nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet
op het voortgezet onderwijs inzake geneeskundige verklaringen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
24 september 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het benoemingsvereiste
te schrappen met betrekking tot het bezit van een geneeskundige verklaring
en daartoe de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en
de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Artikel 32 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste, tweede en derde lid komen te luiden:
1. Om tot directeur, adjunct-directeur of leraar, behalve in een functie
voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs,
te kunnen worden benoemd, dient de betrokkene te voldoen aan artikel 3, eerste
lid.
2. Om te kunnen worden benoemd uitsluitend voor het geven van godsdienstonderwijs
of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs dient de betrokkene te voldoen aan
artikel 3, eerste lid, onder a en c.
3. Om te kunnen worden benoemd in een andere functie dan het geven van
onderwijs, dient de betrokkene:
a. in het bezit te zijn van de verklaring, bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onder a; en
b. te voldoen aan de overige vereisten voor de te vervullen functie.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «vermeld in het eerste, het
tweede en het derde lid onder b en c» vervangen door: , bedoeld in het
derde lid, onder b.
B
In artikel 68, eerste lid, vervalt de zinsnede «geneeskundig onderzoek
bij benoeming,».
ARTIKEL II
In de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Artikel 32 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste, tweede en derde lid komen te luiden:
1. Om tot directeur, adjunct-directeur, leraar of in een andere functie
voor het geven van onderwijs, behalve godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs, te kunnen worden benoemd, dient de betrokkene te voldoen
aan artikel 3, eerste lid.
2. Om te kunnen worden benoemd uitsluitend voor het geven van godsdienstonderwijs
of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs dient de betrokkene te voldoen aan
artikel 3, eerste lid, onder a en c.
3. Om te kunnen worden benoemd in een andere functie dan het geven van
onderwijs, dient de betrokkene:
a. in het bezit te zijn van de verklaring, bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onder a; en
b. te voldoen aan de overige vereisten voor de te vervullen functie.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «vermeld in het eerste, het
tweede en het derde lid onder b, en in het derde lid onder c» vervangen
door: , bedoeld in het derde lid, onder b.
B
In artikel 69, eerste lid, vervalt de zinsnede «geneeskundig onderzoek
bij benoeming,».
ARTIKEL III
In de Wet op het voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Artikel 152 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste, tweede en derde lid komen te luiden:
1. Om tot directeur, adjunct-directeur, leraar of in een andere functie
voor het geven van onderwijs, behalve godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs, te kunnen worden benoemd, dient de betrokkene te voldoen
aan artikel 126, eerste lid.
2. Om te kunnen worden benoemd uitsluitend voor het geven van godsdienstonderwijs
of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs dient de betrokkene te voldoen aan
artikel 126, eerste lid, onder a en c.
3. Om te kunnen worden benoemd in een andere functie dan het geven van
onderwijs, dient de betrokkene:
a. in het bezit te zijn van de verklaring, bedoeld in artikel 126, eerste
lid, onder a; en
b. te voldoen aan de overige vereisten voor de te vervullen functie.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «vermeld in het eerste, het
tweede en het derde lid onder b, en in het derde lid onder c» vervangen
door: , bedoeld in het derde lid, onder b.
B
In artikel 187, eerste lid, vervalt de zinsnede «geneeskundig onderzoek
bij benoeming,».
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,