nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse
Antillen, de Staten van Aruba
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van rijkswet tot
verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
10 oktober 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de rijkswet van 5 maart 1998
(Stb. 138) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake
de verdediging;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
In de Grondwet worden de artikelen 97, 98, 99, 100 en 102 vervangen door:
Artikel 97
1. Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van
het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van
de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.
2. De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.
Artikel 98
1. De krijgsmacht bestaat uit vrijwillig dienenden en kan mede bestaan
uit dienstplichtigen.
2. De wet regelt de verplichte militaire dienst en de bevoegdheid tot
opschorting van de oproeping in werkelijke dienst.
Artikel 99
De wet regelt vrijstelling van militaire dienst wegens ernstige gewetensbezwaren.
Artikel 99a
Volgens bij de wet te stellen regels kunnen plichten worden opgelegd ten
behoeve van de civiele verdediging.
ARTIKEL III
In de Grondwet wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 100
1. De regering verstrekt de Staten-Generaal vooraf inlichtingen over de
inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter handhaving of
bevordering van de internationale rechtsorde. Daaronder is begrepen het vooraf
verstrekken van inlichtingen over de inzet of het ter beschikking stellen
van de krijgsmacht voor humanitaire hulpverlening in geval van gewapend conflict.
2. Het eerste lid geldt niet, indien dwingende redenen het vooraf verstrekken
van inlichtingen verhinderen. In dat geval worden inlichtingen zo spoedig
mogelijk verstrekt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Defensie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,