26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee

Nr. 159 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2014

Op 20 mei heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de voorlopige resultaten gepresenteerd van haar periodieke Artikel IV missie op Curaçao en Sint Maarten (bijlage 1)1. De laatste rapportage betrof december 2011. Het IMF rapporteert over beide landen gezamenlijk, omdat dit één muntunie betreft. De definitieve rapportage volgt binnen enkele maanden.

De toonzetting van de rapportage van het IMF is ten opzichte van die in 2011 behoorlijk positief over de beide landen. Financiële hervormingen in de landen hebben een duurzame (economische) basis gelegd om op voort te bouwen. Zo is op Curaçao onder meer de pensioenleeftijd verhoogd, het ambtenarenapparaat gereduceerd en de zorgkosten meer onder controle gekomen. Op Sint Maarten zijn de uitgaven aan uitkeringen en de bekostiging van de zorgverzekering inmiddels onder controle en zijn verbeteringen doorgevoerd in het financieel beheer.

Het strikte monetaire beleid dat is gevoerd door de Centrale Bank (CBCS) heeft gezorgd voor minder druk op de lopende rekening en internationale reserves. Echter, het IMF signaleert significante risico’s omdat nog altijd sprake is van een behoorlijk tekort op de handelsbalans.

Beide landen zijn in hoge mate afhankelijk van het toerisme. De vooruitzichten daarvan zijn positief. In periode 2011–2013 heeft Curaçao een negatieve economische groei gekend van 0,5%. Sint Maarten kende in die periode een kleine groei van 0,75%.

Aanbevelingen voor structurele economische groei

Volgens het IMF is het mogelijk om op Curaçao een structurele economische groei van circa 1,5% en op Sint Maarten 2,5% te realiseren. Daartoe doet het IMF diverse aanbevelingen aan de landen om de (macro) economie en overheidsfinanciën structureel op orde te krijgen.

Curaçao zal volgens het IMF komende tijd vooral moeten werken aan het verbeteren van het vestigings- en investeringsklimaat door verminderen van de bureaucratie (Red Tape) en het verbeteren (flexibiliseren) van de arbeidsmarkt. Ook beveelt het IMF aan de ambtenarenpensioenen in lijn te brengen met de markt en het ambtenarenapparaat verder te reduceren.

Voor Sint Maarten ligt de nadruk op het versterken van de kwaliteit van het overheidsapparaat. Het IMF vraagt vooral aandacht voor de compliance van regelgeving en belastingheffing. Ook de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar is een punt van aandacht.

Voor beide landen beveelt het IMF aan financiële buffers te bouwen voor tijden dat het minder gaat, onder meer door overheids-NV’s (waar mogelijk) dividend te laten betalen. Ten behoeve van het concurrerend vermogen beveelt het IMF aan dat beide landen op termijn overstappen naar een belastingsysteem van toegevoegde waarde (BTW) in plaats van huidige systeem van omzetbelasting.

De beide landen hebben op dit moment nog niet officieel gereageerd op de uitkomsten van de IMF consultatie.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven