5.14, eerste lid, onder b;
k. Besluit belasten LVB-organisatie met luchtverkeersdienstverlening (Stcrt. 1995, 193): artikel 5.14, tweede lid;
l. Besluit vergoeding plaatselijke en naderingsluchtverkeersleiding en vergoeding in GENOFIC-gebied 1998 (Stcrt.1997, 249): artikel 5.21, vijfde lid;
m. Besluit vergoedingen naderings- en plaatselijke luchtverkeersleiding (Stcrt. 1998, 244): artikel 5.21, vijfde lid;
n. Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee: artikel 5.10, derde lid.
In de nota van wijziging is een aantal wijzigingen doorgevoerd die met name verbeteringen en aanvullingen inhouden van de wetstekst.
Onderdeel A en B, onder 1 en Artikel II, onderdeel A
Er is voor gekozen om de naam van de wet, Wet Luchtverkeer, te wijzigen in de «Wet luchtvaart». Destijds is ervoor gekozen om de Wet Luchtverkeer te gebruiken als aanbouwwetgeving. Deze wet bevatte oorspronkelijk bepalingen inzake het luchtverkeer, de luchtverkeersdienstverlening en de Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie. Deze bepalingen waren van redelijk recente datum en hoefden niet te worden herzien, zodat hierbij op eenvoudige wijze kon worden aangesloten. Elke tranche waarmee vervolgens regels over een bepaald onderwerp aan deze wet worden toegevoegd, betreft onderwerpen uit de Luchtvaartwet als gevolg waarvan de term «Wet Luchtverkeer» te beperkt is geworden. De onderhavige nota van wijziging lijkt een goed moment om de naam van de wet te veranderen. In eerste instantie om te voorkomen dat aan het einde van het gehele herzieningstraject ineens een grote wijziging moet worden doorgevoerd. Door op dit moment deze wijziging door te voeren wordt bovendien werk bespaard en kunnen betrokkenen al vast aan de nieuwe naam wennen.
Aan artikel 1.1, eerste lid, is onder r de definitie van STD toegevoegd. Hierover merken we het volgende op. In JAR-STD (Joint Aviation Requirements – Synthetic Training Devices) worden regels gegeven ten aanzien van de kwalificatie van Synthetic Training Devices (STD's). JAR-STD 1A betreft regels voor Flight Simulators (vluchtnabootsers). Het begrip «vluchtnabootser» was in eerste instantie gekozen als overkoepelend begrip in de Wet Luchtverkeer. Met ingang van 1 juli 1999 wordt JAR-STD 3a, betreffende Flight & Navigation Procedures Trainers (trainers voor vlieg- en navigatieprocedures) geïmplementeerd. Deze apparaten vallen onder het begrip «STD», maar niet onder het begrip «vluchtnabootser». Derhalve is voor een ander overkoepelend begrip gekozen, waarbinnen alle JAR-STD-apparaten vallen. STD is het begrip dat in overeenstemming met JAR-STD wordt gebruikt als verzamelbegrip voor onder meer vluchtnabootsers en trainers voor vlieg- en navigatieprocedures. Hiermee wordt, vooruitlopend op de implementatie van JAR-STD 3A en eventuele volgende JAR-STD's, voorkomen dat verwarring ontstaat omtrent de categorie apparaten die wordt bedoeld met «vluchtnabootsers». Het begrip «vluchtnabootsers» wordt uitsluitend gebruikt voor de apparaten bedoeld in JAR-STD 1A.
Als gevolg van dit andere overkoepelende begrip wordt in artikel 2.3, zesde lid, onderdeel e, het woord «vluchtnabootser» vervangen door STD.
In 2° onder a. is een delegatiegrondslag opgenomen voor het aanwijzen van instellingen die een certificaat kunnen afgeven. Het gaat er hier om dat alleen door de Raad van Accreditatie erkende instellingen kunnen worden aangewezen.
In het wetsontwerp is verder in artikel 2.4, vijfde lid, ten onrechte verschil gesuggereerd tussen het aanwijzen enerzijds en het autoriseren anderzijds van geneeskundigen of geneeskundige instanties.
Bedoeld is echter dezelfde rechtshandeling die aan betrokkenen de bevoegdheid geeft tot het verrichten van medische keuringen. In de nota van wijziging is deze suggestie weggenomen en wordt nog uitsluitend gesproken van het autoriseren van geneeskundigen of geneeskundige instanties.
In het wetsontwerp was nog niet voorzien in de mogelijkheid tot schorsen en intrekken van een autorisatie van geneeskundigen of geneeskundige instanties. De onderhavige wijzigingen voorzien hierin.
In artikel 2.4, zevende lid, is bepaald dat de medische verklaring ongeldig is indien de gezondheidstoestand van de houder zodanig is dat deze niet meer in staat is de werkzaamheden te verrichten waarvoor hem een bewijs van bevoegdheid is verleend. Deze situatie doet zich onder meer voor, indien:
a. de houder, al dan niet op voorschrift, medicijnen heeft gebruikt met mogelijke bijwerkingen die onverenigbaar zijn met het besturen van een vliegtuig;
b. de houder plaatselijk of gedeeltelijk is verdoofd. In dat geval mag ten minste 12 uur geen vliegtuig worden bestuurd;
c. de houder volledig onder narcose is geweest of een narcose via een ruggenprik heeft gehad. In dat geval mag ten minste 48 uur geen vliegtuig worden bestuurd.
Artikel 3.1 is verduidelijkt in die zin dat in het eerste lid voortaan wordt gesproken over een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk. Er is sprake van een geldig nationaliteits- en inschrijvingskenmerk indien het gaat om een door de Minister van Verkeer en Waterstaat respectievelijk de Minister van Defensie vastgesteld nationaliteitskenmerk en een voor een bepaald luchtvaartuig vastgesteld inschrijvingskenmerk zoals bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder a. De Leden 2 en 3 van artikel 3.1 zijn aangepast aan dit nieuwe element in het eerste lid. Op deze manier is het helder dat enkel een geldig kenmerk op een luchtvaartuig mag worden aangebracht en dat het verboden is andere kenmerken aan te brengen dan wel een luchtvaartuig voorzien van een ander kenmerk te gebruiken, met de bedoeling het te doen voorkomen dat het luchtvaartuig van een geldig kenmerk is voorzien.
Artikel 3.4, tweede lid, onder b, is eveneens verbeterd. Het gaat hier om een ambtshalve wijziging van een inschrijving door de Minister van Verkeer en Waterstaat indien de feiten die ten grondslag liggen aan de gegevens, tijdens de duur van de inschrijving wijziging hebben ondergaan. De gegevens wijzigen uiteraard niet uit zichzelf.
De wijziging van artikel 4.3, derde lid, onder c, houdt in dat het woord «onvolledig» is vervallen. Dit is in lijn met de overige gelijksoortige bepalingen in het wetsvoorstel. Dit wil overigens niet zeggen dat een AOC niet kan worden ingetrokken indien ter verkrijging daarvan onvolledige gegevens zijn verstrekt. Het woord «onjuist» dient naar onze mening zodanig te worden gelezen dat onder het verstrekken van onjuiste gegevens ook het verstrekken van onvolledige gegevens valt.
Aan artikel 11.2, inzake bevoegdheden van toezichthoudende ambtenaren waren twee onderdelen toegevoegd, verband houdende met hoofdstuk 3. Meer concreet betekent dit dat toezichthoudende ambtenaren na de inwerkingtreding van deze wet inzage kunnen vorderen van een bewijs van inschrijving en van een bewijs van luchtwaardigheid. Per abuis is niet geregeld dat in verband met hoofdstuk 4 deze ambtenaren ook inzage moeten kunnen vorderen van het AOC. Deze omissie wordt hiermee goedgemaakt.
Artikel IV bevat 2 overgangsbepalingen met betrekking tot hoofdstuk 3 van deze wet. Gebleken is dat dit niet voldoende is om overgangssituaties afdoende te regelen. Vandaar dat er zeven nieuwe leden aan het artikel zijn toegevoegd. In eerste instantie blijven verleende ontheffingen van kracht tot een maximumperiode van drie maanden na inwerkingtreding van de wet. Verder zullen de lopende aanvragen voor type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid, erkenningen en ontheffingen worden behandeld volgens de Luchtvaartwet. Hetzelfde geldt voor procedures van schorsing of intrekking, dan wel tot beëindiging daarvan, alsmede bezwaren en beroepen. De aldus volgens de Luchtvaartwet verleende type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid, erkenningen en ontheffingen zullen worden aangemerkt als afgegeven op grond van de Wet luchtvaart, zoals deze komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26336-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.