26 231 Compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het buitenland

Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

Hierbij bied ik u de rapportage aan over de resultaten die in 2021 en 2022 met het Industrieel Participatie (IP)-beleid zijn behaald. IP bestaat uit opdrachten bij de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie die een relatie hebben met de Defensie Industrie Strategie. Deze rapportage is een vervolg op de rapportage over 2019 en 2020, die op 1 december 2021 aan uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 26 231, nr. 33).

Nederland wil blijven beschikken over een eigen defensiegerelateerde technologische en industriële basis, zodat de eigen nationale veiligheid kan worden geborgd en een zeker autonoom handelingsperspectief behouden blijft. Dat is precies wat we willen bereiken met het IP-beleid. Door afspraken met internationale defensiebedrijven te maken over de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zorgen we ervoor dat ze toegang krijgen tot de veelal gesloten waardeketens in deze sector. Daarmee versterken en positioneren we de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis («DTIB») op internationale schaal.

De rapportage gaat eerst in op de ontwikkelingen die van invloed zijn op het IP-beleid. Vervolgens worden de resultaten van het IP-beleid gepresenteerd en geduid. In 2021 en 2022 is respectievelijk € 321 miljoen en € 348 miljoen aan IP gerealiseerd. Ondanks een stijging in de defensieuitgaven is daarmee de realisatie is stabiel ten opzichte van voorgaande jaren, Het is de verwachting dat de gerealiseerde IP de komende jaren een stijgende lijn laat zien, omdat het enige tijd duurt voordat de nieuw afgesloten contracten terug te zien zijn in de IP-realisatie.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven