26 294
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken)

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 1999

Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag inzake het bovenvermelde wetsvoorstel en een nota van wijziging aan (26 294, nrs. 6 en 7).

De Tijdelijke commissie evaluatie opsporingsmethoden (de Commissie Kalsbeek) heeft in haar aanbevelingen aangedrongen op een beschouwing ter verheldering van de problemen die thans in de praktijk bij het maken van afspraken worden ondervonden:

– definitie van de afspraak in het algemeen (afspraak met een verdachte of veroordeelde);

– het moment waarop van een afspraak kan worden gesproken;

– de inhoud van de tegenprestatie van het openbaar ministerie;

– de gevallen waarin een afspraak wordt gemaakt;

– de vorm waarin de afspraak moet worden gegoten.

Ik heb in mijn reactie hierop toegezegd dat ik de gedachtewisseling over deze onderwerpen graag voortzet bij gelegenheid van de aanbieding van dit verslag. Alle genoemde onderwerpen worden hierin door de leden van de fracties aan de orde gesteld, waarbij mij de gelegenheid is geboden hierop in te gaan.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven