26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee

Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2016

Hierbij zend ik u het verslag van de voorjaarsvergadering van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De vergadering vond op 15 en 16 april plaats in Washington DC. De inzet van de kiesgroep in de IMFC vergadering, alsook het IMFC communiqué zijn bijgevoegd1.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag voorjaarsvergadering IMF op 15 en 16 april in Washington DC

Op vrijdag 15 en zaterdag 16 april vond in Washington DC de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank plaats. Nederland vertegenwoordigde de Nederlands- Belgische kiesgroep tijdens de formele onderdelen van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De conclusies van het IMFC stonden in het teken van de economische situatie en de beleidsmaatregelen die nodig zijn om de mondiale groei te versterken. Ook was er veel aandacht voor de rol die het IMF kan vervullen in crisis preventie en crisis management in landen met (potentiële) betalingsbalansproblemen.

Economische situatie

Voorafgaand aan de vergadering benadrukte Managing Director Christine Lagarde dat de mondiale economie in een gematigd tempo groeit, maar dat de economische vooruitzichten sinds de afgelopen jaarvergadering in oktober enigszins zijn verslechterd en de risico’s voor het herstel wat zijn toegenomen. Het IMF stelde haar ramingen voor de groei in 2016 en 2017 enigszins naar beneden bij ten opzichte van een eerdere update in januari. Het IMF verwacht voor 2016 een groei van 3,2% in plaats van een groei van 3,4% en voor 2017 een groei van 3,5% in plaats van 3,6%.De volatiliteit op de financiële markten is toegenomen en investeerders zijn volgens het IMF minder bereid om risico’s te nemen, als gevolg van economische, financiële en politieke risico’s en een afname van vertrouwen in de effectiviteit van beleidsmaatregelen.

Tijdens de vergadering in Washington stonden de IMFC leden stil bij de ontwikkelingen in verschillende landen. Net als bij de jaarvergadering lag er veel nadruk op de economische vooruitzichten in de opkomende economieën. De belangrijke bijdrage die deze groep landen nog steeds levert aan de mondiale groei werd breed erkend. Tegelijkertijd was er aandacht voor de toegenomen economische en financiële risico’s in verschillende opkomende economieën. Met name grondstoffenexporteurs lopen een steeds groter risico op betalingsbalansproblemen door de aanhoudend lage grondstofprijzen. Ook benadrukten verschillende IMFC leden dat volatiliteit in kapitaalstromen in de opkomende economieën is gestegen en dat onzekerheid over de economische vooruitzichten het risico op een verdere toename van de volatiliteit in stand zal houden.

Het beeld van het IMF over de vooruitzichten in de ontwikkelde economieën werd door de meeste ontwikkelde landen genuanceerd. Ook Nederland heeft benadrukt dat de vooruitzichten niet zo somber zijn, zowel voor de ontwikkelde economieën als voor de wereldeconomie in zijn geheel. De huidige groei schommelt rond het wereldgemiddelde. Het herstel in het eurogebied zet door en wordt breed gedragen. Alleen Griekenland laat dit jaar geen economische groei zien. De volatiliteit op de financiële markten aan het begin van dit jaar, die pessimisme heeft gevoed, stond niet in verhouding met de onderliggende economische fundamenten van de mondiale economie. De afgelopen tijd is de situatie verbeterd. Desalniettemin blijft het volgens Nederland voor beleidsmakers van belang om de verwachtingen van investeerders te managen en onzekerheid over beleidsmaatregelen zoveel mogelijk weg te nemen.

Tot slot was er veel aandacht voor actuele politieke risico’s, waaronder geopolitieke conflicten, terrorisme, de vluchtelingencrisis en de mogelijke Brexit, die een negatief effect kunnen hebben op het vertrouwen in het economisch herstel.

Beleidsuitdagingen

Het IMF benadrukte dat beleidsmakers hun ambities dienen te verhogen om mondiaal de groei te versterken en riep de IMFC leden op om beschikbare beleidsruimte zoveel mogelijk te benutten om het economisch herstel kracht bij te zetten. Nog meer dan voorgaande keren lag de nadruk op een effectieve beleidsmix, bestaand uit zowel monetair als structureel en budgettair beleid. Het IMF stelde voorafgaand aan de vergadering dat het accommoderend beleid in ontwikkelde economieën gepaard moet gaan met structurele en budgettaire beleidsmaatregelen. Het accommoderend beleid is volgens het IMF effectief geweest en moet worden voortgezet. Tegelijkertijd kunnen structurele belemmeringen voor groei niet met monetair beleid geadresseerd worden. Ook het IMFC concludeerde dat met monetair beleid alleen gebalanceerde en duurzame groei niet te realiseren is en dat er dus sprake moet zijn van een beleidsmix. Op budgettair gebied lag de focus tijdens de vergadering in Washington enerzijds op het verbeteren van de efficiëntie van publieke investeringen en anderzijds op het benutten van beschikbare begrotingsruimte. Voor de opkomende economieën en ontwikkelingslanden lag daarnaast de nadruk op een flexibel wisselkoersregime en het opbouwen van buffers, om de weerbaarheid voor externe schokken te versterken.

De Nederlandse inzet dat meer ambitie getoond moet worden op structurele hervormingen voor versterking van de wereldwijde groei werd breed gesteund in het IMFC. Tijdens de vergadering was er veel aandacht voor het belang van structurele hervormingen. Zowel ontwikkelde als opkomende economieën benadrukten tijdens de vergadering de positieve bijdrage die hervormingen kunnen leveren aan gebalanceerde en duurzame groei. Het IMFC heeft vanwege de aanhoudend lage grondstoffenprijzen grondstoffenexporteurs specifiek opgeroepen om hun economie te diversifiëren en zodoende risico’s op betalingsbalansproblemen te verlagen. Ook benadrukten meerdere IMFC leden net als het IMF dat de agenda voor financiële regulering moet worden voortgezet, zowel binnen de bancaire sector, waar de focus op implementatie ligt, als binnen de niet-bancaire sector, waar er behoefte is aan versterking van toezicht op financiële instellingen. Onder andere Nederland en Duitsland riepen daarnaast het IMF op om ook aandacht te blijven besteden aan de afbouw van publieke schulden. In veel ontwikkelde economieën zijn de schuldenniveaus nog steeds hoog als gevolg van de crisis. Daarnaast zijn in verschillende opkomende economieën en ontwikkelingslanden de publieke schulden de afgelopen tijd fors toegenomen als gevolg van zowel externe als binnenlandse ontwikkelingen.

Rol van het IMF

Aangezien de 2010 quota en governance hervormingen sinds eind januari van dit jaar in werking zijn getreden, benadrukten veel IMFC leden dat het IMF als instelling aan legitimiteit en kracht heeft gewonnen. Tegelijkertijd werd er vooruitgeblikt op de bijdrage die het IMF kan leveren aan crisispreventie en crisismanagement voor een stabieler en effectiever internationaal monetair systeem. Verschillende IMFC leden benadrukten het belang van volledige data voor het monitoren van de kapitaalstromen, onder andere om beter zicht te krijgen op de volatiliteit en eventuele risico’s die als gevolg hiervan kunnen optreden. Het IMF zal de komende tijd haar analyse op het gebied van kapitaalstromen verdiepen en de ervaringen van verschillende landen in kaart brengen. Nederland benadrukte dat voor crisispreventie goed macro-economisch en macrofinancieel beleid van essentieel belang zijn. Landen dienen eerst hun eigen beleid op orde te hebben. Deze boodschap werd breed gedeeld in het IMFC.

Op het gebied van crisis management, lag de focus op de werking van het mondiaal financieel vangnet dat bestaat uit verschillende instrumenten. Het IMF heeft met haar instrumenten en vrijwel universeel lidmaatschap een centrale rol. Landen kunnen daarnaast bij liquiditeitsproblemen een beroep doen op hun eigen reserves, op regionale vangnetten en op bilaterale swaplijnen tussen centrale banken. Er was brede erkenning in het IMFC dat een sterk en goed werkend mondiaal financieel vangnet essentieel is voor een stabiel internationaal monetair systeem. Veel landen benadrukten net als Nederland dat het vangnet uit verschillende lagen bestaat en in omvang sterk is toegenomen sinds de crisis. Tegelijkertijd wees het IMF op de beperkte toegang tot het vangnet voor opkomende economieën en ontwikkelingslanden. Het IMFC vroeg het IMF om de komende tijd met name de focus te leggen op de samenwerking tussen het Fonds en regionale financiële vangnetten. Er is volgens de IMF leden ruimte voor verbetering van de samenwerking, waarbij de onafhankelijkheid van regionale vangnetten wordt gewaarborgd.

Tot slot was er ook aandacht voor de middelen van het IMF, die nauw samenhangen met de volgende vijftiende quotaherziening. De IMF leden hebben afgelopen januari afgesproken dat de deadline voor afronding van de vijftiende quotaherziening de jaarvergadering in oktober 2017 is. De IMFC leden hebben zich eraan gecommitteerd om het IMF van voldoende middelen te blijven voorzien.

PRGT lening

Het IMF heeft een verzoek ingediend voor nieuwe middelen voor het Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) bij 14 IMF leden die reeds bijdragen aan de PRGT en aan 14 nieuwe landen die potentieel willen bijdragen. De PRGT is de faciliteit van het IMF die concessionele leningen aan lage-inkomenslanden verstrekt bij tijdelijke betalingsbalansproblemen. Momenteel komen voor deze steun 69 landen in aanmerking. De PRGT faciliteit staat los van de overige IMF middelen en de leningen die door IMF leden worden verstrekt zijn niet revolverend. Dit betekent dat de terugbetalingen van de lage-inkomenslanden terugvloeien naar de IMF leden die de leningen hebben verstrekt aan het IMF, in plaats van naar de PRGT. IMF leden kunnen een vrijwillige bijdrage leveren aan de faciliteit. De omvang van de huidige PRGT faciliteit is 9,8 miljard SDR (12,18 miljard euro)2, waarvan op dit moment nog 3,3 miljard SDR (4,1 miljard euro) in de PRGT resteert. De vraag naar middelen bedraagt momenteel tussen de 1,5 en 2 miljard SDR per jaar en zal volgens het IMF de komende jaren op een vergelijkbaar niveau blijven. Om voldoende middelen ter beschikking te kunnen blijven stellen voor PRGT-programma’s, heeft het IMF nieuwe middelen nodig voor de faciliteit. Via het IMF hebben wij vernomen dat de landen die nu reeds bijdragen aan de PRGT wederom de intentie hebben om een bijdrage te leveren. Ook verwacht het IMF op basis van bilaterale gesprekken dat nieuwe landen bereid zullen zijn bij te dragen, waardoor de lasten voor de PRGT middelen over meer leden verdeeld zullen worden.

Nederland is een van de landen die reeds bijdragen aan de PRGT. Nederland heeft 500 miljoen SDR (ca. EUR 621,47 miljoen) ter beschikking gesteld met een garantie van de Nederlandse Staat aan DNB. Gezien het belang van de PRGT is een nieuwe garantie voor wederom SDR 500 miljoen (ca. EUR 621,47 miljoen) aan DNB op zijn plaats, zodat Nederland opnieuw een bilaterale lening aan de PRGT kan verstrekken voor hetzelfde bedrag. De kans dat DNB de garantie moet inroepen is zeer klein. Het IMF verstrekt alleen leningen, waardoor landen na een bepaalde periode het Fonds weer terug moeten betalen. Het komt zelden voor dat landen achterstanden hebben bij het IMF, mede dankzij het prudentieel beleid dat het Fonds voert. Het IMF hanteert daarnaast een reservebuffer waar achterstanden mee opgevangen kunnen worden. Uiteraard zal dit verzoek samen met een toetsingskader van de nieuwe garantie ook aan de Tweede Kamer worden voorgelegd met een uitgebreide toelichting via de 1e suppletoire begroting van Financiën, die uiterlijk 1 juni aan u wordt aangeboden. De garantie van de Nederlandse Staat inzake het IMF als geheel neemt niet toe, omdat door de inwerkingtreding van de in 2010 overeengekomen quota en governance hervormingen, de garantie is afgebouwd met 4,45 miljard SDR (ca. EUR 5,53 miljard).


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

SDR euro wisselkoers mei 2016

Naar boven