26 271
Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken

nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 30 januari 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 151a, negende lid, een volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel Aa, wordt aan artikel 151b, vijfde lid, een volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.

III

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 195d, vijfde lid, een volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat geen nadere invulling aan de registratie en verwerking van DNA-profielen wordt gegeven, alsmede voor het stellen van regels voor het bewaren en vernietigen van celmateriaal, zonder dat het parlement daarvan heeft kennisgenomen en uitdrukkelijk met de voorgestelde regeling heeft ingestemd. Deze parlementaire controle biedt de noodzakelijke waarborgen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, nu het wetsvoorstel DNA in strafzaken op belangrijke punten bij nadere regelgeving wordt ingevuld.

Halsema

Naar boven