26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2010

Mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, zend ik u hierbij het verslag van de vergaderingen van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en het Development Committee (DC), alsmede het verslag van het kiesgroepoverleg. De vergaderingen vonden plaats op 8 en 9 oktober 2010. De schriftelijke interventies die Nederland heeft ingebracht in de vergaderingen zijn bijgevoegd, alsook de communiqués.1

In het verslag valt te lezen dat er tijdens de jaarvergadering geen beslissingen zijn gevallen met betrekking tot de IMF governance. Afgelopen weekend (23 oktober) hebben de G20 ministers van Financiën en Centrale Bankdirecteuren wel een akkoord bereikt over een pakket aan governance hervormingen. Deze hervormingen zullen nog worden voorgelegd aan de IMF-leden. In deze brief wil ik u alvast informeren over de belangrijkste uitkomsten van de G20-bijeenkomst op het gebied van IMF governance.

Er is een akkoord bereikt over een verschuiving in quota van meer dan 6% naar «dynamic EMDCs» en ondervertegenwoordigde landen, waarbij het stemrecht van de armste landen beschermd wordt. Deze verschuiving moet effectief worden voor de jaarvergadering in 2012. Bovendien zal de quotaformule vóór januari 2013 herzien worden en de volgende quotaherziening voor januari 2014 plaatsvinden. Nederland komt uit op een quota-aandeel van 1,83%. Alle oververtegenwoordigde landen dragen aan de verschuiving bij en Nederland mag met een quota-uitkomst rond het berekende quota tevreden zijn. Hiermee komt Nederland – als 16e economie van de wereld – uit op de 15de positie in het IMF. Het nieuwe quota-aandeel doet recht aan het economisch gewicht van Nederland in de wereld.

Er is afgesproken de quotamiddelen van het IMF te verdubbelen. Landen dragen daar naar rato van hun nieuwe quotagewicht aan bij. Voor Nederland zal dit betekenen dat het ongeveer SDR 3,5 miljard extra beschikbaar moet hebben via De Nederlandsche Bank voor het IMF. Daar staat echter tegenover dat als deze quotaverhoging effectief wordt het noodfonds van het IMF (dat beschikbaar is voor het geval dat de quotamiddelen niet toereikend zijn) naar beneden wordt gebracht.

De Europese Unie heeft bij de jaarvergadering aangeboden twee zetels in te leveren ten gunste van opkomende landen. In Korea is bevestigd dat twee zetels zullen worden ingeleverd, overigens door geheel Europa.  Dit is in lijn met de gewijzigde verhoudingen in de wereldeconomie, waarbij snel groeiende economieën als China, India en Brazilië, maar ook bijvoorbeeld Turkije en Mexico, een grotere stem in het IMF krijgen. Dat is goed voor de legitimiteit van het IMF als mondiale instelling.

Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over hoe Europa de zetelreductie zal realiseren. Dat is een Europese zaak en daar zal in de komende tijd binnen Europa over worden gesproken. De nieuwe samenstelling van de Board zal effectief worden als de quotahervorming geratificeerd is. De ervaring leert dat ratificatie door de nationale parlementen van de lidstaten zo’n twee jaar zal vergen.

Wat de consequenties voor de Nederlandse kiesgroep zullen zijn, hangt af van deze nadere besprekingen. Het is belangrijk dat veranderende wereldverhoudingen tot uiting komen in het IMF en Nederland zal daarin ook haar verantwoordelijkheid nemen. Nederland zal echter als 16e economie en vooraanstaand financier van het IMF adequaat vertegenwoordigd moeten blijven. Dit is niet alleen in het belang van Nederland maar ook van het IMF zelf, dat immers afhankelijk is van de steun van haar lidstaten, groot en klein.

Gekoppeld aan de verandering in de samenstelling, zijn er nog een aantal aanpassingen afgesproken in het kader van de kiesgroepvorming. Het wordt mogelijk voor kiesgroepen die uit meerdere landen bestaan om een tweede plaatsvervangende bewindvoerder aan te stellen. Bovendien worden op termijn de «appointed chairs» – de regel dat de vijf landen met het hoogste quota een bewindvoerder benoemen en geen kiesgroep kunnen vormen – afgeschaft. Tot slot is afgesproken elke 8 jaar een evaluatie en eventuele herziening van de samenstelling van de board uit te voeren.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Verslag jaarvergadering IMF en Wereldbank 8 en 9 oktober 2010 in Washington D.C.

1. Inleiding

Op vrijdag 8 en zaterdag 9 oktober vond in Washington DC de Jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank plaats. De belangrijkste gedeelten van de Jaarvergadering waren de bijeenkomsten op zaterdag van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en het Development Committee (DC). Verder vond op vrijdagochtend een gezamenlijke bijeenkomst van het IMFC en de G20 plaats. Op vrijdagmiddag vond ook het traditionele overleg met de leden van de kiesgroep plaats2 en kwam de G43 van ministers van Financiën en centrale bank presidenten bijeen onder Nederlands voorzitterschap. Het IMFC besprak de recente economische ontwikkelingen en beleidsuitdagingen en de hervormingsagenda van het IMF, met name op het gebied van governance. Het DC stond in het teken van de International Development Association (IDA), met een focus op de resultaatgerichtheid en de bijdrage aan het behalen van de Millennium Development Goals (MDG) van dit loket. Ook kwam de voortgang van de bredere hervormingsagenda van de Wereldbank aan de orde.

2. International Monetary and Financial Committee

Het IMFC bestond uit vier delen. Tijdens een besloten, gezamenlijk ontbijt van het IMFC en de G20 op vrijdagochtend, werd gesproken over IMF governance. Vrijdagmiddag kregen de ministers in een besloten sessie een presentatie van de vertrouwelijke uitkomsten van de Early Warning Exercise (EWE).In een besloten ontbijtsessie van het IMFC op zaterdagochtend kwamen de beleidsuitdagingen aan de orde. Tot slot werd in de plenaire sessie gesproken over de stand van de economie en de hervormingsagenda op het gebied van het mandaat en de governance van het IMF.

De financiële en economische situatie

Zowel in de besloten sessies als in de plenaire sessie kwamen de financieel economische situatie en de beleidsuitdagingen aan de orde. In dit verband is veel gesproken over de kwetsbaarheden die ontstaan vanwege mondiale onevenwichtigheden, volatiele kapitaalstromen, wisselkoersbewegingen en accumulatie van internationale reserves. Het IMF benadrukte dat er zowel interne als externe «rebalancing» nodig is. Dit betekent intern een verschuiving van stimulerende maatregelen vanuit de overheid naar meer vraag vanuit de private sector en extern een verschuiving van vraag van landen met een tekort op de lopende rekening naar landen met een overschot. Bovendien blijft herstel en hervorming van de financiële sector belangrijk. Wat betreft de speculaties over een mogelijke valutaoorlog erkenden landen dat dit in een bredere context moet worden gezien en dat coördinatie belangrijk is om een «race-to-the-bottom» en protectionistische maatregelen te voorkomen. Een simpele oplossing voor de mondiale onevenwichtighedenis er echter niet, dus dit moet op de agenda blijven om zo tot een structurele en gecoördineerde aanpak te komen.

IMF quota en governance

Zowel in het gezamenlijke besloten G20/IMFC ontbijt op vrijdag als in de plenaire sessie op zaterdag werd gesproken over de hervormingen van IMF quota en governance. In de sessie op vrijdag bleek dat de posities nog te ver uiteen lagen om tijdens deze jaarvergadering overeenstemming te bereiken. De opkomende economieën pleitten voor een verschuiving van minstens 5% in quota van ontwikkelde economieën naar opkomende economieën en ontwikkelingslanden. Dit is echter niet in lijn met de Pittsburgh-afspraak die stelt dat er een verschuiving moet plaatsvinden van 5% van over- naar ondervertegenwoordigde landen, die ten goede moet komen aan dynamische opkomende economieën en ontwikkelingslanden. De VS liet en-marge van de vergadering weten het voorstel van de EU om op termijn tot twee stoelen in de Raad van Bewindvoerders in te leveren te weinig concreet te vinden. Aangezien over het pakket aan IMF hervormingen voor januari 2011 besloten moet worden, was de verwachting dat tijdens de komende G20 vergaderingen stappen gezet gaan worden. In de plenaire sessie gaf Managing Director Strauss-Kahn een overzicht van de stand van zaken op de verschillende governance issues. Het pakket behelst naast quota en de samenstelling van de Raad van Bewindvoerders ook ministeriële betrokkenheid, de selectie van het senior management van het IMF en andere internationale financiële instellingen, diversiteit van staf van het IMF en de effectiviteit van de Raad van Bewindvoerders.

IMF mandaat

De herziening van het mandaat van het IMF kwam aan de orde tijdens de plenaire sessie op zaterdag. Het IMFC verwelkomde de recente beslissingen om de surveillance van het IMF te versterken. Een assessment van de financiële stabiliteit wordt een verplicht onderdeel van de Artikel IV voor de 25 meest systeemrelevante landen en het IMF gaat experimenteren met spillover rapporten. Hiervan is het Koninkrijk al lange tijd pleitbezorger geweest. De komende tijd moet de bilaterale en multilaterale surveillance verder versterkt worden en in 2011 moet de driejaarlijkse evaluatie plaatsvinden van de effectiviteit van het surveillanceraamwerk van het IMF. Hierbij is met name belangrijk te bezien hoe de opvolging die landen aan beleidsadviezen geven verbeterd kan worden, iets wat het Koninkrijk benadrukte. Ook in de discussie over het mandaat werd erkend dat de mondiale onevenwichtigheden vragen om meer analyse en guidance van het IMF op het gebied van het internationale monetaire systeem. Het Koninkrijk bepleitte in dit verband met succes ook specifiek het beleid omtrent kapitaalstromen te analyseren en beoordelen.

3. Development Committee

Het DC bestond uit een besloten lunch en een plenair gedeelte. Voor de lunchbijeenkomst stonden geen specifieke onderwerpen geagendeerd. Dit onderdeel werd door landen dan ook gebruikt om aan te geven welke onderwerpen de komende tijd extra aandacht behoeven. De kwetsbaarheid van veel ontwikkelingslanden voor prijsvolatiliteit van agrarische grondstoffen, het belang van voedselzekerheid en gender werden als belangrijke thema’s genoemd. Hoewel de Wereldbank gecomplimenteerd werd met de aanpak van de crisis, werd het belang van een focus op meetbare resultaten benadrukt. Daarnaast was verbetering mogelijk van de dialoog tussen leden van de Wereldbank over belangrijke onderwerpen, waaraan een meer betekenisvolle discussie tijdens het DC zou kunnen bijdragen. Ten slotte was er aandacht voor innovatieve financieringsmechanismen, niet alleen in de context van budgettaire krapte van veel donoren, maar ook om een andere manier van denken over ontwikkelingssamenwerking te stimuleren. Bij toekomstige middelenaanvullingen van IDA zou innovatieve financiering ook een rol kunnen spelen.

President Zoellick opende na de besloten lunch de meer formele setting van het plenaire gedeelte van het DC met een korte verwijzing naar zijn speech tijdens de formele jaarvergadering van gouverneurs en de hoofdthema’s van de agenda: de getoonde veerkracht van ontwikkelingslanden tijdens de crisis, meetbare resultaten en effectiviteit van met name IDA en de interne hervormingsagenda. Hij riep donoren op om, ondanks de budgettaire druk, fors op IDA in te zetten. Deze oproep bleek in zoverre succesvol, dat IDA het enige thema was dat in vrijwel alle interventies systematisch aan bod kwam. Een aantal stoelen onderstreepte het belang van eerlijke en brede verdeling van de kosten bij de financiering van IDA. Verder werd de Bank gevraagd bij het selecteren van activiteiten waarin de Bank actief zou moeten zijn meer aandacht te besteden aan de complementariteit ten opzichte van andere ontwikkelingsbanken. UNDP onderstreepte de noodzaak van betere samenwerking tussen de ontwikkelingsbanken en de VN om belemmeringen in het bereiken van de MDGs beter in kaart te brengen. Er werd brede steun uitgesproken voor de nieuwe crisisfaciliteit van IDA, het zogenaamde Crisis Response Window.

Ten aanzien van de hervormingsagenda werd algemene waardering uitgesproken over de voortgang op het gebied van interne hervormingen, zoals decentralisatie en de organisatorische aanpassingen die dit vergt. Het Koninkrijk gaf aan dat het decentralisatieproces wel moet worden voorgezet, waarbij met name delegatie van beslisbevoegdheid verbetering behoeft. Hervorming van de governance van de Wereldbank kwam slechts in beperkte mate aan bod. Net als het Koninkrijk gaven verschillende landen wel aan een grotere rol te zien voor ministers in het uitzetten van de strategische richting van de Bank, onder meer middels versterking van het DC. Ook werd de wens herhaald om tot een open selectieproces voor de top van Wereldbank en IMF te komen, gebaseerd op merites. De komende periode zal een werkgroep van Bewindvoerders met een voorstel komen voor dit laatste punt, zodat dit tijdens de Voorjaarsvergadering aan ministers kan worden voorgelegd.

Tijdens de Bali Dialoog op vrijdagmiddag bespraken ministers de voortgang in klimaatfinanciering, van Kopenhagen tot Cancún. Minister de Jager hield op verzoek van President Zoellick een korte speech over de op initiatief van Nederland gelanceerde website om de bijdragen aan klimaatfinanciering inzichtelijk te maken. Dit initiatief zou transparantie moeten bieden over bijdragen van ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden inzicht geven in de mate waarin deze eerste groep landen hun verplichtingen nakomt. Diverse landen spraken waardering uit voor dit initiatief.

4. G4 ministers en Centrale Bank presidenten

Op vrijdagmiddag vond een G4-bijeenkomst plaats tussen de ministers van Financiën en de centrale bank presidenten van Nederland, België, Zweden en Zwitserland. Minister de Jager zat de vergadering voor. De G4-landen blikten terug op de ontbijtsessie over IMF quota en governance en spraken over de verwachtingen voor de komende tijd. De G4-landen waren het eens over het belang van een transparant proces. Als er concrete invulling aan een eventuele verandering in de samenstelling van de Raad wordt gegeven, moeten de landen waar dit effect op heeft ook worden betrokken bij het besluitvormingsproces. Alle elementen van het governance pakket liggen op tafel en nu moet er vooruitgang worden geboekt.

5. Kiesgroepoverleg

Tijdens het reguliere kiesgroepoverleg en marge van de jaarvergadering gaven de bewindvoerders Bakker en Treffers een update over de agenda van respectievelijk IMF en Wereldbank. Vervolgens werden de schriftelijke interventies van de kiesgroep in het IMFC en het DC vastgesteld. Minister de Jager informeerde de kiesgroeplanden verder nog over de laatste ontwikkelingen omtrent de IMF stoelendiscussie en benadrukte dat het Koninkrijk zeer tevreden is over de wijze waarop de kiesgroep momenteel functioneert en samenwerkt. Afgesproken werd elkaar op de hoogte te houden van eventuele ontwikkelingen.

6. Toezeggingen tijdens AO IMF/WB jaarvergadering op 6 oktober

In het AO ter voorbereiding op de IMF/WB jaarvergadering (kamerstuk 26 234, nr. 107) zegde de Minister van Financiën toe op een aantal vragen schriftelijk terug te komen.

De VVD-fractie vroeg naar de inzet van het Koninkrijk bij de taakverdeling tussen de Raad van Gouverneurs, het IMFC, de Raad van Bewindvoerders en IMF Management en waar de problemen in de huidige situatie zitten.

Momenteel is de Raad van Bewindvoerders ook belast met dagelijkse operationele taken, waardoor het minder in staat is het overzicht te houden over het werk van het Management en staf en hen te controleren. Dit is een belangrijke bevinding van de Independent Evaluation Office van het IMF, die het functioneren van de Raad heeft doorgelicht. Het zou helpen de Raad van Bewindvoerders wat operationele taken uit handen te nemen om meer ruimte te creëren voor strategische zaken.

De crisis heeft aangetoond dat de politieke betrokkenheid bij strategische onderwerpen via het IMFC tekort schiet, de G20 is het forum geweest waar gecoördineerde actie is afgesproken om de crisis te lijf te gaan. Gezien het brede lidmaatschap van het IMF zou het IMFC deze rol meer op zich moeten nemen. Beslissingsbevoegdheid zou hierbij eventueel overwogen kunnen worden. Het Koninkrijk zet in op een IMFC dat meer strategische sturing geeft en waar gesproken wordt over geïdentificeerde risico’s en beleidsmaatregelen die nodig zijn om risico’s te mitigeren. Bovendien moet het IMFC meer gaan fungeren als orgaan waarin landen peer review en pressure toepassen en elkaar aanspreken op de grensoverschrijdende gevolgen van binnenlands beleid.

Het Koninkrijk ziet de taakverdeling dan als volgt. IMF Management geeft leiding aan de staff en houdt zich bezig met de dagelijkse operationele taken van het IMF. De Raad van Bewindvoerders houdt overzicht en toezicht op het werk van IMF staff en Management. Bovendien geven zij strategische sturing voor zover daar geen directe politieke betrokkenheid bij vereist is. Het IMFC bespreekt de geïdentificeerde risico’s en beleidsmaatregelen die nodig zijn om risico’s te mitigeren. Hierbij spreken leden elkaar aan op grensoverschrijdende gevolgen van binnenlands beleid. Verder wisselen ze van gedachten over de onderwerpen die uiteindelijk door de Raad van Gouverneurs besloten moeten worden, zoals statutenwijzigingen en financiële issues. De Raad van Gouverneurs blijft het orgaan die de uiteindelijke beslissingen over deze onderwerpen neemt, omdat hierin elk land individueel vertegenwoordigd is en dus een stem heeft.

Naar aanleiding van een brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 5 oktober 2010 werd gevraagd waaruit de categorie «overige bijdragen» aan de Wereldbank bestaat. Bovendien wilde de Kamer weten welke bedragen op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken en welke op de begroting van het ministerie van Financiën staan en wat daarvan ODA en non-ODA is.

In de brief is een bedrag van EUR 163 miljoen aangegeven voor overige uitgaven. Dit bedrag heeft betrekking op enerzijds begrotingssteun aan twee kiesgroeplanden (Georgië en Macedonië), die via de Wereldbank loopt, en anderzijds het zogeheten Bank Netherlands Partnership Programme. Dit laatste programma heeft betrekking op vrijwel alle thema’s die in de afgelopen jaren centraal stonden binnen het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking.

De Wereldbank bestaat uit meerdere onderdelen. De algemene bijdragen, in de vorm van aandelenkapitaal bij IBRD en IFC en middelenaanvullingen bij IDA, staan op de begroting van het ministerie van Financiën. Alle overige, geoormerkte bijdragen aan de Wereldbank staan op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zowel de bijdragen die zijn opgenomen op de begroting van Buitenlandse Zaken, als die op de begroting van Financiën vallen onder de criteria voor Official Development Assistance (ODA).


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

XNoot
2

naast Nederland bestaande uit Armenië, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Georgië, Israël, Kroatië, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne en Roemenië.

XNoot
3

naast Nederland bestaande uit België, Zweden en Zwitserland.

Naar boven