nr. 83
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN WALSEM TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 80
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 48 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 48a
1. Een wijziging in paragraaf 5.1.1.2., met uitzondering van een
wijziging die het gevolg is van toepassing van artikel 51, derde lid, is niet
van toepassing op de houder van een vóór de inwerkingtreding
van die wijziging verleende opsporingsvergunning, tenzij die houder om toepassing
van de gewijzigde paragraaf verzoekt;
2. Een wijziging in paragraaf 5.1.1.2, met uitzondering van een wijziging
die het gevolg is van toepassing van artikel 51, derde lid, in paragraaf 5.1.1.3.
of in paragraaf 5.1.1.4., met uitzondering van artikel 61, eerste lid,
is niet van toepassing op de houder van een vóór de inwerkingtreding
van die wijziging verleende winningsvergunning, tenzij die houder om toepassing
van de gewijzigde paragrafen verzoekt;
3. Een verzoek, als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt schriftelijk
bij Onze Minister ingediend binnen drie maanden na de dag waarop die wijziging
in werking is getreden;
4. Onze Minister geeft aan een verzoek, als bedoeld in het eerste en tweede
lid, gevolg, tenzij naar zijn oordeel het algemeen belang zich daartegen verzet.
Toelichting
Met het invoegen van dit artikel 48a wordt, gezien het belang van een
stabiel en voorspelbaar mijnbouwklimaat, het bestaande systeem van artikel
18 van de Mijnbouwwet Continentaal Plat gecontinueerd. Dit houdt in dat financiële
voorschriften alleen op verzoek van de mijnbouwondernemingen aangepast kunnen
worden aan nadien gewijzigde voorwaarden.
Voor wijziging van tarieven oppervlakterecht als gevolg van jaarlijkse
indexering geldt geen eerbiedigende werking voor bestaande vergunningen; daarom
is artikel 51, derde lid uitgezonderd.
Wijziging in grondslag Vpb moet te allen tijde automatisch doorwerken
in grondslag winstaandeel om te voorkomen dat grondslagen gaan uiteenlopen;
daarom is artikel 61, eerste lid, uitgezonderd.
In geval van wijziging in genoemde paragrafen kan bestaande vergunninghouder
kiezen voor óf integrale toepassing van de gewijzigde paragrafen óf
handhaving van zijn bestaande regime.
Verzoeken dienen te worden getoetst aan verenigbaarheid met het algemeen
belang, conform huidige toets bij artikel 18.
Van Walsem