nr. 14
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan artikel I, onderdeel B, artikel 226g, wordt een vierde lid toegevoegd,
dat luidt:
4. Van afspraken die niet worden aangemerkt als een afspraak, bedoeld
in het eerste lid, en die voor het onderzoek in de zaak van betekenis kunnen
zijn, wordt proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt door de officier
van justitie bij de processtukken gevoegd.
2. Na artikel II wordt een artikel IIa ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIa
Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juli 1998 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering
en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen
nutte (taakstrafffen) (26 114), tot wet wordt verheven en in werking
is getreden, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel A wordt artikel 44a, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b wordt na «vrijheidsstraf» ingevoegd:
, taakstraf, bestaande uit een werkstraf.
2. In onderdeel c wordt na «vrijheidsstraf door» ingevoegd:
taakstraf, bestaande uit een werkstraf of.
Toelichting
Onderdeel 1
Parallel aan de bepaling van artikel 126aa Wetboek van Strafvordering
wordt voorgesteld te bepalen dat alle afspraken die met getuigen zijn gemaakt
en die voor het onderzoek in de zaak van betekenis zijn op schrift worden
gesteld, en door de officier van justitie bij de processtukken worden gevoegd.
De verplichting tot verbalisering concretiseert de algemene verplichting van
artikel 152 Wetboek van Strafvordering, dat verplicht tot het opmaken van
proces-verbaal inzake hetgeen tot opsporing is verricht of bevonden. De verplichting
tot voegen concretiseert de algemene verplichting tot het voegen van processtukken
die uit de artikelen 30 tot en met 33 Wetboek van Strafvordering voortvloeit.
Onderdeel 2
In het onderhavige wetsvoorstel was nog geen rekening gehouden met de
wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering
en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten algemene
nutte (taakstraffen). Bij deze nota van wijziging wordt in deze lacune voorzien.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals