26 260
Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Faillissementswet met betrekking tot het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en effectenafwikkelsystemen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 november 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel II komt artikel 212f als volgt te luiden:

Artikel 212f

Wanneer, in verband met deelname aan het systeem, ten behoeve van een deelnemer of een centrale bank, dan wel ten behoeve van een derde die namens een deelnemer of een centrale bank optreedt, een goederenrechtelijk zekerheidsrecht is gevestigd op effecten of op rechten ten aanzien van effecten, en deze effecten of rechten ten aanzien van effecten op grond van een wettelijke bepaling zijn opgenomen in een register, rekening of gecentraliseerd effectendepot dat zich bevindt in een lidstaat van de Europese Unie dan wel in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, wordt de bepaling van de rechten van die personen als houders van goederenrechtelijke zekerheidsrechten ten aanzien van deze effecten beheerst door het recht van die lidstaat, onderscheidenlijk die andere lidstaat.

Toelichting

Het is mij en mijn collega van Justitie gebleken dat de formulering van het voorgestelde artikel 212f op enkele punten aanpassing behoeft. In de eerste plaats wordt in de oorspronkelijke formulering gesproken over «de instelling» terwijl artikel 9, tweede lid, van de richtlijn nr 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 mei 1998 (PbEG L 166/45) betrekking heeft op «deelnemers». Hierdoor zou artikel 212f geen betrekking hebben op deelnemers die geen instelling zijn in de zin van artikel 212a, waardoor onder andere afwikkelende instanties en verrekeningsinstituten niet onder de werking van dit artikel zouden vallen. Deze beperking is niet beoogd. Daarom wordt de formulering van dit artikel in overeenstemming gebracht met artikel 9, tweede lid van de richtlijn door vervanging van het woord «instelling» door «deelnemer».

In de tweede plaats is gebleken dat niet duidelijk is wat wordt bedoeld met de zinsnede: «wordt dat zekerheidsrecht beheerst door het recht van die lidstaat». Daarom is deze zinsnede meer in overeenstemming gebracht met de tekst van de richtlijn, zodat daarin nu tot uitdrukking wordt gebracht dat de zekerheidsrechten geen betrekking hebben op de effecten zelf, maar op de rechten ten aanzien van die effecten.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven