nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID REITSMA
Ontvangen 24 november 1998
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na Artikel XIIIC wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XIIID
De Wet op de inkomstenbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2001
als volgt gewijzigd:
A. Artikel 38, zesde lid en zevende lid, wordt vervangen door:
6. In afwijking in zoverre van het eerste lid worden in een kalenderjaar
bij wijze van vooruitbetaling voldane renten van schulden, kosten van geldleningen
daaronder begrepen, in aanmerking genomen tot een gezamenlijk bedrag van ten
hoogste f 4000:
a. indien zij betrekking hebben op tijdvakken welke eindigen later dan
zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin zij zijn voldaan, dan wel
b. voor zover zij betrekking hebben op tijdvakken of delen daarvan welke
vallen na het tijdstip waarop de binnenlandse belastingplicht anders dan door
overlijden eindigt.
Het in de eerste volzin genoemde bedrag van f 4000 wordt verminderd
met het bedrag dat met overeenkomstige toepassing van die volzin bij winst
uit aanmerkelijk belang ter zake van vooruitbetaalde renten van schulden,
kosten van geldleningen daaronder begrepen, reeds in aanmerking wordt genomen.
Voor de toepassing van de eerste volzin worden de renten van schulden in aanmerking
genomen in de volgorde waarin zij zijn voldaan. Hetgeen op grond van de eerste
volzin, onderdeel a, buiten aanmerking blijft wordt, behoudens ingeval de
binnenlandse belastingplicht anders dan door overlijden is geëindigd,
geacht in gelijke delen te zijn voldaan in elk van de op het in de eerste
volzin bedoelde kalenderjaar volgende kalenderjaren waarop de renten betrekking
hebben; daarbij worden gedeelten van kalenderjaren als kalenderjaren aangemerkt.
In het jaar waarin de belastingplichtige overlijdt wordt hetgeen ter zake
van bij wijze van vooruitbetaling voldane renten van schulden in dat jaar
door hem is of wordt geacht te zijn voldaan, alsmede hetgeen in daaropvolgende
jaren wordt geacht te zijn voldaan, geheel in aanmerking genomen.
Voor de toepassing van de eerste volzin worden niet als bij wijze van
vooruitbetaling voldane renten van schulden, kosten van geldleningen daaronder
begrepen, aangemerkt afsluitprovisies welke zijn voldaan ter zake van het
aangaan van schulden verzekerd door hypotheek, voor zover zij niet meer belopen
dan anderhalf percent van het bedrag van de aangegane schulden en tevens gezamenlijk
een bedrag van f 4000 niet te boven gaan; het bedrag van f 4000
wordt verminderd met het bedrag dat met overeenkomstige toepassing van deze
volzin bij winst uit aanmerkelijk belang ter zake van afsluitprovisies reeds
in aanmerking wordt genomen.
B. Artikel 45b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen a en b worden geletterd b en c.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. het in de eerste volzin van dat zesde lid ter zake van bij wijze van
vooruitbetaling voldane renten van schulden, kosten van geldleningen daaronder
begrepen, vermelde bedrag van f 4000 wordt verminderd met de bedragen
welke met toepassing van die eerste volzin als aftrekbare kosten in aanmerking
komen, en dat het in de laatste volzin van dat zesde lid ter zake van afsluitprovisies
vermelde bedrag van f 4000 wordt verminderd met de bedragen welke met
toepassing van die laatste volzin als aftrekbare kosten in aanmerking komen;.
Toelichting
Met dit amendement wordt beoogd bij de voorkoming van ongewenste renteaftrek
een horizonbepaling op te nemen die loopt tot het moment dat naar verwachting
het nieuwe belastingstelsel 21e eeuw in werking treedt.
Reitsma