26 239
Nadere wijziging van een aantal socialezekerheidswetten en enige andere wetten, houdende technische alsmede enige andere wijzigingen (Veegwet SZW 1998)

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL C.S.

Ontvangen 19 november 1998

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Onder vervanging van het opschrift «HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN» door «HOOFDSTUK IV. SLOTBEPALINGEN» en onder vernummering van de artikelen 42 en 43 tot 56 en 57, wordt na artikel 41 een nieuw hoofdstuk met 14 artikelen ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK III. WIJZIGING VAN WETTEN IN VERBAND MET WETGEVING BOETEN, MAATREGELEN EN TERUG- EN INVORDERING SOCIALE ZEKERHEID

Artikel 42. Algemene bijstandswet

De Algemene bijstandswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 65, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 14a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 65, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 14f, elfde lid, wordt «14a, vierde lid» vervangen door: 14a, vijfde lid.

D

In artikel 143, eerste lid, wordt «14a, vierde lid» vervangen door: 14a, vijfde lid.

Artikel 43. Algemene Kinderbijslagwet

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17 wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 15, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van kinderbijslag kan de Sociale Verzekeringsbank afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde, of de persoon aan wie op grond van artikel 21 kinderbijslag wordt betaald, een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 17a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 15, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van kinderbijslag, kan de Sociale Verzekeringsbank afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde, of de persoon aan wie op grond van artikel 21 kinderbijslag wordt betaald, een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 17g, negende lid, wordt «17a, vierde lid» vervangen door: 17a, vijfde lid.

Artikel 44. Algemene nabestaandenwet

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 38 wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 35, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering kan de Bank afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de nabestaande, het ouderloos kind, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 39 wordt onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 35, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering kan de Bank afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de nabestaande, het ouderloos kind, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 45, negende lid, wordt «39, vierde lid» vervangen door: 39, vijfde lid.

Artikel 45. Algemene Ouderdomswet

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17b wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 49, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van ouderdomspensioen kan de Sociale Verzekeringsbank afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 17c wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 49, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van ouderdomspensioen, kan de Sociale Verzekeringsbank afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de pensioengerechtigde, zijn echtgenoot, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 17j, negende lid, wordt «17c, vierde lid» vervangen door: 17c, vijfde lid.

Artikel 46. Toeslagenwet

De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14 wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 12, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van toeslag, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 14a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 12, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van toeslag, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan degene die aanspraak maakt op toeslag, zijn echtgenoot, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 14g, negende lid, wordt «14a, vierde lid» vervangen door: 14a, vijfde lid.

Artikel 47. Werkloosheidswet

A

In artikel 27 wordt, onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid tot het zesde tot en met achtste lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 25, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, of indien de werknemer zich niet houdt aan de voorschriften, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdelen a, b of d, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het derde lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de werknemer een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 27a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 25, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de werknemer een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 27g wordt «artikel 27a, vierde lid» vervangen door: 27a, vijfde lid.

Artikel 48. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 47 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid, een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 70, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering als genoemd in dat artikel, of indien de verzekerde zich niet houdt aan het voorschrift, bedoeld in artikel 35, vierde lid, of 39, tweede lid, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan het voorschrift, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 48 wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 70, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering als genoemd in dat artikel, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde of zijn wettelijke vertegenwoordiger een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 54, negende lid, wordt «48, vierde lid,» vervangen door: 48, vijfde lid.

Artikel 49. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 39 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid, een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 62, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering als genoemd in dat artikel, of indien de jonggehandicapte zich niet houdt aan de voorschriften, bedoeld in artikel 28, vierde lid, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jonggehandicapte een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 40 wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 62, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering als genoemd in dat artikel, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jonggehandicapte of zijn wettelijke vertegenwoordiger een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 46, negende lid, wordt «40, vierde lid» vervangen door: 40, vijfde lid.

Artikel 50. Wet inkomensvoorziening kunstenaars

De Wet inkomensvoorziening kunstenaars wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdeel c, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de kunstenaar een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 17 wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdeel c, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

Artikel 51. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 20 wordt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het zesde en zevende lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 13, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 20a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 13, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 20f, elfde lid, wordt «artikel 20a, vierde lid» vervangen door: artikel 20a, vijfde lid.

Artikel 52. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 20 wordt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het zesde en zevende lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 13, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het derde lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van die verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 20a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 13, eerste lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering kunnen burgemeester en wethouders afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van die verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 20f, elfde lid, wordt «20a, vierde lid» vervangen door: 20a, vijfde lid.

Artikel 53. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 29 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid, een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 80, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, of indien de belanghebbende zich niet houdt aan de voorschriften, bedoeld in artikel 34, derde lid, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 28 en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting, of het zich niet houden aan de voorschriften, plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 29a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 80, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 29g wordt «artikel 29a, vierde lid» vervangen door: artikel 29a, vijfde lid.

Artikel 54. Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten

In artikel 46 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 45, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag toekennen of verstrekken van een van een reïntegratie-instrument, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.

Artikel 55. Ziektewet

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 45 wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 49, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het derde lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde een zodanige waarschuwing is gegeven.

B

In artikel 45a wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot het vierde tot en met zevende lid, een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 49, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kan het Landelijk instituut sociale verzekeringen afzien van het opleggen van een boete als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de verzekerde een zodanige waarschuwing is gegeven.

C

In artikel 45g, negende lid, wordt «45a, vierde lid» vervangen door: 45a, vijfde lid.

Toelichting

In de uitvoeringspraktijk is gebleken, dat er groepen gevallen zijn waarin het opleggen van een boete of maatregel bij verwijtbare niet-nakoming van bepaalde verplichtingen als onrechtvaardig wordt ervaren. Het betreft hier gevallen waarin inlichtingen te laat, niet of niet behoorlijk zijn aangeleverd, of te laat een uitkering is aangevraagd, en de overtreding niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering. Met andere woorden, betrokkene heeft alleen zichzelf of niemand benadeeld. Dit amendement strekt ertoe het uitvoeringsorgaan de mogelijkheid te bieden bij een dergelijke overtreding van het opleggen van een boete of maatregel af te zien en in plaats daarvan een schriftelijke waarschuwing te geven.

Voorgesteld wordt een bevoegdheid tot oplegging van een waarschuwing, omdat de mogelijkheid aanwezig moet blijven een sanctie te treffen indien betrokkene willens en wetens niet, niet behoorlijk of te laat gegevens heeft ingeleverd of te laat een uitkering heeft aangevraagd, met het oog op geldelijk gewin maar het geldelijk gewin uiteindelijk niet aanwezig bleek te zijn. Te denken valt hierbij met name aan de poging tot fraude die ontdekt wordt voordat de uitbetaling heeft plaatsgevonden (een overtreding leidend tot nulbenadeling).

Het kunnen afzien van het opleggen van een boete of maatregel in de onderhavige situatie is niet onbeperkt. Zij geldt niet daar waar de overtreding in een periode van twee jaar – te rekenen vanaf de bekendmaking van de waarschuwing voor de eerste keer dat de desbetreffende verplichting niet, te laat of niet behoorlijk is nagekomen – reeds eerder is begaan. Er blijft immers sprake van overtreding van wettelijke verplichtingen; verplichtingen die niet alleen zijn bedoeld om de belanghebbende een uitkering van de juiste hoogte te kunnen verstrekken, maar die ook bedoeld zijn om de uitkeringsorganen in staat te stellen een efficiënte administratie te voeren opdat die uitkeringen tijdig aan belanghebbenden kunnen worden verstrekt. De periode van twee jaar is gekozen in aansluiting op wat op dit moment reeds in de boete- en maatregelenbesluiten van het Lisv en de SVb en het Besluit tarieven administratieve boeten Abw, IOAW en IOAZ ten aanzien van de meeste vormen van recidive is geregeld. Het volgende moge als voorbeeld dienen: heeft betrokkene een waarschuwing gehad voor het niet tijdig inleveren van gegevens en is hij binnen twee jaar na de bekendmaking van die waarschuwing weer te laat met het geven van inlichtingen, dan dient voor deze tweede niet tijdige nakoming een maatregel te worden opgelegd. Zou hij echter pas na drie jaar de inlichtingenplicht weer overschrijden, dan volgt een nieuwe waarschuwing.

De waarschuwing wordt schriftelijk afgegeven. Daardoor weet de belanghebbende dat bij een volgende overtreding van dezelfde verplichting binnen de hiervoor genoemde periode een sanctie volgt. Ook kan het uitvoeringsorgaan uit de registratie van de gegeven waarschuwing afleiden, dat een dergelijke nieuwe niet-nakoming binnen de periode van twee jaar wèl tot een boete of maatregel dient te leiden. De waarschuwing is derhalve een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, waartegen de belanghebbende ingevolge de Algemene wet bestuursrecht in bezwaar en vervolgens in beroep kan gaan.

Als voor het verwijtbaar niet-nakomen van de inlichtingenverplichting, of het te laat indienen van een uitkeringsaanvraag, reeds eerder een waarschuwing is gegeven en bij een eerstvolgende gelegenheid geen waarschuwing meer kan worden gegeven, kan het uitvoeringsorgaan nog altijd wegens dringende redenen afzien van het opleggen van een boete of maatregel. Hiertoe dienen dan wel de relevante omstandigheden van het geval te worden afgewogen en dient vast te staan dat het opleggen van de boete of maatregel tot onaanvaardbare gevolgen voor de belanghebbende zou leiden.

Noorman-den Uyl

Schimmel

Wilders

Naar boven