26 231 Compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het buitenland

Nr. 31 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2019)

Hierbij bied ik u de rapportage1 aan over de resultaten die in 2017 en 2018 met het Industrieel Participatiebeleid zijn behaald. Deze rapportage is een vervolg op de rapportage over 2015 en 2016, die op 21 december 2017 aan uw Kamer is verstuurd (Kamerstuk 26 231, nr. 29).

De rapportage gaat eerst in op de uitgangspunten voor en de actualisatie van het Industrieel Participatie (IP-)beleid als gevolg van de herziene Defensie Industrie Strategie (DIS) uit 2018. Hiermee wordt invulling gegeven aan de gedane toezegging aangaande de doorontwikkeling van het IP-beleid tijdens het nota-overleg met de Tweede Kamer over de nieuwe DIS op 18 februari jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 10).

Vervolgens wordt stil gestaan bij de ontwikkelingen in Europees verband die voor de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie relevant zijn. De nadruk ligt hierbij op instrumenten om een meer internationaal gelijk speelveld te bevorderen.

Tot slot wordt in de rapportage aandacht besteed aan de resultaten van het Industrieel Participatiebeleid. In 2017 en 2018 is respectievelijk € 266 miljoen en € 337 miljoen aan Industriële Participatie gerealiseerd. Industriële Participatie bestaat uit opdrachten bij de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie die een relatie hebben met de Defensie Industrie Strategie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven