26 219
Regels met betrekking tot het onderzoek naar en het winnen van delfstoffen en met betrekking tot met de mijnbouw verwante activiteiten (Mijnbouwwet)

nr. 93
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2007

In uw besluitenlijst van de Vaste Commissie voor Economische Zaken van 10 april is het verzoek opgenomen de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren nadat het aangekondigde gesprek met de Noordelijke stakeholders heeft plaatsgevonden.

Op 11 april heb ik mij via een gesprek met vertegenwoordigers van Gedeputeerde Staten van Fryslân, het gemeentebestuur van Franekeradeel, het Wetterskip Fryslân, de actiegroep «Laat het zout maar zitten», het Dorpsbelang Sexbierum, het Dorpsbelang Tzummarum, het Dorpsbelang Wijnaldum en de bevolking over de gevolgen van zout- en gaswinning op de hoogte laten stellen. Hierbij is een aantal zaken aan de orde gesteld.

De stand van zaken zal ik hieronder weergeven.

Bestuurlijk overleg

Op 29 maart heeft bestuurlijk overleg bij de provincie Fryslân plaatsgevonden, waarbij de gemeenten Franekeradeel, Harlingen en Het Bildt, het Wetterskip Fryslân en het Ministerie van Economische Zaken aanwezig waren. Bij deze vergadering zijn Frisia Zout en Vermilion gedeeltelijk aanwezig geweest. Besproken zijn de voorlopige resultaten van de waterpasmeting van september 2006. Geconstateerd is dat nog verdere analyse moet plaatsvinden.

Op 10 mei is er weer bestuurlijk overleg geweest. Daarin zijn de eindresultaten van de studie naar de bodemdaling door zoutwinning gepresenteerd, alsook de stand van zaken van de studie naar de bodemdaling door gaswinning. Verder is aan de orde geweest welke acties nodig zijn voor de waterhuishouding en de gebiedsgerichte aanpak. Afgesproken is dat eind juni opnieuw een bestuurlijk overleg zal plaatsvinden.

Bodemdaling

De bodemdaling die is opgetreden ten gevolge van de zoutwinning ligt, zoals ik uw Kamer al eerder heb gemeld, in lijn met de voorspellingen. De studieresultaten van Frisia Zout zijn inmiddels geaccepteerd door Staatstoezicht op de mijnen. De resultaten zijn door Frisia Zout gepubliceerd.

De bodemdaling door gaswinning is op basis van de metingen van september van het vorige jaar maximaal 9 à 10 cm. Over de prognose van de uiteindelijke bodemdaling is verdere studie nodig. In die studie zal ook gekeken worden naar de overlap van de bodemdaling door zout- en gaswinning en het optreden van autonome bodemdaling. Frisia Zout, Vermilion en het Wetterskip zijn bij deze studies direct betrokken; het Staatstoezicht op de mijnen verleent assistentie. De verwachting is dat er eind juni meer duidelijkheid is over de vorm en uitgestrektheid van de bodemdalingsschotels.

Technische commissie bodembeweging

Vanuit het gebied waarin zoutwinning plaats vindt is twijfel uitgesproken over de objectiviteit van de Technische commissie bodembeweging. Deze twijfel heeft mij verbaasd. In juli van het afgelopen jaar is de Tcbb in het gebied geweest en heeft contact gehad met betrokkenen, waaronder de actiegroep. Mijn eigen onderzoek heeft niet tot aanwijzingen geleid dat er twijfel zou moeten bestaan aan de objectiviteit van de Tcbb. Ik heb dit de actiegroep inmiddels laten weten.

Klachten over Frisia Zout

Vanuit de omgeving zijn klachten geuit over het optreden van Frisia Zout. De actiegroep heeft mij nadere informatie toegezegd. Op basis hiervan zal ik bekijken of overleg met Frisia Zout en/of de actiegroep gewenst is. Nadere informatie heb ik nog niet ontvangen.

Openbaarheid meetgegevens

Vanuit de omgeving is gevraagd naar de beschikbaarstelling van meetgegevens.

Deze gegevens zijn verwerkt in meetregisters. Deze registers zijn openbaar en te vinden op www.nlog.nl. Uit de registers wordt afgeleid hoeveel de bodemdaling door delfstofwinning bedraagt. Het resultaat van deze analyse komt beschikbaar in een voor het publiek meer toegankelijk rapport. Het eerste deel van dit rapport, namelijk over de bodemdaling door zoutwinning, is op 10 mei jongstleden openbaar gemaakt.

Acties bij provincie en Wetterskip

Voor de opvang van de bodemdaling zijn maatregelen van het Wetterskip en de provincie nodig. Het waterschap is bezig met herstelplannen om de gevolgen van bodemdaling op te vangen en aanpassing van de peilbesluiten. De provincie werkt aan een gebiedsplan.

In het bestuurlijk overleg vindt over de procedures en het tijdschema afstemming plaats.

De minister van Economische Zaken

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven