nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2001
Tijdens het Algemeen Overleg over het kabinetsstandpunt De gemeente meer dan lokaal bestuur op woensdag 21 februari
jl. is onder andere gesproken over het voorstel tot samenvoeging van de gemeenten
Echt en Susteren. Ik heb toegezegd uw Kamer over de stand van zaken rond dit
herindelingsdossier in te lichten.
Bij de Tweede-Kamerbehandeling van het wetsvoorstel tot samenvoeging van
de gemeenten Sittard en Geleen (13 juni 2000) is er door de leden Hoekema,
De Cloe en Balemans een motie ingediend (26 968, nr. 7) waarin de
provincie werd opgeroepen om, in het licht van de plannen tot samengaan van
de gemeenten Echt en Susteren, de bestuurlijke toekomst van de kern Nieuwstadt
in relatie tot Sittard/Geleen in beeld te brengen. In het goedkeuringsbesluit
van de ontwerp-regeling Echt/Susteren die ik eind september 2000 van de provincie
ontving, heb ik echter moeten constateren dat een expliciete afweging over
de positie van Nieuwstadt ontbrak.
Om aan het uitgesproken verzoek van een meerderheid van de Kamer gehoor
te geven beraad ik mij op dit voorstel. In dit kader vraag ik de betrokken
gemeenten en de provincie naar hun opvattingen over de bestuurlijke toekomst
van de kern Nieuwstadt. Zo heb ik bij brief van 13 november jl. de provincie
gevraagd om nader in te gaan op de positie van de kern Nieuwstadt. Ook heb
ik het gemeentebestuur van Sittard/Geleen schriftelijk verzocht om zijn opvattingen
over de fusie van Echt en Susteren, alsmede de positie van Nieuwstadt daarin,
aan mij kenbaar te maken. Tevens heeft er op 22 februari jl. een overleg
plaatsgevonden met de gemeenten Echt en Susteren, waarin zij hun opvattingen
uiteen hebben gezet.
De aanvullende informatie die ik momenteel verzamel acht ik noodzakelijk
om, conform de inhoud van de genoemde motie, de bestuurlijke toekomst van
de kern Nieuwstadt in relatie tot Sittard/Geleen in beeld te brengen. Ik wijs
u in dit verband op het feit dat een mogelijke toevoeging van Nieuwstadt
aan Sittard/Geleen er mogelijk toe zou kunnen leiden dat deze gemeente meer
dan 100 000 inwoners krijgt. Ingevolge artikel 52, tweede lid, onderdeel
c van de Wet arhi zullen er in een dergelijk geval raadsverkiezingen moeten
worden gehouden.
Naast een zorgvuldige afweging over de positie van de kern Nieuwstadt
dient voor de nieuwe gemeente Echt/Susteren ook een keus te worden gemaakt
ten aanzien van de regio-indeling inzake politie, brandweer en arrondissementen.
Op dit moment behoort de gemeente Susteren tot de politieregio Limburg-Zuid
en het arrondissement Maastricht. De gemeente Echt maakt daarentegen onderdeel
uit van de politieregio Midden-Limburg en het arrondissement Roermond.
De herindelingsplannen van Echt en Susteren hebben al met al mijn volle
aandacht. Wanneer ik beschik over alle relevante gegevens zal ik zo spoedig
mogelijk een herindelingsvoorstel aan het kabinet voorleggen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries