Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2014
Op 20 mei heeft het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de voorlopige resultaten gepresenteerd
van haar periodieke Artikel IV missie op Curaçao en Sint Maarten (bijlage 1)1. De laatste rapportage betrof december 2011. Het IMF rapporteert over beide landen
gezamenlijk, omdat dit één muntunie betreft. De definitieve rapportage volgt binnen
enkele maanden.
De toonzetting van de rapportage van het IMF is ten opzichte van die in 2011 behoorlijk
positief over de beide landen. Financiële hervormingen in de landen hebben een duurzame
(economische) basis gelegd om op voort te bouwen. Zo is op Curaçao onder meer de pensioenleeftijd
verhoogd, het ambtenarenapparaat gereduceerd en de zorgkosten meer onder controle
gekomen. Op Sint Maarten zijn de uitgaven aan uitkeringen en de bekostiging van de
zorgverzekering inmiddels onder controle en zijn verbeteringen doorgevoerd in het
financieel beheer.
Het strikte monetaire beleid dat is gevoerd door de Centrale Bank (CBCS) heeft gezorgd
voor minder druk op de lopende rekening en internationale reserves. Echter, het IMF
signaleert significante risico’s omdat nog altijd sprake is van een behoorlijk tekort
op de handelsbalans.
Beide landen zijn in hoge mate afhankelijk van het toerisme. De vooruitzichten daarvan
zijn positief. In periode 2011–2013 heeft Curaçao een negatieve economische groei
gekend van 0,5%. Sint Maarten kende in die periode een kleine groei van 0,75%.
Aanbevelingen voor structurele economische groei
Volgens het IMF is het mogelijk om op Curaçao een structurele economische groei van
circa 1,5% en op Sint Maarten 2,5% te realiseren. Daartoe doet het IMF diverse aanbevelingen
aan de landen om de (macro) economie en overheidsfinanciën structureel op orde te
krijgen.
Curaçao zal volgens het IMF komende tijd vooral moeten werken aan het verbeteren van
het vestigings- en investeringsklimaat door verminderen van de bureaucratie (Red Tape)
en het verbeteren (flexibiliseren) van de arbeidsmarkt. Ook beveelt het IMF aan de
ambtenarenpensioenen in lijn te brengen met de markt en het ambtenarenapparaat verder
te reduceren.
Voor Sint Maarten ligt de nadruk op het versterken van de kwaliteit van het overheidsapparaat.
Het IMF vraagt vooral aandacht voor de compliance van regelgeving en belastingheffing.
Ook de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar is een punt van
aandacht.
Voor beide landen beveelt het IMF aan financiële buffers te bouwen voor tijden dat
het minder gaat, onder meer door overheids-NV’s (waar mogelijk) dividend te laten
betalen. Ten behoeve van het concurrerend vermogen beveelt het IMF aan dat beide landen
op termijn overstappen naar een belastingsysteem van toegevoegde waarde (BTW) in plaats
van huidige systeem van omzetbelasting.
De beide landen hebben op dit moment nog niet officieel gereageerd op de uitkomsten
van de IMF consultatie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk