26 294
Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een toezegging van het openbaar ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in strafzaken)

nr. 29
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 april 2001

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel A, komt artikel 44a, tweede lid, te luiden:

2. Bij toepassing van het eerste lid kan de strafvermindering bestaan in:

a. maximaal een derde bij een onvoorwaardelijke tijdelijke vrijheidsstraf of geldboete;

b. de omzetting van maximaal een derde van het onvoorwaardelijke gedeelte van een vrijheidsstraf of van een geldboete in een voorwaardelijk gedeelte;

c. de vervanging van maximaal een derde gedeelte van een vrijheidsstraf door een onvoorwaardelijke geldboete.

Toelichting

Bij gelegenheid van het wetgevingsoverleg op 2 april 2001 is de wenselijkheid naar voren gekomen om vast te leggen dat slechts een derde gedeelte van de vrijheidsstraf die door de rechter zou worden opgelegd, mag worden vervangen door een geldboete. Een belangrijke reden daarvoor is dat moet worden voorkomen dat vermogende verdachten eerder in staat zouden zijn om met het afleggen van een belastende verklaring in een andere zaak te bereiken dat de vrijheidsstraf in hun eigen strafzaak wordt verminderd in ruil voor het voldoen van een geldboete.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven