nr. 74
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WITTEVEEN-HEVINGA EN ATSMA TER VERVANGING
VAN DE AMENDEMENTEN GEDRUKT ONDER DE NRS. 62 EN 401
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 46, eerste lid, wordt onderdeel b vervangen door:
b. andere vaste stoffen dan kalksteen of delfstoffen.
II
Na artikel 46 wordt een nieuw artikel 46a ingevoegd, luidende:
Artikel 46a
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ter bescherming
van de veiligheid met het oog op instorting regels gesteld omtrent het met
gebruikmaking van een boorgat, tunnel, schacht of ander ondergronds werk onttrekken
aan de ondergrond van kalksteen alsmede omtrent ander gebruik van een groeve
dan het onttrekken van kalksteen.
2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kan bepalen
dat Onze Minister bij de maatregel omschreven bevoegdheden heeft ter uitvoering
van daarbij aangewezen regels.
3. Onze Minister kan, in gevallen waarin ernstige aantasting van de veiligheid
met het oog op instorting ontstaat of dreigt te ontstaan, maatregelen voorschrijven
ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde activiteiten.
III
Artikel 104 komt te luiden:
Artikel 104
Het Staatstoezicht op de mijnen heeft tot taak het toezien op het verrichten
van verkenningsonderzoeken, op het opsporen en het winnen van
delfstoffen en aardwarmte, het onttrekken van kalksteen en op het opslaan
van stoffen.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de huidige situatie mbt kalksteengroeven te
handhaven. Het is noodzakelijk dat met het oog op veiligheid ook toezicht
wordt gehouden op ander gebruik van een groeve, bijvoorbeeld toeristische
attracties, dan het daaraan onttrekken van kalksteen. Om die reden wordt een
nieuw artikel 46a voorgesteld specifiek gericht op dit onderwerp. Door deze
wijziging ontstaat als het ware een «eeuwigdurende» nazorg. Aangezien
toezicht ook inhoud de beoordeling van de gesteentemechanische veiligheid
van een groeve is geen behoefte meer aan artikel 104, tweede lid.
Witteveen-Hevinga
Atsma