nr. 84
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BLAAUW TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 82
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 97a wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. insolventie: faillissement, surséance van betaling of het van
toepassing zijn van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
II
Na artikel 99d worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 99e
1. Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon
die krachtens publiekrecht is ingesteld, bij wie schade is opgetreden door
bodembeweging die redelijkerwijs het gevolg kan zijn van mijnbouwactiviteiten,
verricht door een mijnbouwondernemer die, voordat de schade is vergoed, in
staat van insolventie is geraakt, dan wel is overleden of heeft opgehouden
te bestaan, kan Onze Minister verzoeken de schade te vergoeden. Hij overlegt
bij zijn verzoek een advies van de commissie.
2. Indien het advies het oordeel bevat dat er een oorzakelijk verband
is tussen de schade en de desbetreffende mijnbouwactiviteiten, kent Onze Minister
schadevergoeding toe ter hoogte van het in het advies genoemde schadebedrag,
tenzij het advies kennelijk onjuist is. Hij wijst het verzoek af als het advies
het oordeel bevat dat er geen oorzakelijk verband is tussen de schade en de
mijnbouwactiviteiten, tenzij het advies kennelijk onjuist is.
3. Indien Onze Minister schadevergoeding heeft toegekend, treedt de staat
in alle rechten die de persoon, bedoeld in het eerste lid, jegens de mijnbouwondernemer
of diens rechtsopvolger kan doen gelden.
Artikel 99f
Artikel 99e is van overeenkomstige toepassing indien bij het verzoek,
in plaats van een advies van de commissie, een onherroepelijke rechterlijke
uitspraak wordt overgelegd dat een oordeel over het oorzakelijk verband tussen
de schade en de mijnbouwactiviteiten bevat, met uitzondering van de in het
tweede lid neergelegde afwijkingsbevoegdheid.
Artikel 99g
1. Indien de commissie op het moment waarop de mijnbouwondernemer in staat
van insolventie is geraakt, dan wel is overleden of heeft opgehouden te bestaan,
nog geen advies heeft vastgesteld, blijven artikel 99a, als op dat moment
geen adviesaanvraag is ingediend, alsmede de artikelen 99c, tweede lid, en
99d, tweede en derde lid, voor zover betrekking hebbend op de mijnbouwondernemer,
buiten of buiten verdere toepassing. De commissie zendt Onze Minister afschriften
van de adviesaanvraag en het voorlopig advies.
2. Indien op het moment waarop de mijnbouwondernemer in staat van insolventie
is geraakt, dan wel is overleden of heeft opgehouden te bestaan, geen adviesaanvraag
is ingediend, dient de persoon, bedoeld in artikel 99e, eerste lid, een adviesaanvraag
in binnen drie maanden na dat moment of, als hij op dat moment nog niet met
de schade bekend kon zijn, binnen drie maanden nadat hij met de schade bekend
is geworden of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.
III
Artikel 100a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent
de toepassing van de artikelen 99e en 99f.
Toelichting
Dit amendement verzekert dat een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke
rechtspersoon die schade heeft geleden door bodembeweging ten gevolge van
mijnbouwactiviteiten zijn schade vergoed krijgt als de mijnbouwondernemer
niet meer bestaat, dan wel door een faillissement, een surséance van
betaling of een schuldsanering buiten staat is om te betalen. Publiekrechtelijke
rechtspersonen, als provincies, gemeenten en waterschappen, vallen dus niet
onder de reikwijdte van het amendement. De betreffende persoon kan zich in
dat geval met een verzoek om schadevergoeding tot de staat wenden. Het verzoek
wordt in beginsel toegewezen als hij een advies van de Tcbb of een onherroepelijke
rechterlijke uitspraak overlegt, waarin het causaal verband tussen de schade
en de mijnbouwactiviteiten wordt vastgesteld. Indien de staat de schade heeft
vergoed, kan zij regres nemen op de mijnbouwonderneming, als die nog bestaat,
of op diens rechtsopvolger.
Blaauw