26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2016

Hierbij zend ik u het verslag van de jaarvergadering van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De vergadering vond op 7 en 8 oktober plaats in Washington DC. De inzet van de kiesgroep in de IMFC vergadering, alsook het IMFC communiqué zijn bijgevoegd1.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag jaarvergadering IMF op 7 en 8 oktober in Washington DC

Op vrijdag 7 en zaterdag 8 oktober vond in Washington DC de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank plaats. Nederland vertegenwoordigde de Nederlands-Belgische kiesgroep tijdens de formele onderdelen van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De conclusies van het IMFC stonden in het teken van de economische situatie en de belangrijkste beleidsuitdagingen, met specifiek aandacht voor de uitdagingen op het gebied van globalisering, internationale handel en technologische verandering. Ook was er veel aandacht voor de middelen en instrumenten die het IMF nodig heeft om het lidmaatschap bij de belangrijkste beleidsuitdagingen bij te staan.

Economische situatie

Voorafgaand aan de jaarvergadering vroeg Managing Director Lagarde aandacht voor de mondiale economische situatie. Het IMF verwacht in 2016 een mondiale economische groei van 3,1 procent en in 2017 een verdere groei van 3,4%. Deze verwachtingen zijn gelijk aan de ramingen van juli dit jaar. Volgens het IMF zijn de economische vooruitzichten desondanks te matig, met name in de ontwikkelde economieën, waar de risico’s als gevolg van de Brexit de verwachtingen dempen. Het IMF ziet daarentegen positieve ontwikkelingen in opkomende economieën, waar de groei in Brazilië en Rusland oppikt en India en China nog steeds robuuste cijfers laten zien. Tegelijkertijd beperken de aanhoudend lage grondstofprijzen de groei in veel ontwikkelingslanden, die voor een groot deel afhankelijk zijn van de export van grondstoffen. Het IMF is positiever over de financiële stabiliteit op de korte termijn ten opzichte van het afgelopen voorjaar. De markten hebben na het Brexit besluit meer veerkracht laten zien. Tegelijkertijd blijven de vooruitzichten voor de middellange termijn volgens het IMF onzeker.

Het IMF ziet verschillende uitdagingen voor de korte en middellange termijn. De wereldeconomie wordt momenteel geconfronteerd met economische en politieke risico’s die de groei kunnen drukken. De Brexit, economische transitie in China, politieke onrust en conflicten in verschillende regio’s kunnen een grote economische impact hebben door spillovers naar andere landen. Daarnaast is zowel in ontwikkelde als opkomende economieën de productiviteitsgroei de afgelopen jaren afgenomen en worden veel landen geconfronteerd met demografische ontwikkelingen. Het IMFC heeft benadrukt dat het economische herstel doorzet. Wel stelde het IMFC daarbij dat de groei traag en ongelijk verloopt. De vooruitzichten voor economische groei worden volgens het IMFC beperkt door onderliggende structurele zwaktes, protectionistische maatregelen en achtergebleven hervormingen. Nederland heeft benadrukt dat het IMF de risico’s voor de wereldeconomie realistisch dient weer te geven en moet waken voor een te pessimistische weergave van de economische vooruitzichten. Er zijn namelijk ook positieve ontwikkelingen: het economisch herstel in de eurozone zet door en er zijn reeds veel hervormingen doorgevoerd. Wereldwijd is de groei dan ook in lijn met het gemiddelde van voor de crisis als er rekening wordt gehouden met demografische ontwikkelingen.

Veel aandacht was er tijdens de jaarvergadering voor globalisering, handel en technologische verandering. Lagarde riep beleidsmakers op om meer oog te hebben voor de negatieve bijeffecten als gevolg van globalisering en technologische verandering, met name voor kwetsbare groepen in de samenleving, en af te zien van protectionistische maatregelen. Het IMF is bezorgd over het huidige politiek klimaat, dat in veel landen de afgelopen tijd meer naar binnen gekeerd is. Een afname in steun voor internationale handel en multilaterale samenwerking kan de groei in de toekomst beperken. Veel landen, zowel ontwikkeld als opkomend, hebben geprofiteerd van economische en financiële integratie in de wereldeconomie. Het IMFC heeft zich achter de oproep van Lagarde geschaard en haar steun uitgesproken voor internationale handel en een open wereldeconomie. Nederland heeft daarnaast benadrukt dat beleidsmakers structurele maatregelen dienen te nemen om de voordelen van globalisering beter te verdelen en gelijke kansen te creëren, zoals de internationale aanpak tegen belastingontwijking, verlaging van de lasten op arbeid en hervormingen op het gebied van onderwijs.

Economische beleidsmix

Het IMF heeft net als afgelopen voorjaar haar leden opgeroepen om de wereldeconomie te steunen door in te zetten op een combinatie van monetair, structureel en budgettair beleid. Deze beleidsmix wordt gesteund door het IMFC. Er is bredere erkenning onder IMF leden dat monetair beleid op zichzelf niet voldoende is voor het aanwakkeren van economische groei en aangevuld dient te worden met groeivriendelijk budgettair beleid en structurele hervormingen. De implementatie van structurele hervormingen blijft een prioriteit om de groei te versterken. Structurele maatregelen zijn ook van belang om de voordelen van globalisering en technologische verandering breder te verdelen. De IMF leden dienen hervormingen op het gebied van de financiële sector voort te zetten. In verschillende landen dienen bankbalansen verder versterkt te worden. Ook moeten IMF leden zich blijven committeren aan implementatie van de internationale agenda op het gebied van financiële regulering.

Nederland heeft er in het IMFC op gewezen dat langdurig accommoderend monetair beleid negatieve bijeffecten tot gevolg kan hebben, zoals het risico dat banken leningen verstrekken aan bedrijven die zonder de ruime liquiditeit niet levensvatbaar zijn. Dit komt de concurrentiekracht van economieën niet ten goede. Nederland heeft daarnaast benadrukt dat landen meer werk moeten maken van de reductie van non-performing loans (NPLs), om zodoende de balansen van financiële instellingen te versterken. Ook blijven structurele maatregelen essentieel, om nieuwe investeringsmogelijkheden te creëren, bijvoorbeeld door het openen van product- en dienstmarkten en verbetering van het investeringsklimaat, en om het groeipotentieel van de economie te vergroten. De ruimte voor budgettaire stimulus is beperkt als gevolg van relatief hoge schuldenniveaus in veel landen. Nederland heeft daarom gewezen op het belang van verankering van budgettair beleid in een stevig beleidsraamwerk, waarmee de houdbaarheid van publieke financiën geborgd wordt.

Rol van het IMF

Het IMF zal met steun van het IMFC de komende tijd verschillende initiatieven ontwikkelen om haar surveillance beter aan te laten sluiten op de belangrijkste uitdagingen van het lidmaatschap. Het IMF zal de risico’s en beheersing van kapitaalstromen onderzoeken op basis van de ervaringen van het lidmaatschap, met als doel om beleidsadviezen hierop aan te laten sluiten. Het IMF moet volgens het IMFC meer inzicht krijgen in de achterliggende oorzaken van lage productiviteit en de afname in de groei van de wereldhandel. De impact van beleidsmaatregelen op ongelijkheid zal tevens onderzocht worden. Het IMF zal daarnaast werk maken van een raamwerk waarmee het IMF in specifieke landen de belangrijkste structurele hervormingen zal identificeren. Nederland heeft daarop aansluitend het IMF opgeroepen om in samenwerking met andere relevante internationale organisaties zoals de Wereldbank en de OESO in haar surveillance structurele maatregelen te identificeren die economische kansen kunnen creëren in specifieke landen.

Managing Director Lagarde heeft voorafgaand aan de jaarvergadering voorgesteld om de deadline voor de 15de quotaherziening en de herziening van de quotaformule, die formeel stond voor de jaarvergadering in oktober 2017, met twee jaar uit te stellen tot en met 2019. Het IMFC is hiermee akkoord gegaan en de leden hebben met elkaar afgesproken om te streven naar een akkoord bij de voorjaarsvergadering in 2019 en niet later dan de jaarvergadering in 2019. De raad van gouverneurs zal na de jaarvergadering formeel een besluit nemen. Naar verwachting zal ook de raad akkoord gaan met uitstel, vanwege de consensus in het IMFC. De raad van bewindvoerders van het IMF is verzocht om een concreet werkprogramma uit te werken, om de komende periode toe te werken naar een besluit over de 15de quotaherziening. Nederland heeft ingestemd met het uitstel en daarbij benadrukt dat conform de afspraken uit het verleden de 15de quotaherziening en de herziening van de quotaformule een pakket moeten blijven. Ook moeten de onderhandelingen en besluitvorming over de volgende quotaherziening volledig verankerd zijn in het IMF bestuur en het IMFC.

Tot slot was er veel aandacht voor de middelen van het IMF en specifiek de bilaterale leningen die leden gecommitteerd hebben als tijdelijke verdedigingslinie na de permanente quotamiddelen en de middelen uit de New Arrangements to Borrow. Het Fonds heeft crediteuren verzocht om opnieuw bij te dragen aan de bilaterale leningen, aangezien deze leningen vanaf dit najaar beginnen af te lopen waardoor het IMF automatisch toegang zou verliezen tot een deel van haar middelen. Tijdens de jaarvergadering hebben 26 landen zich opnieuw gecommitteerd om bij te dragen aan de bilaterale leningen voor een totaalbedrag van 260 miljard SDR (330,5 miljard euro). Het betreft zowel landen die reeds bijdragen aan de leningen als nieuwe crediteuren. Het IMFC heeft deze bijdrages verwelkomd en opgeroepen tot brede deelname van IMF leden aan de bilaterale leningen. Ook heeft het IMFC haar steun uitgesproken voor de sterkere governance structuur van de nieuwe bilaterale leningen, die zorgt voor meer zeggenschap van crediteuren. Ik onderschrijf het belang van voldoende financiële slagkracht voor het IMF en sta daarom positief ten aanzien van het verzoek om ook namens Nederland een nieuwe bilaterale lening te verstrekken. Ik heb de Kamer hierover op 13 oktober geïnformeerd en verwijs voor nadere toelichting naar de Kamerbrief met Kamerstuk 21 501-07, nr. 1398.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven