26 219
Regels met betrekking tot het onderzoek naar en het winnen van delfstoffen en met betrekking tot met de mijnbouw verwante activiteiten (Mijnbouwwet)

nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA

Ontvangen 13 december 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7

1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een vergunning van een daarbij aangegeven strekking niet wordt verleend voor een in de regeling bepaald gebied, voorzover dit noodzakelijk is met het oog op de kans op schade voor het milieu of op schade door beweging van de aardbodem als gevolg van het winnen van delfstoffen in het gebied.

2. De maatregel, bedoeld in het eerste lid, waarbij is bepaald dat voor een gebied geen winningsvergunning wordt verleend, regelt zo nodig een vergoeding voor de houder van een opsporingsvergunning voor het geval dat de vergunning van kracht is op het tijdstip van de inwerkingtreding van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, en de houder voor dit tijdstip met gebruikmaking van de vergunning delfstoffen binnen het gebied heeft aangetoond in een hoeveelheid die economisch winbaar is. De vergoeding heeft betrekking op de kosten die de houder van de vergunning heeft gemaakt ten behoeve van de aantoning van de delfstoffen, voorzover niet op andere wijze in een redelijke vergoeding is of kan worden voorzien.

3. Zolang op grond van de maatregel, bedoeld in het eerste lid, voor een gebied geen winningsvergunning kan worden verleend, wordt het verlopen van de tijdvakken, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, en 13, die betrekking hebben op een opsporingsvergunning die van kracht is ten tijde van de inwerkingtreding van die maatregel, binnen het gebied gestuit.

4. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

Na artikel 118 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 119

Gedurende de geldingsduur van de bij de inwerkingtreding van deze wet geldende planologische kernbeslissing met betrekking tot de Waddenzee wordt geen opsporingsvergunning of winningsvergunning verleend voor de Waddenzee, zoals deze in de planologische kernbeslissing is begrensd, voorzover de planologische kernbeslissing zich daartegen verzet.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat opnieuw wordt voorzien in een regeling om bepaalde gebieden te sluiten voor mijnbouwactiviteiten. In tegenstelling tot het eerder vervallen artikel 7, kan bij het sluiten van gebieden worden volstaan met een daartoe strekkende algemene maatregel van bestuur.

Daarnaast wordt artikel 119 opnieuw ingevoegd, dat een doorwerking van de PKB-Waddenzee in de Mijnbouwwet waarborgt.

Witteveen-Hevinga

Naar boven