nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 1 november 1999
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A, artikel 44a, eerste lid, tweede volzin, wordt na «een
belangrijke bijdrage is» ingevoegd: of kan worden.
2. In onderdeel A, artikel 44a, wordt een derde lid toegevoegd dat luidt:
3. Bij toepassing van het tweede lid, onder b, blijft artikel 14a, eerste
en tweede lid, buiten toepassing.
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel A wordt een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:
Aa
In artikel 226a, tweede lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd: Aan
de getuige die nog geen rechtsbijstand heeft, wordt een advocaat toegevoegd.
De toevoeging geschiedt op last van de rechter-commissaris door het bureau
rechtsbijstandvoorziening.
2. In onderdeel B, artikel 226h, derde lid, wordt na de tweede volzin
ingevoegd: Hij geeft tevens een oordeel over de betrouwbaarheid van de getuige.
3. In onderdeel B, artikel 226i, tweede lid, wordt na «veertien
dagen» ingevoegd: na dagtekening van de beschikking.
Toelichting
De wijzigingen die worden voorgesteld in de artikelen 44a van het Wetboek
van Strafrecht en 226h en 226i van het Wetboek van Strafvordering, zijn toegelicht
in de nota naar aanleiding van het verslag en ingegeven door daartoe strekkende
vragen en opmerkingen uit het verslag.
Met de wijziging die wordt voorgesteld in artikel 226a, beoog ik de regeling
voor de bedreigde getuige en die van de criminele getuige in het opzicht van
de mogelijkheid van rechtsbijstand aan elkaar gelijk te maken. Ook voor de
bedreigde getuige is het van belang dat hij bij het begin van de procedure
over de erkenning van zijn positie als bedreigde getuige over rechtsbijstand
beschikt. Gelet op de zeer geringe aantallen personen die voor een dergelijke
toevoeging in aanmerking kunnen komen, kunnen de kosten die uit deze nieuwe
bepalingen voortvloeien thans binnen mijn begroting worden opgebracht.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals