nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Kaderwet bestuur in verandering (verlenging regeling Stadsregio Rotterdam).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
23 september 1998
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Kaderwet
bestuur in verandering te wijzigen teneinde de regeling voor het samenwerkingsgebied
waarin de gemeente Rotterdam is gelegen te kunnen verlengen:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kaderwet bestuur in verandering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 46 vervalt.
B
In artikel 47 vervalt het eerste lid alsmede het cijfer voor het tweede
lid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad wordt geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de
nauwkeurige invoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,