26 294
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken)

nr. 31
MOTIE VAN HET LID ROUVOET C.S.

Voorgesteld 11 april 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van oordeel, dat het van belang is dat de Kamer wordt geïnformeerd over de toepassing van de onderhavige regeling inzake toezeggingen aan getuigen in strafzaken;

tevens van oordeel, dat het van belang is dat de Kamer zoveel als mogelijk ook inzicht verkrijgt in de kwalitatieve aspecten van de toepassing van deze regeling, zoals wie het initiatief heeft genomen tot het maken van een afspraak, het type delicten in zowel de zaak tegen de getuige als die tegen de verdachte, en de mate waarin sprake is van een effectief gebruik in het kader van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit;

verzoekt de regering de Kamer jaarlijks kwantitatief en zoveel als mogelijk ook kwalitatief te informeren over in elk geval de volgende aspecten:

– tot stand gekomen afspraken met getuigen in strafzaken;

– door de CTC resp. het College van procureurs-generaal afgewezen (voornemens tot) afspraken;

– door de rechter-commissaris niet rechtmatig geoordeelde (voornemens tot) afspraken;

– de wijze waarop de zittingsrechter afspraken met getuigen in zijn oordeel heeft verdisconteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rouvoet

Van der Staaij

Halsema

Naar boven