nr. 92
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 maart 2007
De vaste commissie voor Economische Zaken1
heeft schriftelijk overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken inzake
bodemdaling Franeker en omgeving.
De commissie brengt van dit overleg verslag uit door openbaarmaking van
de gewisselde stukken.
De voorzitter van de commissie,
Ten Hoopen
De griffier van de commissie,
Tielens-Tripels
Aan de minister van Economische Zaken
Den Haag, 13 maart 2007
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben in de onlangs
gehouden procedurevergadering de brief van de gemeente Franekeradeel. d.d.
6 maart 2007 besproken. (zie bijlage) Zij verzoekt U, Uw inhoudelijke
reactie op deze brief aan de kamer te zenden.
Daarenboven wil zij U de volgende vragen voorleggen.
– Kan de Kamer geïnformeerd worden over het antwoord van staatstoezicht
op de mijnen op de brandbrief Wetterskip Fryslan d.d. 19 februari jl.;
– Over de ontwikkeling van de bodemdaling in andere gebieden waar
gas gevonden wordt;
– Over de handhavingstrategie van het Rijk tegen overschrijding
van de afgesproken maximale bodemdaling;
– Over de schadevergoedingsregeling aan waterschappen en evt. andere
belanghebbenden die door de te hoge bodemdaling worden getroffen.
Griffier vaste commissie voor Economische Zaken,
Tielens-Tripels
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 23 maart 2007
In uw brief, gedateerd 13 maart 2007, stelt u een aantal vragen over
de bodemdaling ten gevolge van de gas- en zoutwinning in de omgeving van Franeker.
Uw eerste vraag is om een inhoudelijke reactie op de brief van de gemeente
Franekeradeel van 13 maart 2007. Een afschrift van mijn brief aan de
gemeente Franekeradeel voeg ik voor u ter informatie bij.1
Uw tweede vraag betreft de brief van het Wetterskip Fryslân van
23 februari 2007 aan het Staatstoezicht op de mijnen. Deze brief is door
het Staatstoezicht op de mijnen (Sodm) nog niet schriftelijk beantwoord. Wel
heeft overleg plaatsgevonden tussen Sodm en het Wetterskip over de onderwerpen
die in de brief genoemd zijn. Thans wordt door Sodm verder onderzoek gedaan
naar de exacte omvang van de bodemdaling die toegerekend kan worden aan de
gaswinning. Verder vindt overleg plaats tussen Sodm, Vermilion en het Wetterskip
Fryslân over de maatregelen die mogelijk zijn om de nadelige gevolgen
van bodemdaling te voorkomen en de kosten die hieruit voortvloeien en die
door Vermilion gedragen zullen moeten worden. Het bestuurlijk overleg waarom
het Wetterskip Fryslân in zijn brief vraagt zal aan het eind van deze
maand plaatsvinden.
De derde vraag betreft de bodemdaling in andere gebieden waar gas gevonden
wordt. De bodemdaling door gaswinning is van vele factoren afhankelijk; de
belangrijkste factoren zijn de oppervlakte van het gasveld, de omvang van
de gasreserves, de hardheid van het gesteente waarin het gas zich bevindt
en de geologie van het gebied. De bodemdaling door winning kan daardoor verschillen
van verwaarloosbaar tot ruim 40 cm in het geval van het Groningenveld. De
verwachte bodemdaling moet zijn beschreven in het winningsplan (artikel 34
e.v. van de Mijnbouwwet). De bodemdaling moet worden gemeten overeenkomstig
een meetplan (artikel 30 van het Mijnbouwbesluit). Het meetplan wordt opgesteld
door de mijnbouwonderneming en behoeft de instemming van de Minister van Economische
Zaken. De meetgegevens over de bodem(daling) worden door de mijnbouwonderneming
aan het Staatstoezicht op de mijnen verstrekt.
De vierde vraag is naar de handhavingstrategie bij overschrijding van
de afgesproken bodemdaling. De bodemdaling is beschreven in het winningsplan.
Zodra duidelijk wordt dat de opgegeven bodemdaling overschreden wordt, zal
de houder van de winningsvergunning een aanvraag tot wijziging van het winningsplan
moeten indienen ter beoordeling van de Minister. Dit zal ook bij de bodemdaling
door gaswinning bij Franeker moeten gebeuren. Bij de beoordeling van de extra
bodemdaling wordt dan bekeken of de schade, die de extra bodemdaling veroorzaakt,
opgevangen kan worden en of nadere maatregelen in het kader van het winningsplan
noodzakelijk zijn.
De laatste vraag betreft de schadevergoedingsregeling aan waterschappen
en eventuele belanghebbenden die door de te hoge bodemdaling worden getroffen.
In het gebied bij Franeker leidt bodemdaling tot schade aan de waterhuishouding.
Tussen Frisia Zout en het Wetterskip Fryslân is een overeenkomst
gesloten waarbij afspraken zijn gemaakt over de vergoeding door Frisia Zout
van de kosten die het Wetterskip Fryslân moet maken om de gevolgen van
de bodemdaling door zoutwinning op te vangen.
Tussen Vermilion en het Wetterskip Fryslân is inmiddels overleg
over de omvang van de bodemdaling, de te nemen maatregelen en de vergoeding
van kosten. Het staat vast dat het Wetterskip Fryslân de kosten die
het moet maken om de waterhuishouding op peil te houden, aan Vermilion kan
doorberekenen, voor zover de maatregelen het gevolg zijn van de gaswinning.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik
(GL), Ten Hoopen (CDA), voorzitter, Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van
der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA),
Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Irrgang (SP), ondervoorzitter,
Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA),
Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen
(SP) en Ouwehand (PvdD).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Kalma (PvdA), Van Dijk (CDA), Duyvendak
(GL), Joldersma (CDA), Vacature (CDA), Van Hijum (CDA), Koşer Kaya
(D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Heerts (PvdA), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA),
Weekers (VVD), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich
(CDA), Cramer (CU), Atsma (CDA), Schippers (VVD), Madlener (PVV), Neppérus
(VVD), Tichelaar (PvdA), Gerkens (SP) en Thieme (PvdD).
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.