nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR GROTE STEDEN- EN INTEGRATIEBELEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 1999
Op 6 oktober jl. heb ik u samen met collega De Vries van SZW tijdens het
Algemeen Overleg over het arbeidsmarktbeleid voor etnische minderheden (26 333,
nr. 10) toegezegd om in februari/maart 2000 te zullen komen met een notitie.
Deze notitie zal gaan over de effectiviteit van het huidige arbeidsmarktinstrumentarium,
de mogelijkheden tot verbetering daarvan en nieuwe impulsen om de knelpunten
aan te pakken. Dit naar aanleiding van een vraag van Mevrouw Noorman-den Uyl
om een plan van aanpak.
Inmiddels zijn we gestart met de voorbereidingen voor het concipiëren
van deze notitie. Ik merk daarbij op dat de conclusies en aanbevelingen uit
een drietal documenten van cruciaal belang zijn. Het betreft:
– het Slotdocument van de Taskforce Minderheden en Arbeidsmarkt
(wordt U begin februari 2000 aangeboden)
– de evaluatie van de Wet SAMEN (planning is ook februari 2000)
– het SER-advies over de vraag hoe het huidige arbeidsmarktinstrumentarium
voor minderheden verder versterkt kan worden en op welke terreinen aanvullende
instrumenten nodig zijn.
De aanvraag voor dit SER-advies zou oorspronkelijk in februari 2000 worden
verzonden.
Inmiddels hebben collega De Vries en ik besloten om de SER-adviesaanvraag
te versnellen zodat een advies nog in het voorjaar verwacht kan worden. Bij
het advies zullen ook het slotdocument van de Taskforce en de uitkomsten van
de evaluatie van de Wet SAMEN betrokken worden.
Tegen deze achtergrond deel ik u mede namens collega De Vries mee dat
de toegezegde notitie u wat later dan oorspronkelijk gepland in het voorjaar
zal bereiken. Wij hechten er zeer aan dat de aanbevelingen van de
SER op het terrein van het arbeidsmarktinstrumentarium voor etnische minderheden
worden meegenomen in de u toegezegde notitie.
Mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
R. H. L. M. van Boxtel