nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN NICOLAÏ EN BAKKER
Ontvangen 1 september 1999
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 1, onderdeel yy, «waarvoor
geen andere kosten worden gevraagd dan de omroepbijdrage, bedoeld in artikel
110, eerste lid, of het tarief dat een aanbieder van een omroepnetwerk aan
de aangeslotenen op het omroepnetwerk in rekening brengt voor de ontvangst
van een door de aanbieder met inachtneming van artikel 82i vast te stellen
aantal programma's» vervangen door: waarvoor een redelijke, kostengeoriënteerde
prijs is verschuldigd. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld ter bepaling van deze prijs.
Toelichting
De uitwerking van het wetsvoorstel van het uitgangspunt van de «kosteloze
televisie» van de EU-richtlijn is onwenselijk:
1) Het ijkpunt (omroepbijdrage + kabelabonnement) is arbitrair om dat
het internationaal (en zelfs binnen Nederland) zeer uiteenloopt en veranderlijk
is.
2) Als het voorstel om de omroepbijdrage af te schaffen wordt aangenomen,
is deze formulering meteen al achterhaald.
3) Het bemoeilijkt de introductie van differentiatie van het kabelaanbod,
waarbij naast een goedkoper basispakket op afzonderlijke zenders geabonneerd
zou kunnen worden. Deze zenders zouden dan niet binnen de interpretatie van
het begrip «open net» vallen, zelfs niet als de totale televisiekosten
voor de burger niet zouden toenemen.
«Een redelijke, kostengeoriënteerde prijs» geeft precies
aan waar de richtlijn op gericht is, namelijk het kennis kunnen blijven nemen
van evenementen van nationaal belang voor een redelijke prijs.
De bepaling van een redelijke prijs moet plaatsvinden aan de hand van
de kosten. Het huidige kostenniveau voor de burger kan daarnaast als ijkpunt
gebruikt worden.
Nicolaï
Bakker