Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2021
In het commissiedebat van 8 september jl. over de Eurogroep/Ecofin (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1780) en het commissiedebat AVVN van 14 september jl. (Kamerstuk 26 150, nr. 195) heeft uw Kamer verzocht om nadere toelichting op de generieke allocatie van speciale
trekkingsrechten van het IMF (SDR’s) en Belarus. Uw Kamer is middels de beantwoording
van de schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 230) geïnformeerd over de generieke allocatie van SDR’s en Belarus. Voor het overzicht
treft u onderstaand, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, toelichting op
het proces rondom de generieke allocatie van SDR’s en Belarus.
De COVID-19 crisis onderstreept het belang van een sterk mondiaal financieel vangnet
om financiële stabiliteit te borgen. Tijdens de Voorjaarsvergadering 2021 hebben de
leden van het IMF daarom steun uitgesproken voor een generieke allocatie van speciale
trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR).1 Deze SDR’s versterken de internationale reservepositie van centrale banken en vergroten
daarmee de weerbaarheid van de mondiale economie en de capaciteit om schokken op te
vangen. Het voorstel voor een allocatie van SDR’s, op basis van een analyse naar de
mondiale vraag naar internationale reserves, is in de zomer van 2021 goedgekeurd door
de Raad van Bewindvoerders en de Raad van Gouverneurs van het IMF. Ook Nederland heeft
voor een generieke allocatie van SDR’s gestemd.2 De allocatie van SDR’s is op 23 augustus effectief geworden.3 Bij een generieke allocatie van SDR’s worden de SDR’s verdeeld aan de leden van het
IMF op basis van quota-aandeel.
Uw Kamer heeft gevraagd om toelichting op de allocatie van SDR’s en hoe het IMF kan
worden ingezet als onderdeel van het sanctie-instrumentarium. In algemene zin geldt
dat het de rol van het IMF is om betalingsbalanssteun te verlenen aan landen die door
het lidmaatschap worden erkend. Lidstaten die niet erkend worden hebben geen toegang
tot IMF-faciliteiten. Het IMF gaat over tot niet-erkenning van een regering indien
de meerderheid van het IMF-lidmaatschap, gewogen op basis van stemgewicht, een regime
niet erkent. Mocht dit gebeuren zal het regime geen aanspraak kunnen maken op de faciliteiten
van het IMF, waaronder programma’s, en geen toegang hebben tot gealloceerde SDR’s.
Daarnaast mag een land geen achterstallige betalingen aan het IMF uit hebben staan.
Het kabinet heeft grote zorgen over de zware repressie waar de autoriteiten in Belarus
hun eigen bevolking aan onderwerpen. Nederland heeft in EU-verband daarom ook vier
krachtige pakketten sancties tegen Belarus ingesteld. Samen met een grote groep partners
staat Nederland ook op het standpunt dat Loekasjenko geen democratische legitieme
president is. Echter, er is geen sprake van brede internationale niet-erkenning van
de uitvoerende macht van Belarus. Ook in EU-verband is niet overgegaan tot volledige
niet-erkenning van de uitvoerende macht van Belarus. Wel is de samenwerkingsrelatie
met Belarus in grote mate afgeschaald sinds de gestolen presidentsverkiezingen van
augustus 2020.
Bij de allocatie van de SDR’s op 23 augustus jl. zijn deze generiek uitgekeerd aan
alle leden van het IMF. De leden waarvan de uitvoerende macht door de meerderheid
van het IMF-lidmaatschap wordt erkend, waaronder dus ook Belarus, hebben toegang tot
de gealloceerde SDR’s. Nederland is van mening dat dit correct en op basis van de
geldende procedures van het IMF is gebeurd.
Om speciale trekkingsrechten te verzilveren moet de centrale bank van Belarus deze
op de internationale kapitaalmarkt omwisselen voor harde valuta bij andere centrale
banken. Nederland zet in contacten met de EU, de VS en andere internationale partners
erop in om, in lijn met het staande sanctiebeleid, de mogelijkheden daartoe voor Belarus
zoveel mogelijk te beperken. Op grond van afspraken met het IMF behoudt De Nederlandsche
Bank zich altijd het recht voor om SDR transacties te weigeren met tegenpartijen waar
(EU) sancties voor gelden.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen