26 336
Wijziging van de Wet Luchtverkeer (luchtvaartuigen en vluchtuitvoering)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 9 februari 1999

De vaste commissies voor Verkeer en Waterstaat1, Defensie2 en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties3, belast met het voorbereidend onderzoek naar dit voorstel van wet, hebben de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, achten de commissies het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel tot wijziging van de Wet Luchtverkeer. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de herziening van de Wet Luchtverkeer wenselijk is, zij hebben echter nog een aantal vragen.

Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie of de transparantie van de regelgeving voor de gebruikers voldoende gewaarborgd is, aangezien telkens nieuwe stukken regelgeving aan de Wet Luchtverkeer worden toegevoegd. Kan de regering dit nader toelichten?

Met het oog op het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 1997 (NJ 1998/70) zullen volgens de memorie van toelichting voorzieningen worden getroffen in het kader van de strafrechtelijke handhaving van een aantal niet-Nederlandse normen. De leden van de VVD-fractie vragen wat voor voorzieningen getroffen zullen worden. Tevens vernemen zij graag of met spoed de vertalingen van de overige JAR's gerealiseerd worden, zodat de extra voorzieningen niet meer nodig zijn Immers, van een strafrechtelijke handhaving van normen kan alleen sprake zijn als deze regels vertaald zijn in het Nederlands.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de verduidelijking van de aansprakelijkheid noodzakelijk is. Tevens stemmen zij in met de mogelijkheid van erkenning van type-certificaten en van luchtwaardigheid, die door autoriteiten van een ander land met minimaal dezelfde eisen als in Nederland gelden, is afgegeven. Dit is een vereenvoudiging van de regelgeving.

In de memorie van toelichting is te lezen dat een van de doelstellingen van het herzieningsproject is om te komen tot een meer evenwichtige verdeling van de te regelen materie over wet, AMvB en ministeriële regeling. De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er werkelijk sprake is van deregulering als verschillende maatregelen in zowel de wet, AMvB's en ministeriële regelingen geregeld worden. Kan de regering nader toelichten bij welke onderdelen sprake is van de deregulering en wat de reden is om een aantal bepalingen nu specifiek in de wet te regelen?

De leden van de SP-fractie zijn voorstander van een betere regeling van verantwoordelijkheden en scheiding van verantwoordelijkheden bij alle activiteiten die te maken hebben met de veiligheid van de luchtvaart. Ieder risico van belangenverstrengeling moet volgens deze leden vermeden worden. Zij menen dat er in de wet garanties moeten worden ingebouwd dat het principe van gelijke monnikken, gelijke kappen geldt voor alle toestellen en bemanningen van alle maatschappijen en van alle nationaliteiten.

De leden van de SP-fractie hebben enige vragen over de voorgestelde wijziging. Voor luchtverkeersleiders geldt niet dat zij onderricht moeten worden aan een gekwalificeerde of geregistreerde opleiding omdat dat niet als eis in het Verdrag van Chicago is gesteld. Waarom wordt er niet naar gestreefd om (in internationaal verband) te komen tot kwalificaties die voor alle luchtverkeersleiders moeten gelden?

De leden van de SP-fractie vragen in hoeverre de regering verwacht dat onder «Nederlandse vlag» vliegende vliegtuigen uitgevlagd worden door eisen die in de nieuwe Wet/AMvB gesteld worden? Kan die mogelijkheid van uitvlaggen wettelijk voorkomen worden?

De leden van de SP-fractie vragen of het na deze wetswijziging mogelijk is om ook buitenlandse vliegtuigen die Nederlandse luchthavens aandoen te controleren op luchtvaardigheid?

Zo niet, is de regering bereid een artikel in de wet op te nemen waarin dit geregeld wordt, zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie vragen of het mogelijk is om te controleren op verkeerde belading (te zwaar, verdeling van het gewicht, gevaarlijke lading etc.)? Zo niet, op welke termijn wordt dit geregeld?

Deze leden vragen naar de achterliggende gedachte van het verlengen van het luchtwaardigheidsbewijs voor de burgerluchtvaartuigen. In hoeverre zal daardoor het plegen van regelmatig onderhoud te verminderen?

Artikelsgewijs verslag

Artikel I,A,1

De leden van de VVD-fractie stemmen in met de verruiming van de definitie van luchtvaartuig. Uit de memorie van toelichting wordt echter niet geheel duidelijk, wat de gevolgen van deze verruiming zijn. Valt een «deltavlieger» nu bijvoorbeeld ook onder deze wet? Is het nu waar dat de uitzonderingspositie van UVL's nu komt te vervallen? Kan de regering dit nader toelichten?

Artikel 3.4

De regering is van mening dat een naadloze overschrijving van een buitenlands register naar het Nederlandse register de verantwoordelijkheid en het belang van de houder is. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat een naadloze overschrijving naar het Nederlands register wel mogelijk moet zijn. Kan de regering aangeven wat de belemmeringen zijn bij een overschrijving en kan de regering een nadere toelichting geven in hoeverre de naadloze overschrijving in de praktijk gewaarborgd gaat worden?

Artikel 3.15

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of verruiming van het termijn van geldigheid van een bewijs van luchtwaardigheid voor burgerluchtvaartuigen nadelige gevolgen voor de veiligheid kan hebben. Kan de regering een nadere toelichting geven?

Artikel I,G,2

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of het argument van «post-toelating» wel van toepassing is. Volgens deze wijziging van wet is het immers noodzakelijk «erkend» te zijn om als bedrijf te kunnen opereren. Kan de regering aangeven in hoeverre dit in overeenstemming is met het voordeel dat een bedrijf heeft als het «erkend» is?

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Blaauw

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,

Valk

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnelandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Cloe

De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Floor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GL), Van Gijzel (PvdA), Valk (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Van Heemst (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GL), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th.A.M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GL), De Boer (PvdA), Waalkens (PvdA), Atsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (GPV), Bos (PvdA), Spoelman (PvdA), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), M.B. Vos (GL), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA) en Dijksma (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Van den Berg (SGP), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), voorzitter, Hessing (VVD), ondervoorzitter, Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Stellingwerf (RPF), Essers (VVD), Verhagen (CDA), M.B. Vos (GL), Van 't Riet (D66), Van den Doel (VVD), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GL), Niederer (VVD), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Oplaat (VVD), Albayrak (PvdA), Balemans (VVD) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Dittrich (D66), Swildens-Rozendaal (PvdA), Arib (PvdA), Leers (CDA), Van Oven (PvdA), Weisglas (VVD), Eurlings (CDA), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (GPV), Passtoors (VVD), Van der Hoeven (CDA), Vendrik (GL), Lambrechts (D66), Blaauw (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Van Dok-Van Weele (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GL), E. Meijer (VVD), Dijksma (PvdA), Marijnissen (SP), Voorhoeve (VVD), Van Gijzel (PvdA), Wilders (VVD) en Apostolou (PvdA).

XNoot
3

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GL), Dankers (CDA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Rehwinkel (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wagenaar (PvdA), De Boer (PvdA), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GL), Kant (SP) en Balemans (VVD).

Plv. leden: Van den Doel (VVD), Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GL), Wijn (CDA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Nicolaï (VVD), Van Oven (PvdA), Brood (VVD), Apostolou (PvdA), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Eurlings (CDA), Van Gent (GL), Poppe (SP) en Essers (VVD).

Naar boven