26 287
Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie)

A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 14 september 1998 en het nader rapport d.d. 3 november 1998, aangeboden aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 23 juli 1998, no. 98.003728, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van de Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie).

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 juli 1998, nr. 98.003728, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 14 september 1998, nr. W09.0339, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

1a. In artikel I, onderdeel A, van het wetsvoorstel wordt voorgesteld onderdeel c van artikel 5.23, welk onderdeel als taak van de Luchtverkeers-beveiligingsorganisatie (LVB-organisatie) het verstrekken van luchtvaartmeteorologische inlichtingen noemt, te laten vervallen. Uit de toelichting volgt dat het in de praktijk het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) is dat de productie en verstrekking van luchtvaartmeteorologische gegevens voor zijn rekening neemt. Voorts is vermeld dat, daar het overgrote deel van de luchtvaartmeteorologische informatie behoort tot de gegevens die rechtstreeks van de producent naar de eindgebruiker gaan en de LVB-organisatie niet beschikt over de bevoegdheden en de expertise om toezicht en invloed uit te oefenen op de productie en verstrekking van deze gegevens in een op te stellen wetsvoorstel deze taak aan het KNMI zal worden opgedragen (Algemeen deel, KNMI, vierde alinea).

De productie van luchtvaartmeteorologische gegevens is thans op aanwijzing van de Minister van Verkeer en Waterstaat opgedragen aan het KNMI, terwijl de verstrekking bij wet is opgedragen aan de LVB-organisatie. De LVB-organisatie heeft met het KNMI een vijfjarig contract voor de verstrekking van de luchtvaartmeteorologische gegevens gesloten. Dit contract loopt echter op 31 december 1998 af. Hoewel blijkens van de zijde van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verkregen informatie wordt gestreefd naar een inwerkingtreding per 1 januari 1999, is het niet waarschijnlijk dat het wetsvoorstel waarin het verstrekken van luchtvaartmeteorologische gegevens aan het KNMI wordt opgedragen na aanvaarding alsdan in werking zal kunnen treden. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat in verband met de overheveling van deze taak dit laatstgenoemde wetsvoorstel gelijktijdig in werking zal dienen te treden met het onderhavige wetsvoorstel. De Raad van State adviseert aan deze punten in de toelichting aandacht te schenken.

b. Het verhalen van de kosten van meteorologische diensten blijft ingevolge de toelichting integraal bij de LVB-organisatie berusten. Tussen het KNMI en de LVB-organisatie zullen op grond van vastgestelde tarieven afspraken voor verrekening dienen te worden gemaakt. Dit geldt ook voor de toelevering van meteorologische gegevens aan de LVB-organisatie zelf en eventueel gebruik van de LVB-infrastructuur door het KNMI (Algemeen deel, KNMI, vijfde alinea).

Niet duidelijk is waarom de LVB-organisatie ook voor verhaal van de kosten voor rechtstreekse dienstverlening aan de eindgebruiker ingeschakeld blijft en hoe de tarieven zullen worden vastgesteld. De Raad beveelt aan in de toelichting nader op deze kwestie in te gaan.

1. Het advies van de Raad van State om in de toelichting aandacht te schenken aan de overheveling van de taak met betrekking tot het verstrekken van luchtvaartmeteorologische gegevens van de LVB-organisatie aan het KNMI wordt overgenomen. Ik heb de toelichting op dit punt aangepast. Een gelijktijdige inwerkingtreding van de onderhavige wet en de KNMI-wet acht ik niet noodzakelijk en wel om de volgende reden. Indien de wettelijke opdracht met betrekking tot het verstrekken van luchtvaartmeteorologische gegevens aan de LVB komt te vervallen, valt de taak aan mij terug. De uitvoering lag reeds en blijft in handen van het KNMI, dat als agentschap onderdeel uitmaakt van mijn departementale organisatie, zodat ik volledig verantwoordelijk ben voor die taak.

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. Het advies van de Raad omtrent het aanpassen van de toelichting op het punt van het verhalen van de kosten van meteorologische diensten en de wijze van vaststellen van de tarieven heb ik overgenomen. Ik heb de toelichting op dit punt aangepast.

3. De Wet Luchtverkeer (Stb. 1997, 255) is weliswaar in het Staatsblad gepubliceerd maar nog niet in werking getreden. Om die reden heb ik ervoor gekozen om de huidige Wet Luchtverkeer (Stb. 1992, 368) te wijzigen en tegelijkertijd in dit wetsvoorstel te voorzien in een wijziging van de desbetreffende artikelen in eerdergenoemde nog niet in werking getreden Wet Luchtverkeer (Stb. 1997, 255). Indien de reeds gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Wet Luchtverkeer (Stb. 1997, 255) vervolgens in werking treedt, wordt de onderhavige wijziging middels artikel II van het wetsvoorstel tegelijkertijd gerealiseerd. Om die reden heb ik het wetsvoorstel dienovereenkomstig aangepast.

4. De redactionele kanttekeningen van de Raad heb ik overgenomen.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 14 september 1998, no. W09.98 0339, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

Voorstel van wet.

– In de considerans tot uitdrukking laten komen dat naast wijzigingen in verband met de aanscherping van de bevoegdheden van de Minister van Verkeer en Waterstaat ook andere wijzigingen plaatsvinden.

– In artikel I, onderdeel E, in het tweede en derde lid van artikel 5.42 «Onze Minister» vervangen door: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

– In artikel I, onderdeel F, in artikel 5.46 met betrekking tot de vervolgtermijnen van vijf jaar aanwijzing 124ij van de Aanwijzingen voor de regelgeving in acht nemen.


XNoot
1

De tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven