nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 226g, eerste lid, eerste volzin, vervalt «die hij voornemens
is te maken».
II
In artikel 226g, tweede lid, aanhef, vervalt «voorgenomen».
III
In artikel 226h, tweede lid, vervalt «voorgenomen».
IV
In artikel 226h, derde lid, komt de laatste volzin te luiden: Indien hij
de afspraak rechtmatig oordeelt is de officier van justitie bevoegd deze als
reden voor strafvermindering aan de rechter voor te leggen.
V
In artikel 226i, tweede lid, vervalt «voorgenomen».
VI
In artikel 226k, eerste lid, wordt «voornemens is een afspraak te
maken» vervangen door: een afspraak maakt.
Toelichting
Ondanks een uitvoerig debat blijft onduidelijk wat de inhoud en status
is van «het voornemen tot een afspraak» en in hoeverre de daarbij
behorende verantwoordelijkheid van de officier van justitie strekt. Verwarring
omtrent het begrip «voornemen tot een afspraak» dient te worden
voorkomen.
Bij het maken van een afspraak hebben zowel de officier als de rechter-commissaris
een eigen verantwoordelijkheid. De officier is verantwoordelijk voor de totstandkoming
en de inhoud van een afspraak met de betrokken getuige. De gesprekken om tot
een afspraak te komen zijn zeker niet vrijblijvend.
De rechter-commissaris is verantwoordelijk voor de toetsing van de rechtmatigheid
van de gemaakte afspraak. Het is zuiverder om beide verantwoordelijkheden
helder in de wet uit te drukken.
Dit amendement beoogt de onduidelijkheid over «het voornemen tot»
weg te nemen en helder de eigen verantwoordelijkheid van zowel officier van
justitie als de rechter-commissaris in de wet neer te leggen.
Van Oven