nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Mediawet en de Tabakswet (implementatie wijziging richtlijn
«Televisie zonder grenzen»).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 oktober 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Mediawet
en de Tabakswet te wijzigen ter implementatie van richtlijn nr. 97/36/EG van
het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1997 tot
wijziging van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie
van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten
inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PbEG L 202);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Mediawet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel
ww door een puntkomma, na dat onderdeel twee onderdelen toegevoegd, luidende:
xx. telewinkelboodschap: reclame-uiting in een televisieprogramma die
bestaat uit een rechtstreekse aanbieding aan het publiek met het oog op de
levering tegen betaling van producten of diensten;
yy. een open net: een televisieprogrammanet, waarop televisieprogramma's
voor algemene landelijke omroep of algemene omroep door commerciële omroepinstellingen
worden uitgezonden, met een bereik van ten minste 85% van alle huishoudens
in Nederland, waarvoor geen andere kosten worden gevraagd dan de omroepbijdrage,
bedoeld in artikel 110, eerste lid, of het tarief dat een aanbieder van een
omroepnetwerk aan de aangeslotenen op het omroepnetwerk in rekening brengt
voor de ontvangst van een door de aanbieder met inachtneming van artikel 82i
vast te stellen aantal programma's.
B
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
1. Onder de bevoegdheid van Nederland vallen omroepinstellingen die een
televisieprogramma verzorgen en krachtens artikel 2 van de Europese richtlijn
onder die Nederlandse bevoegdheid vallen.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een omroepinstelling
die een radioprogramma verzorgt met dien verstande dat in ieder geval onder
de bevoegdheid van Nederland valt een omroepinstelling die een radioprogramma
verzorgt dat in Nederland door middel van een omroepzender, satellieten daaronder
niet begrepen, wordt uitgezonden.
C
Artikel 53a komt te luiden:
Artikel 53a
Een instelling die zendtijd heeft verkregen neemt in haar programma geen
films op buiten de met de rechthebbenden overeengekomen periodes.
D
Artikel 56a, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. De puntkomma aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door: , of.
b. Onderdeel b vervalt.
c. Onderdeel c wordt geletterd b.
d. In onderdeel b (nieuw) vervalt telkens: of b.
E
Na artikel 71m wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK IVA. EVENEMENTEN VAN AANZIENLIJK BELANG VOOR
DE SAMENLEVING
Artikel 72
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een lijst opgesteld van evenementen
als bedoeld in artikel 3 bis van de Europese richtlijn, die, indien zij als
een onderdeel van een televisieprogramma worden uitgezonden, in ieder geval
worden uitgezonden op een open net.
2. Een evenement kan op de in het eerste lid bedoelde lijst worden geplaatst
indien in ieder geval wordt voldaan aan twee van de volgende voorwaarden:
a. het evenement is van algemeen belang voor de Nederlandse samenleving;
b. het evenement is van bijzondere culturele betekenis;
c. het evenement werd in het verleden ook reeds op een open net uitgezonden
en kon rekenen op een grote kijkdichtheid;
d. het gaat om een groot internationaal sportevenement waaraan het nationale
team deelneemt.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld ter
uitvoering van de verplichting, bedoeld in het eerste lid. Hiertoe behoren
in ieder geval regels die bepalen of de op de lijst genoemde evenementen,
indien zij als onderdeel van een televisieprogramma worden uitgezonden, in
ieder geval worden uitgezonden op een open net door middel van volledige of
gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving dan wel door middel van volledige
of gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving.
Artikel 73
1. Een instelling die zendtijd heeft verkregen of een commerciële
omroepinstelling oefent verworven uitzendrechten die betrekking hebben op
evenementen die zijn vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 72, eerste lid,
uit overeenkomstig de krachtens artikel 72 gestelde regels.
2. Een instelling die zendtijd heeft verkregen of een commerciële
omroepinstelling oefent na 30 juli 1997 verworven uitzendrechten uit overeenkomstig
de regels, die door andere lidstaten van de Europese Unie overeenkomstig artikel
3bis, eerste lid, van de Europese richtlijn zijn gesteld.
ARTIKEL II
In artikel 4, eerste lid, van de Tabakswet wordt na «reclameboodschappen»
ingevoegd: dan wel telewinkelboodschappen als bedoeld in de Mediawet.
ARTIKEL III
De tekst van de Mediawet wordt in het Staatsblad geplaatst.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,